Halyard MIC GASTROSTOMY FEEDING TUBE Instrucciones De Uso página 42

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 15
MIC*-voedingssonde voor gastrostomie en bolusvoedingssonde voor gastrostomie
n
1
Voedingssonde voor gastrostomie
A
D
C
MIC* voedingssonde voor gastrostomie
A
D
C
2
MIC*-bolusvoedingssonde voor gastrostomie
A
C
Gebruiksaanwijzing
Rx Only: Uitsluitend op voorschrift verkrijgbaar: Volgens de federale wetgeving
(van de Verenigde Staten) mag dit medische hulpmiddel uitsluitend door of op
voorschrift van een arts worden verkocht.
Beschrijving
Met de HALYARD* MIC* voedingssonde voor gastrostomie (afb. 1) / bolus (afb.
2) kunnen enterale voeding en medicatie rechtstreeks in de maag worden
toegediend en/of kan decompressie van de maag worden uitgevoerd.
Indicaties voor gebruik
De HALYARD* MIC * voedingssonde voor gastrostomie / bolus dient voor gebruik
bij patiënten die voeding op lange termijn nodig hebben, niet in staat zijn orale
voeding te verdragen, een gering risico van aspiratie hebben en decompressie
van de maag en/of toediening van medicatie rechtstreeks in de maag nodig
hebben.
Contra-indicaties
Contra-indicaties voor aanbrenging van een voedingssonde voor gastrostomie
zijn onder meer, maar zijn niet beperkt tot, ascites, coloninterpositie, portale
hypertensie, peritonitis en morbide obesitas.
Waarschuwing
Dit medische hulpmiddel niet opnieuw gebruiken, opnieuw verwerken
of opnieuw steriliseren. Hergebruik, herverwerking of hersterilisatie
kan 1) de biocompatibiliteit negatief beïnvloeden, 2) de structurele
integriteit van het hulpmiddel in gevaar brengen, 3) leiden tot het
niet werken van het hulpmiddel zoals beoogd of 4) een risico van
besmetting met zich meebrengen en de overdracht van infectieziekten
veroorzaken, wat letsel, ziekte of overlijden tot gevolg kan hebben.
Complicaties
Het gebruik van een voedingssonde met laag profiel voor gastrostomie kan
leiden tot de volgende complicaties:
• huidafbraak
• hypergranulatieweefsel
• lekken uit de peritoneale holte • druknecrose
NB: Controleer de verpakking op beschadiging. Niet gebruiken indien de
verpakking is beschadigd of de steriele barrière is aangebroken.
Aanbrenging
De HALYARD* MIC* voedingssonde voor gastrostomie / bolus kan in een
chirurgische ingreep percutaan onder fluoroscopische of endoscopische
begeleiding worden aangebracht of kan als vervanging van een bestaand
medisch hulpmiddel worden aangebracht via een reeds bestaande stomatractus.
OPGELET: VOOR DE VEILIGHEID EN HET COMFORT VAN DE PATIËNT MOET
ER EEN GASTROPEXIE WORDEN UITGEVOERD OM DE MAAG AAN DE VOORSTE
BUIKWAND VAST TE HECHTEN, DE INBRENGPLAATS VOOR DE VOEDINGSSONDE
MOET WORDEN GEÏDENTIFICEERD EN DE STOMATRACTUS MOET WORDEN
GEDILATEERD VOORDAT DE SONDE VOOR HET EERST WORDT INGEBRACHT.
OPGELET: DE RETENTIEBALLON VAN DE VOEDINGSSONDE MAG NIET
ALS GASTROPEXIEHULPMIDDEL WORDEN GEBRUIKT. HET IS MOGELIJK DAT
DE BALLON BARST EN DE MAAG NIET AAN DE VOORSTE BUIKWAND WORDT
VASTGEZET.
WAARSCHUWING: Bij zuigelingen en kinderen dient de
inbrengplaats zich hoog op de curvatura major te bevinden om occlusie
van de pylorus te voorkomen wanneer de ballon wordt gevuld.
Voorbereiding van de sonde
1. Selecteer de juiste maat voedingssonde voor gastrostomie, neem deze uit de
verpakking en inspecteer hem op beschadiging.
2. Vul de ballon, met behulp van een injectiespuit met Luer-schuifaansluiting,
via de ballonpoort met steriel of gedistilleerd water (afb. 1C en 2C).
• Bij sondes met laag volume geïdentificeerd door LV na het REF-
codenummer moet de ballon met 3–5 ml steriel of gedistilleerd water
worden gevuld.
• Vul de ballon met 7–10 ml steriel of gedistilleerd water bij
standaardsondes.
3. Verwijder de injectiespuit en ga de integriteit van de ballon na door
voorzichtig in de ballon te knijpen om op lekken te controleren. Inspecteer
de ballon met het oog om te controleren of hij symmetrisch is. De ballon
kan symmetrisch worden gemaakt door hem voorzichtig tussen de vingers
te rollen. Breng de injectiespuit opnieuw in en verwijder al het water uit de
ballon.
4. Smeer de tip van de sonde met een in water oplosbaar glijmiddel in. Gebruik
geen minerale olie. Gebruik geen vaseline.
Aanbevolen procedure voor radiologische
aanbrenging
42
E
B
E
B
E
D
B
• infectie
• maag- of duodenumzweren
1. Plaats de patiënt in rugligging.
2. Bereid de patiënt voor en verdoof deze volgens het klinische protocol.
3. Zorg dat de linkerkwab van de lever zich niet boven de fundus of het lichaam
van de maag bevindt.
4. Identificeer de mediale rand van de lever door middel van een CT-scan of
echo.
5. Er kan 0,5 tot 1,0 mg glucagon intraveneus worden toegediend om de
peristaltiek van de maag te verminderen.
OPGELET: RAADPLEEG DE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET
GLUCAGON VOOR DE SNELHEID VAN DE INTRAVENEUZE INJECTIE EN
AANBEVELINGEN VOOR GEBRUIK BIJ INSULINEAFHANKELIJKE PATIËNTEN.
6. Vul de maag met lucht met behulp van een nasogastrische katheter, in het
algemeen met 500 tot 1000 ml of totdat de maag voldoende is opgezet.
Het is vaak nodig om met lucht te blijven vullen tijdens de ingreep, vooral
ten tijde van de naaldpunctie en de dilatatie van de tractus, om de maag
opgezet te houden zodat de maagwand tegen de voorste buikwand wordt
gedrukt.
7. Kies een katheterinbrengplaats in het linker subcostale gebied, bij voorkeur
boven het laterale aspect of lateraal van de m. rectus abdominis (NB. de a.
epigastrica superior loopt langs het mediale aspect van de m. rectus) en
rechtstreeks boven het lichaam van de maag in de richting van de curvatura
major. Kies onder doorlichting een plaats die een zo direct mogelijke
verticale baan van de naald mogelijk maakt. Maak een cross-table lateraal
beeld alvorens de gastrostomie te verrichten indien het vermoeden bestaat
dat er zich een coloninterpositie of stukje dunne darm vóór de maag bevindt.
NB: De avond van tevoren kan er een contrastmiddel PO/NG worden
toegediend of er kan voorafgaand aan de aanbrenging een klysma worden
toegediend om het colon transversum ondoorschijnend te maken.
8. Prepareren en afdekken volgens het ziekenhuisprotocol.
Aanbrenging van gastropexie
OPGELET: HET VERDIENT AANBEVELING EEN DRIEPUNTS GASTROPEXIE
UIT TE VOEREN IN EEN DRIEKHOEKSCONFIGURATIE OM TE ZORGEN VOOR
AANHECHTING VAN DE MAAGWAND AAN DE VOORSTE BUIKWAND.
1. Breng een huidmarkering aan op de inbrengplaats van de sonde. Zet
het gastropexiepatroon uit door drie huidmarkeringen aan te brengen
op gelijke afstand van de inbrengplaats van de sonde, en wel in een
driehoeksconfiguratie.
WAARSCHUWING: Er dient voldoende afstand te zijn tussen de
inbrengplaats en de plaats waar de gastropexie wordt verankerd
om interferentie door het T-vormige bevestigingsmiddel en de
gevulde ballon te voorkomen.
2. Dien 1% lidocaïne toe op de punctieplaatsen en breng een plaatselijk
verdovingsmiddel aan op de huid en het peritoneum.
3. Breng het eerste T-vormige bevestigingsmiddel aan en bevestig de
positie in de maag. Herhaal de procedure totdat alle drie T-vormige
bevestigingsmiddelen bij de hoeken van de driehoek zijn aangebracht.
4. Zet de maag vast aan de voorste buikwand en voltooi de ingreep.
De stomatractus aanleggen
1. Leg de stomatractus aan terwijl de maag nog steeds met lucht is gevuld en
tegen de buikwand aan ligt. Identificeer de punctieplaats in het midden van
het gastropexiepatroon. Controleer onder fluoroscopische begeleiding of de
plaats boven het distale lichaam van de maag ligt onder de ribbenboog en
boven het colon transversum.
OPGELET: VERMIJD DE A. EPIGASTRICA DIE ZICH BIJ DE OVERGANG
VAN HET VOOR TWEE DERDE MEDIALE EN EEN DERDE LATERALE GEDEELTE
VAN DE M. RECTUS BEVINDT.
WAARSCHUWING: Voorzichtig te werk gaan om te voorkomen
dat de punctienaald te diep wordt opgevoerd teneinde aanprikken
van de achterste maagwand, pancreas, linkernier, aorta of milt te
voorkomen.
2. Verdoof de punctieplaats met een plaatselijke injectie van 1% lidocaïne in
het peritoneale oppervlak.
3. Breng een met een 0,038-inch (0,96-mm) voerdraad compatibele
introducernaald in het midden van het gastropexiepatroon in het
maaglumen in.
NB: Voor aanbrenging van de gastrostomiesonde is de beste inbrenghoek
volledig haaks op het oppervlak van de huid. De naald moet naar de
pylorus zijn gericht indien wordt verwacht dat er op een PEGJ-sonde wordt
overgegaan.
4. Controleer de juiste naaldplaatsing onder fluoroscopische visualisatie.
Bovendien kan er, om de verificatie te vergemakkelijken, een met water
gevulde injectiespuit op het aanzetstuk van de naald worden aangebracht
en kan er lucht uit het lumen van de maag worden geaspireerd.
NB: Er kan contrastmiddel worden geïnjecteerd na de terugkeer van lucht om
maagplooien zichtbaar te maken en de positie te bevestigen.
5. Voer een voerdraad met J-vormige tip, van maximaal 0,038 inch (0,96 mm),
door de naald op in de maag. Bevestig de positie.
6. Verwijder de introducernaald, maar houd de voerdraad met J-vormige tip op
zijn plaats. Voer de introducernaald af volgens het ziekenhuisprotocol.
Dilatatie
1. Gebruik een scalpelmes nr. 11 om een kleine huidincisie te maken die langs
de voerdraad omlaag door het onderhuidse weefsel en de fascia van de
musculatuur van de buik loopt.
2. Voer een dilatator over de voerdraad op en dilateer de stomatractus tot de
gewenste grootte.
3. Verwijder de dilatator over de voerdraad, maar houd de voerdraad op zijn
plaats.
Aanbrenging van de sonde
NB: Er kan een peel-away sheath worden gebruikt om het opvoeren van de sonde
door de stomatractus te vergemakkelijken.
1. Selecteer de juiste MIC * voedingssonde voor gastrostomie en bereid deze
voor volgens de aanwijzingen in het bovenstaande gedeelte 'Voorbereiding
van de sonde' .
2. Voer het distale uiteinde van de sonde over de voerdraad, via de
stomatractus, op tot in de maag.
3. Controleer of de sonde zich in de maag bevindt, verwijder de voerdraad of de
peel-away sheath indien deze is gebruikt en vul de ballon.

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Mic bolus gastrostomy feeding tube

Tabla de contenido