6. Veiligheid
Waarschuwing
Het gebruik van dit product vereist erva-
ring met en kennis van het product.
Personen met verminderde lichamelijke,
zintuigelijke of geestelijke vermogens
mogen dit product niet gebruiken, tenzij ze
onder supervisie staan of instructies heb-
ben gekregen over het gebruik van dit pro-
duct van een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
Kinderen mogen dit product niet gebruiken
of ermee spelen.
Waarschuwing
Het opstellen van de pomp in putten dient
door speciaal opgeleid personeel te wor-
den gedaan.
Werkzaamheden in of in de omgeving van
de put moeten worden uitgevoerd volgens
de lokale wet- en regelgeving.
Waarschuwing
Personen mogen de plaats van de opstel-
ling niet betreden als de omgeving explo-
sief is.
Waarschuwing
Het moet mogelijk zijn om de hoofdscha-
kelaar in positie 0 te vergrendelen.
Type en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
Waarschuwing
Als de pomp is geïnstalleerd, moet er ten
minste 3 m vrije kabel beschikbaar zijn
boven het maximale vloeistofniveau.
Uit veiligheidsoverwegingen moet op de werkzaam-
heden in putten toezicht worden gehouden door een
persoon buiten de pompput.
Wij adviseren u alle onderhouds- en ser-
N.B.
vicewerkzaamheden uit te voeren wanneer
de pomp buiten de put is geplaatst.
Putten voor dompelbare riool- en afvalwaterpompen
kunnen rioolwater of afvalwater met giftige en/of
ziekteverwekkende stoffen bevatten. Daarom moe-
ten alle betrokken personen geschikte bescher-
mende uitrusting en kleding dragen, en moeten alle
werkzaamheden aan en nabij de pomp worden uitge-
voerd met strikte inachtneming van de geldende
hygiënerichtlijnen.
Waarschuwing
Zorg ervoor dat de hijsbeugel goed is
bevestigd voordat de pomp wordt opgehe-
sen. Draai zo nodig vast. Onzorgvuldig-
heid tijdens tillen of transport kan persoon-
lijk letsel of schade aan de pomp
veroorzaken.
326
6.1 Explosiegevaarlijke omgevingen
Gebruik explosieveilige pompen in omgevingen met
mogelijk explosiegevaar.
Waarschuwing
De pompen mogen onder geen beding ont-
vlambare of brandbare vloeistoffen ver-
pompen.
Waarschuwing
De explosieveilige classificatie van de
pompen is CE Ex II 2 G, Ex d IIB T4 X. De
classificatie ter plekke van de opstelling
moet in elk individueel geval goedgekeurd
worden door de lokale brandweer.
Speciale voorwaarden voor een veilig
gebruik van de SL1 en SLV explosieveilige
pompen:
1. Vervangende bouten moeten klasse
A2-70 of beter zijn, conform EN/ISO
3506-1.
2. Het niveau van de verpompte vloeistof
moet worden geregeld door twee stop
niveausensoren die zijn aangesloten
op het regelcircuit van de motor. Het
minimum niveau is afhankelijk van het
soort opstelling en wordt opgegeven in
deze installatie- en bedieningsinstruc-
ties.
3. Zorg ervoor dat de vaste kabel de
juiste mechanische bescherming heeft
en eindigt in een geschikt klemmen-
bord dat buiten de mogelijk explosiege-
vaarlijke omgeving is geplaatst.
4. De thermische beveiliging in de stator-
wikkelingen heeft een nominale scha-
keltemperatuur van 150 °C die garan-
deert dat de voedingsspanning wordt
uitgeschakeld; de voedingsspanning
moet handmatig gereset worden.