3. BEDIENING
Water pompen bij automatische werking [ afb. O1 /O2 ]:
De pomp moet altijd met het meegeleverde touw in de bron resp.
in het waterreservoir ondergedompeld worden. Om de pomp te kunnen
laten aanzuigen moet de pomp ten minste 12 cm diep ondergedompeld
zijn. Om te voorkomen dat de filter vervuild raakt moet de pomp 30 cm
boven de bodem bevestigd worden.
3
1. Bevestigingstouw
aan het oog
2. Pomp met het bevestigingstouw
onderdompelen.
3
3. Bevestigingstouw
vastzetten.
4. Bij diepe bronnen of putten (vanaf ca. 5 m) de aansluitkabel
klemmen aan het bevestigingstouw
5. Netstekker van de aansluitkabel
De pomp start 3 sec. nadat de aansluitkabel wordt ingestoken.
De pomp is dan klaar voor gebruik.
Automatische werking:
De pomp pompt en schakelt automatisch uit, zodra er geen water meer
wordt aangezogen. De druk blijft vanwege de terugslagklep zo lang
in de slang behouden tot via de slang water getapt wordt. Wanneer via
de slang water wordt getapt (de druk in de slang daalt onder 2,6 bar)
schakelt de pomp automatisch in.
Droogloopbeveiliging (doorvoercontrole):
De pomp schakelt bij wegblijven van de doorvoervloeistof automatisch
uit. De pomp draait in een cyclus van 30 sec. aan – 5 sec. uit (4x). Na 1
uur, na 5 uur, na 24 uur, na 24 uur ... wordt deze cyclus herhaald.
Zodra de pomp weer ten minste 12 cm in het water is ondergedompeld,
is de pomp weer klaar voor gebruik.
Doorvoercontrole:
De doorvoercontrole schakelt de pomp uit, zodra er geen water meer
wordt getapt. Bij lekkage aan de drukkant (bijv. bij een lekke drukslang
of waterkraan) schakelt de pomp met korte tussenpozen in en uit.
Wanneer de pomp vaker dan 7 x in 2 minuten (bij een lekkage < 6 l / h)
in- en uitschakelt, schakelt de pomp helemaal uit. Wanneer de lekkage
aan de drukkant is verholpen, moet de pompstekker uit- en weer ingesto-
ken worden om hem weer klaar voor gebruik te maken.
Terugslagklep:
De geïntegreerde terugslagklep sluit, wanneer er geen water meer getapt
wordt.
Thermoveiligheidsschakelaar:
Bij overbelasting wordt de pomp via een ingebouwde thermische motor-
beveiliging uitgeschakeld. Na voldoende afkoeling van de motor is de
pomp weer klaar voor gebruik.
4. OPBERGEN
Buitenbedrijfstelling:
v Bij vorstgevaar de pomp op een vorstvrije plaats opbergen.
Afvoeren:
(conform RL2012/19/EU)
Het product mag niet met het normale huishoudelijke afval
worden afgevoerd. Het moet volgens de geldende lokale
milieuvoorschriften worden afgevoerd.
BELANGRIJK!
v Voor het product via uw plaatselijke recyclinginstantie af.
5. ONDERHOUD
Inloopzeef en zuigvoet reinigen [ afb. M1 ]:
GEVAAR! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar voor letsel door elektrische stroom.
v Voor het onderhoud moet de dompeldrukopvoerpomp van
het elektriciteitsnet gescheiden worden.
1. De 8 schroeven
6
met een schroevendraaier losdraaien.
7
2. Zuigvoet
van de pomp afnemen.
1476-20.960.08 Short A4.indd 13
4
vastbinden.
3
in de bron resp. het waterreservoir
5
met
3
geleiden.
5
in het stopcontact steken.
3. Inloopzeef
8
en afstandsring
9
4. Zuigvoet
7
, inloopzeef
8
en afstandsring
9
5. Afstandsring
zo op de pomp steken, dat het uitstekende deel
de schroefdraad van de pomp steekt.
6. Inloopzeef
8
op de pomp steken.
7
7. Zuigvoet
op de pomp steken en de 8 schroeven
Een beschadigde turbine mag om veiligheidsredenen alleen door
de GARDENAservice vervangen worden.
6. STORINGEN VERHELPEN
GEVAAR! Elektrische schok!
Er bestaat gevaar voor letsel door elektrische stroom.
v Voor het verhelpen van storingen moet de dompeldrukopvoer
pomp van het elektriciteits net gescheiden worden.
Probleem
Mogelijke oorzaak
De pomp transporteert geen
Lucht kan niet ontwijken
water
omdat drukslang gesloten is.
Luchtbel in zuigvoet.
Inloopzeef of zuigvoet verstopt. v Stekker uit het stopcontact
Pomp oververhit:
Thermische
veiligheidsschakelaar
heeft de pomp wegens
oververhitting uitgeschakeld.
Watertekort:
Droogloopbeveiliging heeft
de pomp vanwege te laag
waterpeil uitgeschakeld.
Lekkage aan de drukkant:
Doorvoercontrole heeft
de pomp afgeschakeld
(Doorvoer < 6 l / h).
Stroomvoorziening
onderbroken.
Terugslagklep zit klem.
Doorvoercapaciteit wordt
Inloopzeef of zuigvoet verstopt. v Stekker uit het stopcontact
plotseling minder
Watertekort:
Droogloopbeveiliging heeft
de pomp vanwege te laag
waterpeil uitgeschakeld.
AANWIJZING: Wend u zich bij andere storingen tot uw GARDENA servicecenter.
Reparaties mogen alleen door de GARDENA servicecenters en door speciaalza-
ken worden uitgevoerd, die door GARDENA zijn goedgekeurd.
7. TECHNISCHE GEGEVENS
Dompel-drukopvoerpomp
Eenheid
Waarde (art. 1476)
Nominaal vermogen
W
1050
Max. doorvoercapaciteit
l/h
6000
Max. druk
bar
4,5
(= uitschakeldruk)
Max. opvoerhoogte
m
45
Inschakeldruk
bar
2,6 ± 0,2
Max. dompeldiepte
m
12
Aansluitkabel
m
15 H07RN-F
Pompaansluiting
mm
33,3 (G 1" binnendraad)
van de pomp afnemen.
9
reinigen.
0
6
indraaien.
Oplossing
v Drukslang openen (bijv.
geknikte drukslang).
v Netkabel uittrekken
en insteken.
trekken, inloopzeef
en zuigvoet reinigen
(zie 5. ONDERHOUD).
v Netstekker uit het stop -
contact trekken, inloopzeef
en zuigvoet reinigen
(zie 5. ONDERHOUD).
Max. temperatuur van de door-
voervloeistof (35 °C) in acht
nemen.
De pomp is alleen gereed voor
gebruik, wanneer hij ten minste
12 cm diep ondergedompeld is.
v Pomp ten minste 12 cm in
het water onderdompelen.
v Drukslang en alle verbruikers
aan de drukkant op dichtheid
controleren. Pompstekker
uittrekken en insteken.
v Zekeringen en elektrische
insteekverbindingen
controleren.
v Afvoerbereik met helder
water doorspoelen en terug-
slagklep goed lopend maken.
trekken, inloopzeef
en zuigvoet reinigen
(zie 5. ONDERHOUD).
De pomp is alleen gereed voor
gebruik, wanneer hij ten minste
12 cm diep ondergedompeld is.
v Pomp ten minste 12 cm in
het water onderdompelen.
16.04.18 18:59
in
13