27 - Meetproces
Let op
Hygiëne
• Zorg voor een goede hygiëne overeenkomstig het onderhoudsschema.
Let op
Meetfouten
•
Het gebruik van andere componenten dan de componenten die met het product worden meegeleverd, kan
leiden tot meetfouten, omdat alternatieve transformatoren en kabels (bijvoorbeeld) de emissie van
elektromagnetische interferentie kunnen vergroten of de elektromagnetische immuniteit kunnen
verminderen. Gebruik daarom alleen accessoires van Welch Allyn.
•
Hoewel de ABPM 7100 voldoet aan alle EMC-normen, mag u het apparaat desalniettemin niet blootstellen
aan sterke elektromagnetische velden, omdat dit storingen buiten de toleranties van het apparaat kan
veroorzaken. Zorg er daarom voor dat de ABPM 7100 zich ten minste 30 cm (12 inch) van draagbare
radiocommunicatieapparatuur bevindt.
•
Voor medische elektrische apparatuur zijn speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de EMC
vereist. U dient daarom de bijgevoegde richtlijnen na te leven.
•
De manchetslang tussen de ABPM 7100 en de manchet mag niet worden geknoopt, samen worden
geknepen of uit elkaar worden getrokken.
•
De manchetaansluiting moet altijd met een hoorbare "KLIK" worden uitgevoerd. Een loszittende verbinding
tussen de slang en het apparaat leidt tot meetfouten.
•
Opmerking
Ernstige defecten worden door een permanent geluidssignaal aangegeven.
•
Als het apparaat een permanent piepsignaal afgeeft, dient u het uit te schakelen,
de manchet te verwijderen en de arts te informeren.
•
Overhandig het gegevensblad "Patiëntinformatie – werking van de the ABPM 7100"
aan elke patiënt. Het gegevensblad is als kopieervoorbeeld bijgevoegd.
•
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan medische elektrische
apparatuur beïnvloeden.
•
Extreme temperaturen, vocht of luchtdruk kunnen de meetnauwkeurigheid
beïnvloeden. Houd de bedrijfscondities daarom in de gaten.
•
Er
bestaan
momenteel
referentiemethoden over de toepassing van polsgolfanalyse bij kinderen.
•
De analyse van de impulsgolven biedt een aanvullende indicatie voor mogelijke
risico's, maar is niet toelaatbaar als een toereikende indicator voor individuele
aandoeningen of als therapie-aanbeveling.
•
Externe verstoringen zoals bewegingen van de meetarm, lichaamsbeweging of
bijvoorbeeld het besturen van een auto of het gebruik van het openbaar vervoer
tijdens de meting kunnen leiden tot zogenaamde bewegingsartefacten of onjuiste
metingen. Daarom moet het protocol dat de patiënt bijhoudt, worden bekeken en in
de evaluatie worden opgenomen om de meetresultaten te evalueren.
•
Er kan een interne reboot optreden. Daarbij start het apparaat met de laatst
gebruikte bedrijfstoestand.
Dit kan worden veroorzaakt door interne of externe invloeden, zoals elektrostatische
ontladingen van kleding of omdat de interne geheugenbatterij leeg is. Als de batterij
voor het interne geheugen leeg is, treedt deze fout op wanneer de externe batterij
wordt vervangen. Neem daarom contact op met uw dealer.
Initiële meting
Opmerking
Om een nieuw meetverslag te kunnen starten, is eerst een initiële meting vereist. Een arts
dient te controleren of de initiële meting aannemelijk is!
geen
klinische
studies
in
vergelijking
met
24-uurs meting
1. Zorg voor een voldoende opgeladen batterij. Minimaal 2,6 volt voor NiMH-batterijen en minimaal 3,10 volt voor
alkaline batterijen!
2. De arts moet deze instructies voor de 24-uurs meting samen met de patiënt doorlopen.
3. De arts dient de mogelijke gevaren op basis van de bovenstaande waarschuwingen in detail uit te leggen!
4. Zorg ervoor dat de patiënt alle functies en waarneembare opties heeft begrepen!
Veiligheid:
Volg tijdens de volgende stappen voor uw eigen veiligheid de veiligheidsinstructies van het
begin van dit hoofdstuk en het functie-overzicht.
Het uitvoeren van een meting
1. Om de meting te starten, drukt u op de START-knop.
•
Het aantal opgeslagen metingen wordt op het LCD-scherm weergegeven.
•
Een piepsignaal geeft de aankomende meting aan.
•
De handmatige meting start.
2. De patiënt moet tijdens de meting rustig zijn, totdat de meting is voltooid. Laat uw arm losjes hangen of plaats
uw onderarm losjes op de tafel of een steun terwijl uw zit. Beweeg niet!
3. Arts: controleer of de waarden van de eerste meting aannemelijk zijn, zodat alle volgende automatische
metingen correct kunnen worden verwerkt en een juiste manchetpositie is gewaarborgd.
4. Ingeval van een foutieve meting, dient u de instructies in de onderdelen Voorbereidingen voor de meting en
Problemen oplossen te volgen.
Een meting afbreken
Een meting wordt afgebroken als tijdens de meting een willekeurige knop wordt ingedrukt. Op het LCD-scherm
verschijnt dan de melding -StoP- en de ABPM 7100 zal 5 keer een piepsignaal afgeven. De annulering wordt
opgeslagen in de meetwaardetabel onder de optie Cancel.
Na het afbreken wordt na 3 minuten een meting hervat.
Mislukte meting
1. Als op het scherm foutmeldingen verschijnen, dient u de juiste procedure tijdens de installatie en plaatsing van
het apparaat na te gaan.
2. Laat de patiënt pas na een succesvolle handmatige meting gaan!
Leg de situatie aan de patiënt uit!
3. Herhaal de meting.
4. Als de foutmeldingen op het scherm blijven staan, dient u het initiële bedrijfsproces te herhalen.
5. Zie voor aanvullende maatregelen voor het oplossen van fouten het onderdeel Fouten oplossen.
•
Opmerking
Ernstige defecten worden door een permanent geluidssignaal aangegeven.
•
Als het apparaat een permanent piepsignaal afgeeft, dient u het uit te schakelen, de
manchet te verwijderen en de arts te informeren.
Meetproces - 28