Pioneer DJM-2000NXS Manual De Instrucciones página 51

Stelt de synchronisatie in op de master BPM van de
SYNC
1
spelers die zijn aangesloten op de kanalen 1 – 4.
MASTER Selecteert de master voor het synchroniseren.
2
Verhoogt of verlaagt de BPM-waarde getoond in het
BPM instelling
3
BPM-displaygebied.
Toont één van de twee waarden hieronder, afhankelijk
van de status van dit toestel.
!
Wanneer dit toestel de master voor het synchroni-
seren is: Toont de master BPM-waarde.
BPM-displaygebied
4
! Wanneer dit toestel niet de master voor het syn-
chroniseren is: Toont de master BPM die getoond
zou worden als dit toestel de master voor het
synchroniseren zou zijn.
Wanneer dit toestel niet de master voor het synchroni-
RELOAD seren is, wordt de huidige master BPM-waarde getoond
5
in het BPM-displaygebied.
1 Druk op de [SYNC MASTER/MIDI] toets.
[SYNC MASTER] wordt weergegeven op het scherm.
! De functie verandert bij elke druk op de [SYNC MASTER/MIDI] toets.
2 Bedien de synchronisatiestatus van de speler.
[SYNC] toets: De synchronisatiestatus van de diverse spelers kan wor-
den gewijzigd door op PLAYER 1 – 4 te drukken.
De synchronisatiefunctie wordt aan en uit geschakeld telkens wanneer
er op deze toets wordt gedrukt.
Toetsen voor kanalen waarmee geen speler die de beat-synchronisatie-
functie ondersteunt is verbonden, kunnen niet worden bediend.
3 Wijzig de master voor het synchroniseren.
Druk op de toets voor de speler of het mengpaneel dat u wilt instellen als
de master voor het synchroniseren.
! Het is niet mogelijk om meerdere apparaten tegelijkertijd in te stellen
als de master voor het synchroniseren.
4 Stel dit toestel in als de master voor het
synchroniseren.
Druk op de [RELOAD] toets om de huidige master BPM-waarde te tonen.
Druk op [a] of [b] om de master BPM-waarde in te stellen.
Druk op de [MIXER] toets om dit toestel in te stellen als de master voor
het synchroniseren.
! Wanneer dit toestel de master voor het synchroniseren is, kan
de master BPM-waarde worden veranderd door op [a] of [b] te
drukken.
Gebruik van de MIDI-functies
 Bediening van de DJ-software
De DJM-2000NXS geeft ook de bedieningsgegevens voor de toetsen en
knoppen door in het MIDI-formaat. Door via een USB-kabel een compu-
ter met ingebouwde MIDI-geschikte DJ-software aan te sluiten, kunt u de
DJ-software bedienen via dit apparaat.
Installeer van tevoren de DJ-software op uw computer. Maak bovendien
de nodige audio- en MIDI-instellingen voor de DJ-software.
! Aanwijzingen voor het instellen van de MIDI-kanalen vindt u op
Instellingen aanpassen op bladzijde 29.
1 Verbind de [USB]-aansluiting van dit apparaat met de
computer.
Zie Aansluiten van een computer op bladzijde 8 voor nadere details over
de aansluitingen.
2 Start de DJ-software op.
3 Druk op [ON/OFF] in het [MIDI]-gedeelte.
Schakel de MIDI-functie in.
De verzending van MIDI-berichten begint.
! Wanneer u de schuifregelaars en draaiknoppen verstelt, worden
er berichten doorgegeven met de stand van de schuifregelaars en
draaiknoppen. Zie voor de berichten die dit apparaat doorgeeft Lijst
van MIDI-berichten op bladzijde 22.
! Wanneer de [START/STOP] toets wordt ingedrukt en meer
dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden, wordt er een set
MIDI-meldingen die corresponderen met de toets, fader of de posi-
ties van de instellingen verstuurd (Snapshot).
! De MIDI-tijdklok (met BPM-informatie) wordt altijd verzonden, onge-
acht de [ON/ OFF] toets.
! Wanneer de [ON/ OFF] toets voor [MIDI] nog eens wordt ingedrukt,
zal de overdracht van MIDI-meldingen stoppen.
 Verzenden van de berichten voor MIDI-start en
MIDI-stop
Druk op de [START/STOP] toets voor [MIDI].
! De berichten voor MIDI-start en MIDI-stop worden beurtelings ver-
zonden, telkens wanneer u op de [START/STOP] toets drukt, onge-
acht of de MIDI-functie aan of uit staat.
Gebruik van de MIDI-bedieningsschermen
Dit apparaat is voorzien van vier soorten MIDI-bedieningsschermen.
Gebruik deze overeenkomstig uw DJ-software.
1 Druk een paar keer op de [SYNC MASTER/MIDI] toets
aan de rechterkant van het aanraakpaneel.
Het [MIDI CONTROL]-scherm verschijnt na het
[SYNC MASTER]-scherm.
! De functie verandert bij elke druk op de [SYNC MASTER/MIDI] toets.
2 Kies een type, uit [TYPE A] tot [TYPE D].
Hiermee kiest u het type MIDI-bedieningsscherm.
! Wanneer u op [PAGE1] of [PAGE2] drukt, verandert de getoonde
pagina.
3 Bedien de toetsen op het aanraakpaneel of de
schuifregelaars.
De verzending van MIDI-berichten begint.
Zie voor de berichten die dit apparaat doorgeeft Lijst van MIDI-berichten
op bladzijde 22.
Bediening van een externe
MIDI-sequencer
Dit apparaat geeft het tempo van de weergegeven geluidsbron (de BPM-
informatie) door als de MIDI-tijdklok. Dit kan worden gebruikt voor het
synchroniseren van een externe MIDI-sequencer met het tempo van de
geluidsbron.
! Externe MIDI-sequencers die niet geschikt zijn voor de MIDI-tijdklok
kunnen niet worden gesynchroniseerd.
! Externe MIDI-sequencers kunnen niet worden gesynchroniseerd
voor geluidsbronnen waarvan het BPM-tempo niet betrouwbaar kan
worden gemeten.
! MIDI-tijdkloksignalen worden ook doorgegeven bij BPM-waarden die
handmatig zijn ingevoerd door het aantikken van de [TAP] toets met
een vinger. Het bereik van de MIDI-tijdklok loopt van 40 BPM tot 250
BPM.
1 Verbind de [MIDI OUT]-aansluiting met de MIDI IN-
aansluiting van de externe MIDI-sequencer met een in
de handel verkrijgbare MIDI-kabel.
2 Stel de synchronisatiefunctie van de externe MIDI-
sequencer in op "Slave".
3 Druk op [START/STOP].
Het MIDI-startbericht wordt verzonden.
4 Druk op [ON/OFF] in het [MIDI]-gedeelte.
De verzending van MIDI-berichten begint.
21
Nl