| GEBRUIKSAANWIJZING
proGAV 2.0
Het proGAV 2.0 Adjustment Instrument wordt
gecentreerd over het ventiel gezet. Met behulp
van de wijsvinger kunt u het ventiel over de
uitsparing in het midden van het instrument
heel goed voelen, om het instrument correct te
plaatsen (Afb. 13). Daarbij moet het gewenste
drukniveau op de schaal in de richting van de
ventielinlaat dan wel van de Ventricular Cathe-
ter wijzen.
Afb. 13: Instelling met het
proGAV 2.0 Adjustment Instrument
Door lichte druk met de wijsvinger op de instel-
eenheid wordt de rotorrem gelost en wordt
het drukniveau van de proGAV 2.0 veranderd
(Afb. 14).
Afb. 14: Instelling met het
proGAV 2.0 Adjustment Instrument
118
De differentiaaldrukeenheid van de proGAV
2.0 is voorzien van een feedbackmechanisme.
Wanneer gerichte druk op het ventiel wordt uit-
geoefend, wordt, door de aard van de ventiel-
behuizing, een akoestisch signaal (een klikge-
luid) hoorbaar of wordt een weerstand voelbaar
zodra de rotorrem wordt vrijgegeven. Het ven-
tiel geeft ook akoestisch dan wel haptisch aan
wanneer de druk volstaat voor een ontkoppe-
ling. Wordt deze druk daarna weer losgelaten,
dan is de rotor weer instelveilig. Hoewel het klik-
geluid tijdens het lossen van de rotorrem vóór
de implantatie altijd goed te horen is, kan het
geluid na het implanteren en vullen van het ven-
tiel aanzienlijk gedempt zijn, afhankelijk van de
positie en de aard van de implantaatomgeving.
Meestal moet het klikgeluid echter door de pati-
ënt zelf of met een stethoscoop hoorbaar zijn.
Na het instellen van de openingsdruk van het
ventiel is het raadzaam een controle van het
ingestelde drukniveau uit te voeren. Ga daartoe
te werk zoals in punt 1 en 2 beschreven. Als de
gemeten waarden niet overeenkomen met het
gewenste drukniveau, herhaal dan de instelpro-
cedure. Begin daartoe weer bij punt 3.
proGAV Checkmate
De proGAV Checkmate (Afb. 15) wordt ste-
riel geleverd en kan opnieuw worden gesteri-
liseerd. Met de proGAV Checkmate kan vóór
en tijdens de implantatie van het ventiel een
wijziging en controle van het drukniveau direct
aan de proGAV 2.0 worden uitgevoerd. Om
het drukniveau te bepalen, wordt de proGAV
Checkmate centraal op de proGAV 2.0 gezet.
De proGAV Checkmate lijnt zich automatisch
uit op het ventiel. Het drukniveau kan in de rich-
ting van de proximale (naar het ventiel leidende)
katheter worden afgelezen. Om het drukniveau
in te stellen, wordt de proGAV Checkmate cen-
traal op de proGAV 2.0 gezet. Daarbij moet
het gewenste drukniveau in de richting van de
proximale (naar het ventiel leidende) katheter
wijzen. Door lichte druk met de proGAV Check-
mate op het ventiel wordt de rotorrem in de
proGAV 2.0 gelost en wordt het drukniveau
ingesteld.
proGAV
®
2.0 XABO
®