Inschakelen
– Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt
u kort op de toets 17 (op het bedieningsveld 1).
Na het inschakelen brandt de LED 5 en in het display
2 worden gedurende ca. 3 seconden een startindica-
tie met de naam van de fabrikant en extra informatie
(voor zover ingevoerd, zie „Submenu „OWNER
DATA"", pagina 104) weergegeven.
Als u de toets 17 indrukt en vasthoudt, blijft de startin-
dicatie zichtbaar tot u de toets weer loslaat.
Na de startindicatie wordt de standaardindicatie van
het meetgereedschap (zie „Standaardindicatie pijpla-
ser", pagina 100) weergegeven.
Het meetgereedschap begint meteen na het inscha-
kelen met automatisch waterpassen. Tijdens het
waterpassen knipperen de laserstraal en het symbool
voor de lasercapaciteit.
Opmerking: Wacht de duur van het automatisch
waterpassen af (ca. 60 seconden) voordat u met het
menu gegevens invoert.
Het meetgereedschap is waterpas zodra de laser-
straal en het symbool voor de lasercapaciteit continu
zichtbaar zijn.
Standaardindicatie pijplaser
Tijdens het gebruik wordt de standaardindicatie weer-
gegeven.
6
00.000
+
Symbool
Betekenis
6
geeft de lasercapaciteit (1 t/m 9)
aan;
knippert tijdens het waterpassen
geeft aan dat de dwarsas water-
pas is.
geeft de oplaadtoestand van de
batterijen of accu's aan
00.000
geeft de actuele instelling voor
+
de helling van het meetgereed-
schap aan
Instellingen voor helling en dwar-
suitrichting mogelijk resp.
geblokkeerd
geeft de actuele instelling voor
de dwarsuitrichting van het
meetgereedschap aan;
Pijlsymbool wijst in richting van
laserstraal
100 | Nederlands
Uitschakelen
Laat het ingeschakelde meetgereedschap
niet onbeheerd achter en schakel het meet-
gereedschap na gebruik uit. Andere personen
kunnen door de laserstraal verblind worden.
– Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen,
drukt u weer kort op de toets 17 (op het bedie-
ningsveld 1).
De LED 5 dooft.
Standbyfunctie
Tijdens stand-by wordt het energieverbruik van het
meetgereedschap verlaagd doordat het display en de
laserstraal uitgeschakeld worden. De instellingen
(zoals lasercapaciteit en helling) blijven ondertussen
bewaard.
Opmerking: De stand-bymodus kan alleen via de
afstandsbediening (op het bedieningsveld 16) geacti-
veerd en gedeactiveerd worden.
– Houd voor het activeren of deactiveren van de
stand-bymodus de toets 17 ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de toets 21.
Ingebruikneming afstandsbediening
In- en uitschakelen
– Als u de afstandsbediening wilt inschakelen, drukt
u kort op de toets 17 (op het bedieningsveld 16).
Na het inschakelen wordt in het display 15 gedurende
enkele seconden een startindicatie met de naam van
de fabrikant weergegeven.
Na de startindicatie wordt de standaardindicatie van
de
afstandsbediening
afstandsbediening", pagina 100) weergegeven.
De afstandsbediening wordt na korte tijd automatisch
uitgeschakeld wanneer deze niet bediend wordt.
Opmerking: Als u de toets 17 langer dan
2 seconden ingedrukt houdt, wordt de verlichting van
het display 2 uitgeschakeld.
Standaardindicatie afstandsbediening
Tijdens het gebruik wordt de standaardindicatie weer-
gegeven.
+
00.000
+
00.000
(zie
„Standaardindicatie
2 610 A13 727 • 13.10.10