CoriolisMaster FCB400, FCH400 CORIOLIS MASSA DEBIETMETER | CI/FCB400/FCH400-X1 REV. K
Houders en ondersteuningsmiddelen
Bij reglementaire toepassing en montage van het apparaat zijn
geen speciale ondersteunings- of dempingsmiddelen nodig voor
het apparaat.
In installaties die volgens de "Best Practice" zijn uitgevoerd,
worden de krachten die op het apparaat worden uitgeoefend, al
voldoende opgevangen. Dit geldt ook voor het in serie of parallel
inbouwen van de apparaten.
Bij zwaardere apparaten adviseren wij u om op de inbouwlocatie
te voorzien in extra ondersteuningsmiddelen / houders. Hierdoor
wordt een beschadiging van de procesaansluitingen en
buisleidingen door dwarskrachten voorkomen.
Neem de volgende punten in acht:
•
Monteer twee steunen of ophangingen symmetrisch in de
directe omgeving van de procesaansluitingen.
•
Geen steunen of ophangingen aan de behuizing van de
debiet-meetwaardeopnemer bevestigen.
Aanwijzing
Bij een hogere belasting door vibraties zoals bijvoorbeeld op
schepen wordt gebruik van de marine-uitvoering "CL1"
aanbevolen.
Toevoertraject
De meetwaardeopnemer heeft geen toevoertraject nodig.
De apparaten kunnen direct voor / na bochtstukken, kleppen of
andere componenten worden ingebouwd, voor zover door deze
componenten geen cavitatie wordt veroorzaakt.
Inbouwpositie
De debietmeter werkt in alle inbouwposities.
Afhankelijk van het meetmedium (vloeistof, gas) en de
meetmediumtemperatuur hebben bepaalde inbouwposities de
voorkeur. Neem hiertoe de volgende voorbeelden in acht!
In de gewenste inbouwrichting wordt de detector in de
pijlrichting doorstroomd. Het debiet wordt dan positief
aangegeven.
De aangegeven meetnauwkeurigheid wordt alleen in de
gekalibreerde doorstroomrichting bereikt (bij aanvoerkalibratie
alleen in de pijlrichting, bij de optionele aanvoer- en
retourkalibratie in beide doorstroomrichtingen).
Vloeibare meetmedia
Neem de volgende punten in acht om meetfouten te voorkomen:
•
De meetbuizen moeten altijd volledig met het
meetmedium gevuld zijn.
•
De in het meetmedium opgeloste gassen mogen niet
uitgassen. Om dit te garanderen wordt een minimale
tegendruk van 0,2 bar (2,9 psi) aanbevolen.
•
De dampdruk van het medium mag bij onderdruk in de
meetbuis of bij vloeistoffen met een laag kookpunt niet
worden onderschreden.
•
Tijdens het gebruik mogen geen faseovergangen in het
meetmedium plaatsvinden.
Verticale inbouw
1 Voorraadcontainer
2 Meetwaardeopnemer
3 Buisversmalling / klep
Afbeelding 6: Verticale inbouw
NL – 31
4 Blokkeersysteem
5 Aftapreservoir
391