hebt opgevolgd.
Druk de Select-toets tot het signaallampje naast
2 .
het door u gewenste profi el brandt.
Druk de Enter-toets in om naar het instellen
3 .
van de profi elduur over te gaan. De laatst
ingestelde duur verschijnt op het cijferdisplay
links op de monitor. U kunt met de pijltoetsen
de waarden veranderen (grenswaarden van 10
minuten - 10:00 - tot 3 uur - h3:00 - , deze
veranderingen op schaal van 5 minuten). Druk de
Enter-toets weer in om de instelling te bevestigen.
Deze blijft dan in het geheugen van de meter tot ze
door een andere waarde vervangen wordt.
Druk de Enter-toets in om met de pijltoetsen
4 .
het gebruikergewicht in te stellen. Druk de Enter-
toets weer in om deze instelling te bevestigen. Deze
blijft dan in het geheugen van de meter tot ze door
een andere waarde vervangen wordt.
Druk de Start-toets in: de training kan beginnen
5.
en de loopmat zet zich in bewegimng.
U kunt het niveau van de hartslag binnen het
6 .
profi el naar boven en naar beneden op schaal van 5
% aanpassen.
Door tijdens de training 1 x de Stop/Pause-toets
7.
in te drukken, blijft de loopmat staan en gaat een
vijf minuten durende pauzetijd in. Door 2 x op
de Stop/Pause-toets te drukken, beeindigt u het
trainingsprogramma. Een twee seconden durend
drukken op de Stop-toets zet de meter op nul. Dan
keert de meter in de uitgangspositie en de loopmat
op de nulhoek terug
Indien u het gebruikergewicht en de duur van
het profi el niet hoeft te veranderen, kunt u de
training beginnen door het door u gekozen
hartslagaangepaste profi el te kiezen en op de Star-
toets te drukken.
O N D E R H O U D
Controleer een keer per jaar of alle bouten en
moeren nog goed vast zitten. Draai ze echter niet te
strak aan.
SMERING
Het belangrijkste onderhoud van de looptrainer
bestaat uit de smering tussen de loopplaat en de
loopmat. Smering is beslist noodzakelijk, wanneer
u merkt dat de weerstand tijdens het lopen, van de
loopmat toeneemt, of de motor warmer wordt dan
normaal; u merkt dat de wrijving is toegenomen
als de band schokkend loopt of een branderige
lucht geeft. Onvoldoende smering veroorzaakt
slijtage aan loopmat, loopplaat, motor en aan de
elektronische besturing. Dit kan zelfs leiden tot
zeer ernstige beschadiging van deze onderdelen.
Met een gemiddeld gebruik (een trainingssessie
van 30 minuten drie keer in de week) dient de
looptrainer iedere vier tot zes maanden te worden
H A N D L E I D I N G • J 4 F
doorgesmeerd met T-Lube. Het aantal keren dat
de looptrainer wordt doorgesmeerd kan aan de
gebruiksintensiviteit van de looptrainer worden
aangepast. Het smeringniveau kunt u controleren
door de loopmat op te tillen en uw hand
vervolgens zover mogelijk in het midden van de
mat te plaatsen. Indien de plaat droog aanvoelt en
er geen smeermiddel op uw hand te zien is, dient u
de looptrainer als volgt door te smeren:
Stop de loopmat zodat de matnaad boven en in
1.
het midden van de plaat is.
Plaats de spuitpijp in de sproeiknop van de
2 .
smeerbus.
Til de loopmat op.
3 .
Plaats de straalpijp tussen de mat en de plaat
4 .
op ongeveer 200 mm van de oorkant van de
looptrainer.
Breng het smeermiddel aan vanaf de voorkant
5.
tot de achterkant van de looptrainer. Probeer
de spuit zover mogelijk in het midden van de
loopplaat te plaatsen.
De looptrainer is nu weer klaar voor gebruik.
6 .
De looptrainer dient uitsluitend te
B E L A N G R I J K !
worden gesmeerd met de door Tunturi aanbevolen
smeermiddel. De looptrainer mag nooit met andere
smeermiddel worden gesmeerd, dan T-Lube.
Raadpleeg uw plaatselijke Tunturi dealer voor het
verkrijgen van het juiste smeermiddel T-Lube.
RE IN IGI NG VAN D E LO OPT RAI NE R
Verwijder stof en vuil van het bedieningspaneel en
reinig de handgrepen met een licht vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen. Reinig de zichtbare
delen van het frame (o.a. onderstel en zijkanten) en
de band regelmatig met een stofzuiger. Klapt u de
looptrainer op om de onderkant schoon te maken.
Houdt u ook de omgeving van de
B E L A N G R I J K !
loopmat schoon. Bij gebruik vergaart de loopmat
bijvoorbeeld stof, wat problemen kan veroorzaken
bij het functioneren van de apparatuur.
H E T CEN TRE RE N VAN D E LOO PMAT
Controleer tijdens het gebruik of de loopmat goed
blijft lopen. Indien de band afstelling behoeft,
wacht hier dan niet mee tot na de training maar
voer dit onmiddellijk uit. De band dient altijd over
het midden van de trainer te lopen. Centreren zal
over het algemeen niet nodig zijn wanneer:
•
de looptrainer op een vlakke ondergrond staat
en de loopmat goed gespannen is;
•
de loopmat correct is gecentreerd.
Het kan echter zijn dat als gevolg van een
bijzondere loopstijl de loopmat enigszins uit het
midden raakt. Het centreren van de loopmat:
N L
5 1