Metabo HC 260 C Manual Original página 33

- Mogelijkheid 1: zie afb. W: het instelkaliber
voor het schaafmes zoals weergegeven op de
messenas (7) plaatsen. De schaafmessen (b)
moeten precies zo ver uitsteken dat ze het
instelkaliber raken.
De controle moet aan beide schaafmessen en
aan beide zijden van de messenas worden
uitgevoerd.
- Mogelijkheid 2: zie afb. X: met een aluminium
liniaal (e) (deze methode is nauwkeuriger dan
de methode met het instelkaliber (d)).
- De aluminium liniaal (e) zoals weergegeven op
de afvoertafel (1) en de messenas (7) leggen.
- De messenas zoals weergegeven in afb. X
met de hand één omwenteling verder draaien.
- De messen zijn juist afgesteld als de alumi-
nium liniaal door de draaibeweging tussen de
4 en 6 mm verder wordt verplaatst.
Deze controle moet aan beide zijden van de
messenas worden uitgevoerd.
11.Om het uitsteken van de messen juist in te
stellen moeten de stelbouten in de aandrukstrip
van het schaafmessen met een 3 mm inbus-
sleutel worden ingesteld.
12.Zie afb. Y: voor het vastschroeven draait u de
vier inbusbouten van de aandrukstrip van de
schaafmessen (a) er helemaal uit. Om interne
spanningen in de aandrukstrip van het
schaafmes te voorkomen moet u beginnen met
de middelste schroef. Vervolgens de
schroeven stapsgewijs naar buiten toe vast-
draaien.
Gevaar!
– Verleng het gereedschap voor het vast-
schroeven niet.
– Draai de schroeven niet vast door op het
gereedschap te slaan.
13.Het messenas-afdekprofiel (22) in de uitgangs-
positie zetten.
14.Breng de aanslag (6) weer aan.
11.2 Verplaatsingsaandrijving onder-
houden
(Aan de zijde van de aanslag (6)).
1. de stekker uit het stopcontact trekken;
2. Twee moeren van de aandrijvingsafdekking los
draaien en de aandrijvingsafdekking verwij-
deren.
3. Houtstof en spaanders met behulp van een
spaanderafzuiginstallatie of met een kwast
verwijderen.
4. Zie afb. Z: rollenketting en lagers van de assen
en assen (pijl) met onderhouds- en conserve-
ringsspray licht besproeien (geen olie
gebruiken!).
5. Aandrijvingsafdekking terug plaatsen en vast-
schroeven met beide moeren.
11.3 Hoofdaandrijfsnaren spannen
(Aan de zijde van de aan-/uit-schakelaar (20)).
Zie afb. AA:
1. de stekker uit het stopcontact trekken;
2. de moer van de snaarafdekking losdraaien en
snaarafdekking (a) verwijderen.
3. de snaarspanning met de duim controleren. De
hoofdaandrijfsnaar (b) mag daarbij maximaal
10 mm kunnen worden ingedrukt.
Als de hoofdaandrijfsnaar opnieuw moet
worden gespannen:
4. De vier bouten voor de motorbevestiging (c)
één omwenteling losdraaien.
5. Druk de motor naar beneden zodat de snaren
worden gespannen.
6. Als de snaarspanning correct is, de bouten van
de motorbevestiging (c) weer kruislings vast-
draaien.
7. Indien nodig houtstof en spaanders met behulp
van de spaanderafzuiginstallatie of met een
kwast verwijderen.
8. Snarenafdekking terug plaatsen en met de
moer vastdraaien.
11.4 De machine reinigen en onderhou-
den
1. de stekker uit het stopcontact trekken;
2. Houtstof en spaanders met behulp van de
spaanderafzuiginstallatie of met een kwast
verwijderen.
- Messenas;
- Hoogte-instelling voor het afdekprofiel van de
messenas;
- Hoogte-instelling voor de vandiktetafel;
- Verplaatsingsaandrijving.
3. Componenten met onderhouds- en conserve-
ringsspray gering besproeien (geen olie
gebruiken!):
- Hoogte-instelling voor de vandiktetafel;
- Hoogte-instelling voor het afdekprofiel van de
messenas.
4. Aanvoertafel, afvoertafel en vandiktetafel voor-
zien van een dunne laag glijwas.
11.5 De machine transporteren
Opgelet!
Niet aan de aanvoer- of afvoertafel dragen!
De machine kan door één persoon getranspor-
teerd worden. De machine moet hiervoor met
behulp van de transporthandgrepen (16) worden
gekanteld zodat de machine op de transportwielen
(19) staat en op de transportwielen kan wegrollen.
11.6 Machine opbergen
Gevaar!
1. de stekker uit het stopcontact trekken;
2. Bewaar de machine altijd zo,
- dat ze niet toevallig door onbevoegden
aangezet kan worden en
- dat niemand zich aan de stilstaande
machine kan verwonden.
Opgelet!
Bewaar de machine niet onbeschermd op in
open lucht of in een vochtige omgeving.
11.7 Onderhoudsschema
De hier vermelde controles en werkzaamheden
zijn nodig voor het behoud van de veiligheid! Als er
aan één van de machineonderdelen een probleem
vastgesteld wordt, mag de machine niet worden
gebruikt, totdat deze problemen vakkundig zijn
verholpen!
Voor het begin van de werkzaamheden
Terugslagbevei- Controleren:
liging (4)
– De beweeglijkheid
van de grijpers
(deze moeten
vanzelf terugvallen)
– Punten van de
grijpers
(niet afgerond)
Schaafmes Controleren:
– Stevige bevestiging
– Scherpte
– Algemene toestand
(geen scheuren
etc.)
Binnenkant van Verwijderen:
de machine
– Houtspaander
– Houtstof
Stangen met
schroefdraad
(hoogte-instel-
ling)
Afzuigaanslui-
ting voor de
spaanders (als
zonder
afzuigsysteem
wordt gewerkt)
Afvoerrol Controleren:
– Coating
onbeschadigd?
– Werkstukken
worden zonder
problemen
getransporteerd?
Aan- en afvoer- – Een dun laagje
glijwas aanbrengen.
tafel
1 x per maand (bij dagelijks gebruik)
Stangen met Geleidingselementen
schroefdraad lichtjes met onder-
(hoogte-instel- houds- en conserve-
ling) ringsspray besproeien
(geen olie gebruiken!)
Aan- en afvoer- Instelling controleren
tafel en eventueel bijstellen
Kabel Op beschadigingen
controleren, indien
nodig door een elektri-
cien laten vervangen.
12. Problemen en storingen
Gevaar!
Alvorens een storing te verhelpen, moet u:
1. de machine uitschakelen;
2. wachten totdat de messenas stilstaat.
3. de stekker uit het stopcontact trekken;
Gevaar van snijwonden door aanraken
van de roterende messenas!
Een onbedoeld starten van de machine kan tot
zwaar letsel leiden.
Gevaar voor brandwonden!
Kort na de werkzaamheden kunnen
schaafmessen heet zijn - laat de machine
eerst afkoelen alvorens storingen te
verhelpen.
Gevaar!
Telkens na het verhelpen van een
storing: de machine in werking stellen en altijd
eerst de correcte werking van alle veiligheids-
voorzieningen controleren.
NEDERLANDS nl
33