Snapper 2691382-00 Manual Del Operario página 202

Afstellen maaidek (in de lengte waterpas
plaatsen)
Zorg dat de zitmaaier met motor achter op een gladde vlakke
ondergrond staat en draai het maaiblad tot de punten bij de voor-
en achterzijde van het maaidek staan. Meet de afstand van de
punten van het maaiblad tot de grond (Afb. 34). Deze afstand
moet gelijk zijn, of de achterzijde staat tussen 1/8" en 1/4" lager
dan de voorzijde. Als de achterste maaibladpunt hoger staat dan
de voorste of meer dan 1/4" lager staat dat de voorste, gaat u ver-
der met het afstellen.
1. Verwijder de ophangkettingen achter (A, Afb. 34).
2. Draai elke scharnier (B, Afb. 34) hetzelfde aantal slagen op
de oogbout om de achterzijde van het maaidek te verhogen
of verlagen.
3. Plaats de ophangkettingen weer terug en meet de maaiblad-
punten nogmaals uit.
4. Herhaal Stap 1 tot 3 tot de maaier vlak genoeg staat.
Onderdelen aandrijving maaier met motor
achter
!
WAARSCHUWING
Voer GEEN aanpassingen, onderhoud, service of reparaties
uit als de motor draait. STOP de motor. STOP het maaiblad.
Activeer de parkeerrem. Haal de sleutel uit het contactslot.
Maak de bougiekabel los en houd deze uit de buurt van de
bougie. Motor en onderdelen zijn HEET. Voorkom ernstige
brandwonden, laat onderdelen afkoelen voor u aan de machine
werkt. De brandstofvuldop en de ontluchting daarvan moeten
dicht zijn om morsen van brandstof te voorkomen.
Afstellen rem/parkeerrem
Test de wielrem op een droog stuk beton. Als de rem goed is
afgesteld, stopt de zitmaaier met motor achter binnen anderhalve
meter, ook bij de hoogste snelheid. Als de remweg langer is dan
anderhalve meter, moet de rem als volgt worden afgesteld:
1. Neem de WAARSCHUWING op deze pagina in acht.
2. Controleer het peil van de brandstof in de tank. Indien voor
meer dan 3/4 vol, verwijdert u de tank. Zie "De brandstoftank
verwijderen". Indien 3/4 of minder, gaat u verder met de vol-
gende stap.
3. Plaats de maaier met motor achter voorzichtig op de achter-
bumper.
4. Trap het koppelings-/rempedaal (A, Afb. 9) helemaal in. Zet
de parkeerremhendel (B) in de stand AAN en laat het koppe-
lings-/rempedaal los om de parkeerrem te activeren.
5. Meet de afstand (A, Afb. 35) tussen het einde van de kop-
pelings-/remkabel (B) en de onderkant van de behuizing (C).
Deze afstand mag niet kleiner zijn dan 1/2" en niet groter dan
3/4".
N.B.: De splitpen, remveer, en koppelingsgaffel (D, E, en F, Afb.
33) worden alleen ter referentie aangegeven.
6. Als de afstand minder is dan 1/2" of meer dan 3/4", draait u
de twee borgmoeren los (A, Afb. 36). Houd de koppelings-/
remkabel (B) bij de de beugel van de kettingbehuizing.
7. Stel de kabel omhoog of omlaag af en gebruik de borgmoe-
ren om een afstand te verkrijgen van 1/2" tot 3/4" tussen het
einde van de koppelings-/remkabel (aanpassing weergege-
ven in inzet in Afb. 37) en de onderkant van de behuizing.
8. Draai als de afstelling voltooid is de kabelborgmoeren weer
strak vast.
24
9. Test de wielrem nogmaals.
Vervangen maaiblad
!
WAARSCHUWING
Draag stevig leren handschoenen bij de omgang met of werken
rondom maaibladen. De maaibladen zijn zeer scherp en kun-
nen ernstig letsel veroorzaken. Gebruik NOOIT een maaiblad
dat sporen van extreme slijtage of beschadiging vertoont.
Slijtagegrenzen maaiblad
1. Controleer het maaiblad regelmatig op tekenen van boven-
matige slijtage of beschadiging (Afb. 37):
(A) nieuw maaiblad;
(B) slijtagegrens (uitsparing begint);
(C) gevaarlijke staat - niet gebruiken op de maaier!
Vervangen door een nieuw maaiblad
Slijpen van het maaiblad
1. Neem de WAARSCHUWINGen op deze pagina in acht.
2. Controleer het peil van de brandstof in de tank. Indien voor
!
meer dan 3/4 vol, verwijdert u de tank. Zie "De brandstoftank
verwijderen". Indien 3/4 of minder, gaat u verder met de vol-
gende stap.
3. Plaats de maaier met motor achter voorzichtig op de achter-
bumper.
4. Verwijder de bouten (B, Afb. 38), ringen (C) en moeren (D)
waarmee het maaiblad is bevestigd op (A) de spindel.
5. Controleer de staat van het maaiblad (Afb. 37).
6. Als het maaiblad in goede staat verkeeert, slijp het dan op
22 tot 28 graden (B, Afb. 39). Slijp NOOIT verder dan de
bestaande snijrand (A).
7. Controleer na het slijpen de balans van het maaiblad. Indien
noodzakelijk corrigeert u de balans door de zware zijde van
het maaiblad te schuren.
8. Plaats het maaiblad weer terug. Draai de bevestigingsbouten
van het maaiblad vast met het aanbevolen aanhaalmoment
van 30 tot 40 ft. lbs.
Accu
De accu verwijderen
1. Trek voorzichtig de beide zijden van de afdekking van de
accu (A, Afb. 40) weg van de bevestigingen (B) en verwijder
de afdekking.
2. Verwijder de bevestigingsmiddelen (A, Afb. 41) waarmee de
accubeugel is bevestigd (B) en verwijder de beugel.
3. Neem de ZWARTE (negatieve) kabel (C, afbeelding 42) los
van de negatieve accupool. Bewaar de bevestigingsmidde-
len.
!
WAARSCHUWING
Neem de ZWARTE negatieve (-) kabel altijd eerst los.
4. Neem de RODE (positieve) kabel (A, afbeelding 42) los van
de negatieve accupool. Bewaar de bevestigingsmiddelen.
5. Plaats de accu weer in het accuvak.
!
!
www.snapper.com