Algemene Omschrijving - Grundfos S1 Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 50
INHOUD
1.

Algemene omschrijving

1.1
Toepassingen
1.2
Bedrijfsomstandigheden
1.3
Geluidsniveau
1.4
Type sleutel
1.5
Verklaring typeplaat gegevens
2.
Veiligheid
3.
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
5.
6.
6.1
7.
7.1
7.2
7.3
7.4
8.
9.
Alvorens met de installatieprocedure te beginnen,
dient u deze installatie- en bedieningsinstructies
zorgvuldig te bestuderen. De installatie en bediening
dienen bovendien volgens de in Nederland/België
geldende voorschriften en regels van goed vakman-
schap plaats te vinden.
1. Algemene omschrijving
Dit boekje bevat instructies voor installatie, bedrijf en onderhoud
van Grundfos onderwater afvalwaterpompen, type S1 en SV,
welke zijn uitgerust met motoren van 1,65 tot 5 kW.
Deze instructies bevatten ook specifieke informatie over explosie-
veilige pompen.
1.1 Toepassingen
De S1 en SV pompen zijn ontworpen voor het verpompen van
afvalwater voor een groot aantal toepassingen bij gemeenten,
industrie en huishoudens.
De pompen zijn geschikt voor ondergedompelde of droog opge-
stelde installatie.
Maximale kogeldoorlaat: 80 mm of 100 mm.
1.1.1 Omgeving met explosiegevaar
In omgevingen met mogelijk explosiegevaar, moeten explosie-
veilige S1 en SV pompen worden toegepast. Zie hoofdstukken
1.5.1 Ex certificatie en classificatie en 7.3 Explosie-veilige S1 en
SV pompen.
Opm.: De bevoegde instanties dienen per geval vast te stellen of
de explosieclassificatie van de pomp - Ex dIIB T3 of Ex dIIB T4 -
voor de applicatie toereikend is.
Opm.: Alleen pompen die als EXd IIB T3 geclassificeerd zijn
mogen met een frequentie-omvormer worden gebruikt. De maxi-
male frequentie is 60 Hz, maar de waarde van P1 die op het type-
plaatje staat vermeld mag niet worden overschreden.
1.2 Bedrijfsomstandigheden
Pagina
1.2.1 pH-waarde
83
Alle pompen zijn geschikt voor het pompen van vloeistoffen met
83
een pH-waarde tussen 4 en 10.
83
1.2.2 Mediumtemperatuur
83
0°C tot +40°C.
84
85
1.2.3 Omgevingstemperatuur
85
-20°C tot +40°C.
86
1.2.4 Soortelijke massa en viscositeit van te verpompen
86
vloeistof
Maximale soortelijke massa: 1000 kg/m
87
87
Maximale kinematische viscositeit: 1 mm
87
Opm.: Als er een vloeistof verpompt dient te worden met een
87
hogere soortelijke massa en/of viscositeit als de waarden die
88
hierboven aangegeven worden,dient men het motorvermogen
88
aan te passen.
88
1.2.5 Niveau van de vloeistof
89
Bij een pomp, die toegepast wordt voor ondergedompelde opstel-
89
ling, dient het laagste niveau zich altijd boven het pomphuis te
89
bevinden.
90
Het pomphuis moet altijd gevuld zijn met de te
90
verpompen vloeistof.
91
Er moet een extra niveauschakelaar worden geïnstal-
91
leerd om er zeker van te zijn dat de pomp wordt
92
gestopt als de stopniveauschakelaar niet werkt.
92
Om een goede koeling van de motoren te garanderen bij bedrijf,
moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Installatietype S:
De motor moet altijd ondergedompeld zijn in de te verpompen
vloeistof.
Installatietype C:
Geen speciale eisen (i.v.m. koelmantel).
Installatietype D:
Geen speciale eisen.
1.2.6 Bedrijf
De pompen zijn ontworpen voor continu bedrijf. Bij intermitterend
bedrijf mag de pomp maximaal 25 keer per uur starten.
1.2.7 Beschermingsklasse
IEC IP 68. De pompen zijn gegarandeerd volgens deze bescher-
mingsklasse tot een diepte van 20 meter, onder normale bedrijfs-
omstandigheden.
1.3 Geluidsniveau
Binnen de grenzen als vermeld in de Richtlijn van de Raad inzake
de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten
betreffende machines (98/97/EG).
3
.
2
/s (1 cSt).
83

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Sv serie

Tabla de contenido