1. Activeer een analoge uitgang als volgt:
a. Druk op menu en selecteer vervolgens INSTELLINGEN SYSTEEM > ANALYSER
CONFIGUREREN > INSTELLINGEN UITGANGEN > INSTELLINGEN 4-20mA > [selecteer
een uitgang].
b. Selecteer KIES > [naam analyser].
2. Selecteer een optie.
Opmerking: Selecteer achtereenvolgens PARAMETERKEUZE, KIES FUNCTIE en ACTIVEREN.
Optie
ACTIVEREN
KIES
PARAMETERKEUZE Hiermee stelt u het op de analoge uitgang aangeduide kanaal in.
KIES FUNCTIE
TRANS.INSTEL.
SET GEMIDD.
0mA/4mA
• LINEAIR beheersfunctie
Optie
0/4mA INSTELL.
20mA INSTELLEN Stelt de hoge meetwaarde in die wordt weergegeven als 20 mA bij de analoge uitgang.
• PID-CONTROLE functie
Optie
MODUS INST.
FASE
INST. SETPOINT Stelt een meetwaarde in als de instelwaarde.
PROP. BAND
216 Nederlands
Beschrijving
De opties voor ACTIVEREN wijzigen op basis van de bij KIES FUNCTIE gekozen
instelling. Raadpleeg de volgende tabellen voor het configureren van de analoge
uitgang.
GEEN (standaard): hiermee de-activeert u de analoge uitgang. [naam van de
analyser]: hiermee activeert u de analoge uitgang.
Opmerking: Selecteer geen kanaal met het symbool "~" (Bijvoorbeeld 4-
~SAMPLE4). Kanalen die het symbool "~" bevatten, worden niet gemeten.
Stelt de functie van de analoge uitgang in. Raadpleeg de volgende tabellen voor
meer informatie. LINEAIR (standaard): de analoge uitgang is lineair afhankelijk van
de meetwaarde. PID-CONTROLE: de analoge uitgang werkt als een PID
(proportionele, integrale, afgeleide) controller. LOGARITMISCH: de analoge uitgang
wordt logaritmisch binnen het meetbereik weergegeven. BILINEAIR: de analoge
uitgang wordt als twee lineaire segmenten binnen het meetbereik weergegeven.
Hiermee stelt u de waarde van de analoge uitgang in wanneer er een fout optreedt
als de ERROR STOPMODUS is ingesteld op VERPLAATSUITVOER (0 tot 25 mA,
standaard: 4 mA). Raadpleeg
Stelt de hoeveelheid tijd voor het middelen van de analoge uitgang in (0 tot
999 seconden, standaard: 0 seconden). Als de waarde bijvoorbeeld is ingesteld op
30 seconden, wordt de waarde van de analoge uitgangen iedere 30 seconden
bijgewerkt en is de waarde het gemiddelde van de analoge uitgangswaarden
gedurende de voorgaande 30 seconden.
Stelt het bereik van de analoge uitgangswaarde in op 0-20 mA of 4-20 mA
(standaard).
Beschrijving
Stelt de lage meetwaarde in die is weergegeven als 0 of 4 mA bij de analoge uitgang.
Beschrijving
AUTO: de analoge waarde (mA) wordt automatisch geregeld door het algoritme wanneer
de analyser proportionele, integrale en afgeleide invoer gebruikt. HANDMATIG: de
analoge waarde (mA) wordt geregeld door de gebruiker. Om de waarde handmatig te
wijzigen, verandert u de %-waarde in HANDMT UITGANG.
DIRECT: de analoge waarde neemt toe naarmate de meetwaarde toeneemt.
OMGEKEERD: de analoge waarde neemt toe naarmate de meetwaarde afneemt.
Stelt een waarde in voor het verschil tussen de gemeten waarde en de instelwaarde.
Hold-modus voor fouten instellen
op pagina 224.