QUANTIZE
Muziekbestanden moeten van tevoren geanalyseerd worden met rekor-
dbox om de QUANTIZE-functie te kunnen gebruiken. Zie voor instructies
over het analyseren van muziekbestanden met rekordbox de rekordbox
Operating Instructions.
! De QUANTIZE-functie kan niet worden gebruikt wanneer [REVERB],
[GATE] of [SEND/RETURN] is geselecteerd.
! Om de QUANTIZE-functie te gebruiken, moet u de BPM-
meetmethode instellen op AUTO.
! Voor gebruik in combinatie met een CDJ-2000 of CDJ-900 moet
de firmware van de DJ-speler worden bijgewerkt naar versie 4.0 of
nieuwer.
1 Houd [LIVE SAMPLER (UTILITY, WAKE UP)] tenminste
1 seconde lang ingedrukt.
Het [USER SETUP]-scherm verschijnt.
2 Druk op de toets voor het in te stellen item en
selecteer [QUANTIZE].
Het instelscherm voor de QUANTIZE-functie verschijnt.
! [QUANTIZE] wordt toegevoegd aan de in te stellen items onder de
insteltoets op het [USER SET UP]-scherm.
3 Druk op [ON].
De QUANTIZE-functie wordt ingeschakeld.
De QUANTIZE-indicator ([QTZ]) en de GRID-indicator ([GRID]) op het
hoofdtoestel lichten op of knipperen.
! Afhankelijk van de status van de DJ-speler (off-air, scratchen, achter-
uit spelen enz.), is het wellicht niet mogelijk om de GRID-informatie
te ontvangen.
QUANTIZE-indicator
GRID-indicator
Over de verlichtingstoestand van de QUANTIZE-indicator
[USER SET
UP]-scherm >
QUANTIZE Functiestatus
[QUANTIZE]
QUANTIZE-functie ingeschakeld (effecten
gesynchroniseerd met het tempo van het
muziekstuk).
[ON]
QUANTIZE-functie niet ingeschakeld (effec-
ten niet gesynchroniseerd met het tempo
van het muziekstuk, of BPM-meetmethode
ingesteld op TAP).
[OFF]
Over de verlichtingstoestand van de GRID-indicator
Status ontvangst beatpatrooninformatie van de
DJ-speler
GRID-informatie wordt ontvangen.
GRID-informatie wordt niet ontvangen.
4 Druk op de beattoets en druk dan op de [ON/ OFF]
toets van [BEAT EFFECT].
Het effect wordt toegevoegd aan het geluid op de beat met het tempo
van het spelende muziekstuk.
De beatposities en BPM's van muziekstukken die worden afgespeeld op
Pioneer DJ-spelers die de beat-synchronisatiefunctie ondersteunen (bijv.
CDJ-2000nexus, CDJ-2000, CDJ-900) kunnen worden gesynchroniseerd.
16
Nl
STATUS INFORMATION
De weergave van de status van DJ-spelers die zijn verbonden met de
verschillende kanalen en de beat-synchronisatie informatie worden hier
geconcentreerd.
1
FS
1
LINK
2
SYNC
3
MASTER
4
MASTER BPM
5
FREQUENCY MIX
De huidige weergegeven muziek wordt in zeven frequentiebanden
gesplitst en grafisch afgebeeld. De schuifregelaars van het aanraakpa-
neel bieden een duidelijk overzicht voor het mengen van twee kanalen of
het verwisselen van instrumenten (delen).
1 Kanaaltoewijzingstoetsen Hiermee kiest u de kanalen voor het mengen.
Aanduiding
2
volumeniveau
[QTZ]
3 Aanraak-fader
Brandend
4 << >>
Knippert
Voor mengen van [CH2] en [CH3]:
Stel dit apparaat van tevoren zo in dat het geluid van [CH3] wordt weer-
Uit
gegeven via de [MASTER]-aansluitingen.
1 Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-
schakelaars voor [CH2] en [CH 3] op [THRU].
[GRID]
! Zet de [CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B)]-schakelaars van de te
Brandend
mengen kanalen op [THRU].
! Bij gebruik van de crossfader-regelaar is het aanbevolen die in de
Uit
middenpositie te zetten.
2 Druk op [MIX].
Het [FREQUENCY MIX]-scherm wordt aangegeven in het
aanraakpaneel.
3 Druk op de kanaaltoewijzingstoetsen om [CH2] te
kiezen voor de linkerkant of [CH3] voor de rechterkant.
De volumeniveaus voor de verschillende frequentiebanden van het
spelende geluid van [CH3] worden aangegeven in de rechterhelft van het
aanraakpaneel.
2
3
4
Geeft kanalen aan waarvoor de fader-startfunctie is
ingeschakeld.
Geeft kanalen aan waarvoor de DJ-spelers correct zijn
aangesloten op de [LINK]-aansluiting.
Geeft de status van de synchronisatiefunctie van
de DJ-speler aan die is verbonden met de [LINK]
aansluiting.
Geeft de huidige master aan voor de
beat-synchronisatie.
Geeft de huidige master BPM aan.
1
2
3
4
Het ingangsvolume voor deze functie wordt aangege-
ven in een lichte kleur, terwijl het uitgangsvolume van
de functie in een donkere kleur wordt getoond.
Hiermee regelt u de volumebalans van de te mengen
kanalen in de afzonderlijke frequentiebanden.
Hiermee worden de aanraakfader-regelaars ineens
direct naar de uiterste linker- of rechterkant geschoven.
5