16
Signalering alarmen en storingen
PROBLEEM
ALARMSIGNALERING MOGELIJKE OORZAAK
LED POWER
LED POWER
De poort wordt niet
geopend of niet ge-
sloten.
knipperlicht
De procedure van de
lering wordt niet vol-
tooid.
De
radiobediening
heeft weinig bereik
en werkt niet wanne-
er de automatisering
in beweging is.
Het
knipperlicht
werkt niet.
De controlelamp van
'poort geopend' werkt
niet.
De poort voert het
gewenste manoeuvre
niet uit.
OPMERKING
17
Mechanische deblokkering (enkel voor H70/104AC)
zoals is aanegduid in de handleiding voor het gebruik en het onderhoud
start de regeleenheid een manoeuvre van opening in de modus van terugwinning
positie (zie hoofdstuk 18). De inschakeling van een van de twee eindschakelaars
staat de onmiddellijke recuperatie van de positie toe.
18
Modus terugwinning positie
achter elkaar in dezelfde positie een hindernis gedetecteerd te hebben (met
een manoeuvre in de modus positieterugwinning.
De manoeuvre voor positieterugwinning gebeurt aan lage snelheid. Het
knipperlicht wordt geactiveerd met een andere sequentie dan de normale
uit
Geen stroomtoevoer.
uit
Verbrande zekeringen.
Zekering F2 losgekomen of bescha-
digd. De accessoires zijn niet gevoed.
De toets TEST werd onterecht inge-
drukt.
De veiligheden zijn in alarm gesteld.
De radiotransmissie wordt belem-
merd door metalen structuren of
muren van gewapend beton.
Batterijen leeg.
Lampje / LED verbrand of draden
knipperlicht losgekoppeld.
Lampje verbrand of draden losgekop-
peld.
Draden motor omgekeerd.
INGREEP
Controleer de stroomkabel.
Vervang de zekering. Er wordt aanbevolen om
de zekeringen enkel te verwijderen en opnieuw
te plaatsen wanneer de netspanning is uitge-
schakeld.
waar ze.
Plaats de zekering F2 weer correct of vervang
hem.
Herhaal de procedure van de lering.
Druk op de toets TEST en controleer de veili-
gheid/en die in alarm is/zijn en de respectieve-
lijke aansluitingen van de veiligheden.
Installeer de poortvleugelsnne.
Vervang de batterijen van de radiobediening.
Controleer het LED circuit en/of de draden.
Controleer het lampje en/of de draden.
Keer de twee draden op de klemmen X-Y-Z of
Z-Y-X om.
-
221