Nederlands
6. Plaats met gebruik van de juiste steriele techniek de Verza-geleider op de VerzaLink-locatiefeature.
7. Draai de geleidervergrendeling naar de vergrendelde stand. Controleer of de geleider goed is bevestigd.
8. VASTEHOEKBENADERING:
Schuif met gebruik van de hoekselectorgreep het hoekindicatorvenster in de gewenste positie en duw de
hoekselectorvergrendeling naar de transducer om deze vast te zetten.
OPMERKING: Zorg ervoor dat de hoekselectorvergrendeling in de juiste stand staat.
VRIJEHOEKBENADERING:
Laat de hoekselectorvergrendeling ontgrendeld en het instrument blijft in hetzelfde vlak, mits de hoek
binnen de grenzen van de geleider blijft.
9. Selecteer een geschikte maat inzetstuk van het meetinstrument en schuif deze in de huls voor de
geleiderbehuizing.
SNELONTGRENDELING
1. Draai de snelontgrendelingshendel om de invoertrechter voor de geleider te openen.
HET GELEIDINGSSYSTEEM VERWIJDEREN
1. Draai de geleidervergrendeling naar de ontgrendelde stand om de geleider uit de locatiefeature van de
VerzaLink-beugel te verwijderen.
2. Verwijder de eenmalig bruikbare onderdelen en voer deze af volgens het infectiebeheersingsbeleid van de
instelling.
3. Til de beugelklem omhoog om de transducer te verwijderen. Bewaar de beugel voor hergebruik.
SENSOR SENSOR VOOR ALGEMEEN GEBRUIK UIT BEUGEL VERWIJDEREN
1. Trek de sensor voor algemeen gebruik van de beugel weg om deze te verwijderen.
met Verza™ geleidingssysteem
14
Opsporingsbeugel