Gebruik van een microfoon
1 Sluit een microfoon aan op de
microfooningangsaansluiting.
2 Stel de [OFF, ON, TALK OVER] keuzeschakelaar in op
[ON] of [TALK OVER].
— [ON]: De aanduiding licht op.
— [TALK OVER]: De aanduiding knippert.
! Wanneer u instelt op [TALK OVER] zal het geluid van alle kanalen
behalve dat van het [MIC] kanaal met 18 dB (standaardinstelling)
worden verzwakt wanneer er een geluid van meer dan –10 dB bin-
nenkomt via de microfoon.
3 Draai aan de [MIC LEVEL]-regelknop.
Regel het uitgangsniveau van de geluidsweergave via het [MIC] kanaal.
! Onthoud dat helemaal naar rechts draaien een enorm hard geluid
oplevert.
4 Geef geluidssignalen door via de microfoon.
Bijregelen van de geluidskwaliteit
Draai aan de [EQ (HI, LOW)] instellingen voor het [MIC]
kanaal.
Zie Specificaties op bladzijde 33 voor het bereik van het geluid dat kan
worden bijgeregeld met elk van deze regelaars.
Overschakelen tussen mono- en
stereo-geluid
Hiermee wordt de weergave via de [MASTER1], [MASTER2], [BOOTH],
[REC OUT], [PHONES], [DIGITAL OUT] en [USB]-aansluitingen omge-
schakeld tussen mono en stereo.
Schakelt de [MONO, STEREO] keuzeschakelaar om.
— [MONO]: Voor weergave van mono-geluid.
— [STEREO]: Voor weergave van stereo-geluid.
De links/rechts-balans van het geluid regelen
De links/rechts-balans van het geluid dat wordt weergegeven via de
[MASTER1], [MASTER2], [BOOTH], [REC OUT], [PHONES], [DIGITAL
OUT] en [USB]-aansluitingen kan worden bijgeregeld.
1 Stel [MONO, STEREO] keuzeschakelaar in op
[STEREO].
2 Draai aan de [BALANCE] instelling.
De links/rechts balans van de geluidsweergave verandert, al naar gelang
de richting waarin u de [BALANCE] instelling draait en hoe ver.
! Door draaien naar de uiterste rechterkant wordt alleen het rech-
ter kanaal van stereo-geluid weergegeven. Door draaien naar de
uiterste linkerkant wordt alleen het linker kanaal van stereo-geluid
weergegeven.
Het geluid wordt weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting.
Draai aan de [BOOTH MONITOR] instelling.
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven via de
[BOOTH]-aansluiting.
Geavanceerde bedieningsfuncties
Omtrent PRO DJ LINK
Wanneer een PRO DJ LINK-compatibele Pioneer DJ-speler (een CDJ-
2000, CDJ-900, enz.), een computer met het rekordbox-programma en
dit apparaat onderling worden verbonden met LAN-kabels, kunt u de
volgende PRO DJ LINK-functies gebruiken.
Nadere bijzonderheden over de PRO DJ LINK-functie vindt u tevens in
de gebruiksaanwijzing van de DJ-speler en de bedieningsaanwijzingen
voor rekordbox.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van
ingangsaansluitingen op bladzijde 7.
! Er kunnen tot vier DJ-spelers worden aangesloten. Er kunnen tot
twee computers worden aangesloten.
! Sluit de DJ-speler(s) aan op de [LINK]-aansluiting ([CH1] tot [CH4])
met hetzelfde nummer als het kanaal waarop de audiosnoeren zijn
aangesloten.
! Sluit de computer(s) aan op de [COMPUTER 1] of [COMPUTER
2]-aansluiting.
SD & USB Export
rekordbox muziekbestanden en beheergegevens op een
SD-geheugenkaart of USB-apparaat aangesloten op een Pioneer
DJ-speler die PRO DJ LINK ondersteunt (bijv. CDJ-2000nexus, CDJ-2000,
CDJ-900) kunnen worden uitgewisseld tussen DJ-spelers via dit toestel.
rekordbox LINK Export
Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden en beheergegevens
direct overbrengen, zonder dat het nodig is de gegevens eerst te exporte-
ren naar een SD-geheugenkaart/USB-apparaat.
SYNC MASTER
De beats (tempo's en beatposities) van CDJ-2000nexus muziekstukken
kunnen gesynchroniseerd worden weergegeven met de masterklok van
dit toestel voor maximaal 4 toestellen. De beats van de muziekstukken
kunnen gezamenlijk worden beheerd op het mengpaneel zodat u zich
kunt concentreren op de uitvoering (mengen, effecten enz.).
LIVE SAMPLER
Het geluid dat binnenkomt via de [MIC]-aansluiting of dat wort uitge-
stuurd via de [MASTER]-aansluitingen kan worden gesampled en afge-
speeld met een DJ-speler.
LINK MONITOR
Met deze functie kunt u rekordbox-muziekbestanden die zijn opgeslagen
op de computer vlot controleren via een hoofdtelefoon.
STATUS INFORMATION
Deze functie geeft aan de DJ-spelers de status van het aangesloten
kanaal door (on-air status, kanaalnummer, enz.).
QUANTIZE functie
Op basis van de GRID-informatie van muziekstukken die al geanalyseerd
zijn met rekordbox, kunnen effecten worden toegevoegd aan het geluid
zonder het tempo van het spelende muziekstuk te verliezen.
15
Nl