WAARSCHUWINGEN:
DE DISPOSABLE DECANULATIEPLUG (DDCP) MAG ALLEEN GEBRUIKT
WORDEN BIJ SHILEY DISPOSABLE TRACHEACANULES MET SPREEKVENSTER
EN LAGEDRUK-CUFF (DFEN), ZONDER CUFF (DCFS) OF ZONDER CUFF MET
SPREEKVENSTER (DCFN).
VOORDAT U DE DISPOSABLE DECANULATIEPLUG (DDCP) AANBRENGT, MOET U
CONTROLEREN OF HET SPREEKVENSTER NIET VERSTOPT ZIT, OF DE CUFF (DFEN)
GEHEEL LEEG IS EN OF ER VOLDOENDE LUCHTWEG VOOR DE PATIENT IS.
10. Controleer of het bovenste gedeelte van de luchtweg van de patiënt vrij is. De luchtweg
van de patiënt dient door middel van hoesten en/of afzuigen vrij gemaakt te worden voordat u
de tracheacanule afsluit met de decanulatieplug (DDCP).
11. Zuig de cuff van de tracheacanule geheel leeg (alleen DFEN).
12. Verwijder de disposable binnencanule (DIC) met de 15 mm- "snap-lock"-connector.
13. Pak de decanulatieplug bij de borgklemmetjes vast, druk ze verschillende malen in om ze
losser te maken, om de DDCP te kunnen inbrengen.
14. Houd de borgklemmetjes vast en bevestig één kant van de decanulatieplug op het
proximale uiteinde van de buitencanule.
LET OP:
Om uitoefenen van druk op de patiënt te voorkomen, kunt u de halsplaat
met uw vrije hand stabiliseren tijdens het vastzetten. Probeer niet om beide
klemmen gelijktijdig vast te zetten.
15. Houd de eerste kant goed vast en beweeg de decanulatieplug over de connector tot de
andere borgklem op zijn plaats zit.
16. Duw de tweede borgklem voorzichtig maar stevig aan tot hij op zijn plaats vast klikt.
Controleer de aansluiting.
17. Als mechanische beademing van de patiënt vereist is tijdens gebruik van de
decanulatieplug, moet u de decanulatieplug verwijderen, de disposable binnencanule met
15 mm-connector weer inbrengen en deze vervolgens aansluiten op het beademingsapparaat.
WAARSCHUWING:
ALS DE PATIENT ADEMHALINGSPROBLEMEN HEEFT, MOET U DE DECANULATIE-
PLUG ONMIDDELLIJK VERWIJDEREN, DE DISPOSABLE BINNENCANULE
INBRENGEN EN CONTROLEREN OF DE LUCHTWEG VRIJ IS.
57