Pioneer DJM-2000NXS Manual De Instrucciones página 50

BEAT EFFECT
Met deze functie kunt u onmiddellijk diverse effecten instellen volgens
het tempo (BPM = beats per minuut) van het op dat moment weergege-
ven muziekstuk.
In de automatische stand wordt hier de automatisch
gemeten BPM-waarde aangegeven.
Aanduiding van
Wanneer de BPM-waarde niet gemeten kan worden,
de BPM-waarde (3
1
knippert hier de laatst waargenomen BPM-waarde.
cijfers)
In de handmatige invoerstand wordt hier de handmatig
ingevoerde BPM-waarde getoond.
[AUTO] licht op wanneer de BPM-meting staat inge-
steld op automatische werking.
AUTO (TAP)
2
[TAP] licht op bij gebruik van de handmatige
invoerstand.
BPM Deze blijft steeds verlicht.
3
Deze lichten op volgens de eenheden voor de verschil-
% (ms)
4
lende effecten.
1 Druk op de [AUTO/TAP] toets.
Kies de BPM-metingsstand.
— [AUTO]: Het BPM-tempo van het binnenkomende geluidssignaal
wordt automatisch gemeten. De [AUTO]-functie wordt ingesteld
wanneer dit apparaat wordt ingeschakeld.
— [TAP]: De BPM-waarde wordt handmatig gekozen door met een
vinger te tikken op [TAP] toets.
! Het BPM-meetbereik in de [AUTO]-stand loopt van 70 tot 180 BPM.
Voor sommige muziekstukken is het mogelijk dat het BPM-tempo
niet correct bepaald kan worden. Als het BPM-tempo niet gemeten
kan worden, knippert de BPM-waarde op het scherm. In dergelijke
gevallen voert u de BPM-waarde handmatig in met de [TAP] toets.
2 Druk op een van de [CH SELECT] toetsen.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
— [1] – [4]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het corres-
ponderende kanaal.
— [MIC]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
[MIC]-kanaal.
— [A], [B]: Het effect wordt toegepast op het geluid van de crossfa-
der's [A] (linker)- of [B] (rechterkant).
— [M]: Het effect wordt toegepast op het geluid van het
[MASTER]-kanaal.
3 Druk op een van de [EFFECT SELECT] toetsen.
Hiermee kiest u het soort effect.
! Een overzicht van de soorten effecten vindt u op Soorten BEAT
EFFECT op bladzijde 27.
! Om [SEND/RETURN] te gebruiken, zie Gebruik van een externe effect-
generator hieronder.
4 Druk op een van de beat toetsen.
Bepaal de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
De effecttijd die overeenkomt met de beat-fractie wordt automatisch
ingesteld.
! De beat-fractie kan worden aangepast door aan [TIME] te draaien
terwijl u de beat toets ingedrukt houdt.
5 Druk op de [ON/ OFF] toets.
Het effect wordt toegepast op het geluid.
De tijdparameter van het effect is instelbaar door te draaien aan de
[TIME]-instelling.
De kwantitatieve parameter van het effect is instelbaar door te draaien
aan de [LEVEL/DEPTH]-instelling.
De [ON/ OFF] toets knippert wanneer het effect wordt ingeschakeld.
! Wanneer er opnieuw op de [ON/ OFF] toets wordt gedrukt, wordt het
effect uitgeschakeld.
20
Nl
 Handmatig invoeren van het aantal BPM
Tik minstens 2 keer op [TAP] toets op de maat van de
beat (in kwart noten) van de weergegeven muziek.
De gemiddelde waarde van de tussenpozen waarmee de [TAP] toets
werd aangetikt, wordt ingesteld als het BPM-tempo.
1
! Wanneer het BPM-tempo is ingesteld met de [TAP] toets, wordt de
2
3
4
! Het BPM-tempo is handmatig instelbaar door een de [TIME]-
! Het BPM-tempo is handmatig instelbaar door indrukken van de beat
! De BPM kan worden ingesteld in eenheden van 0,1 door aan de
 Bijregelen van de hoeveelheid effect voor
Draai aan de [EFFECT FREQUENCY (HI, MID,
LOW)]-regelknop.
Zie Soorten BEAT EFFECT op bladzijde 27 voor de effectparameters die u
kunt instellen met de verschillende regelaars.
 Gebruik van een externe effectgenerator
1 Sluit dit apparaat aan op een externe effectgenerator.
[SEND/RETURN] licht op.
Nadere aanwijzingen voor het aansluiten vindt u onder Aansluiten van
uitgangsaansluitingen op bladzijde 7.
2 Druk op een van de [CH SELECT] toetsen.
Hiermee kiest u het kanaal om het effect op toe te passen.
3 Druk op [SEND/RETURN].
[SEND/RETURN] knippert.
4 Druk op de [ON/ OFF] toets.
Het geluid dat door de externe effectgenerator is gegaan wordt uitge-
stuurd via de [MASTER]-kanaal.
! Wanneer er opnieuw op de [ON/ OFF] toets wordt gedrukt, wordt het
Bedienen van aangesloten apparatuur
 Gebruik van de SYNC MASTER-functie
De beatposities en BPM's van muziekstukken die worden afgespeeld
op Pioneer DJ-spelers die de beat-synchronisatiefunctie ondersteunen
(CDJ-2000nexus) kunnen worden gesynchroniseerd.
beatfractie ingesteld op [1/1] en dan wordt de tijd van een enkele
beat (kwart noot) ingesteld als de effecttijd.
instelling te draaien terwijl u de [TAP] toets indrukt.
toets terwijl u de [TAP] toets indrukt.
[TIME]-instelling te draaien terwijl u de [TAP] en [AUTO/TAP] toet-
sen ingedrukt houdt.
toepassing op de diverse frequentiebanden
effect uitgeschakeld.
1
2
3
4
5