Optie
SET INTERVAL
KALIBRATIEKANAAL
SELECTEREN
5.2 Een kalibratie uitvoeren
Laat de analyser gedurende 2 uur na de eerste start (of opslag) functioneren om te stabiliseren, en
voer dan een kalibratie uit.
In de loop van de tijd kunnen meetresultaten afwijken naar hoger of lager dan ze zouden moeten
zijn. Voor de beste nauwkeurigheid kalibreert u de analyser met intervallen van 7 dagen (wekelijks).
1. Druk op cal en selecteer vervolgens START KALIBRATIE.
2. Selecteer een optie.
Optie
HANDMATIGE
START
AUTOMATISCHE
KALIBRATIE
HANDMATIGE
OFFSET
KALIBRATIE
HANDMATIGE
OFFSET+HELLING
KALIBRATIE
5.2.1 Kalibratiestandaarden voorbereiden
Om een 100 ppb Na-standaard en een 1000 ppb Na-standaard voor te bereiden op een handmatige
kalibratie, moet u de volgende stappen uitvoeren. Alle volumes en hoeveelheden die voor de
voorbereiding van de kalibratiestandaard worden gebruikt, moeten nauwkeurig zijn.
Door de gebruiker aangeleverde items:
• Maatkolf (4x), 500 mL, Klasse A
• NaCl, 1,272 g
• Ultrapuur water, 500 mL
• 1-10 mL TenSette-pipet met tips
226 Nederlands
Beschrijving
Opmerking: De optie SET INTERVAL wordt alleen weergegeven wanneer
de TIJDBASIS ingesteld is op UREN.
Stelt het tijdsinterval tussen kalibraties in. Opties: 2 tot 255 uur (standaard:
168 uur = 7 dagen). Het aanbevolen tijdsinterval tussen kalibraties is
7 dagen.
Selecteert het kanaal dat voor kalibraties gebruikt wordt (standaard:
kanaal 1).
Opmerking: Selecteer geen kanaal met het symbool "~" (Bijvoorbeeld 4-
~SAMPLE4). Kanalen die het symbool "~" bevatten, worden niet gemeten.
Beschrijving
Opmerking: Deze optie is alleen beschikbaar als de analyser de optie voor
automatische kalibratie heeft.
Start handmatig een automatische kalibratie.
Belangrijk: voordat u een automatische kalibratie uitvoert, voert u de stappen uit in
Het waterpeil van het overloopvat aanpassen
Start een éénpuntige handmatige kalibratie. Voeg, wanneer hierom gevraagd wordt,
200 mL van de kalibratiestandaard aan het overloopvat toe. De aanbevolen
standaard is 100 ppb of 1000 ppb.
Opmerking: Gebruik geen standaardoplossing van minder dan 100 ppb, omdat die
snel kan worden verontreinigd, waardoor de concentratie verandert.
Start een tweepuntige handmatige kalibratie. Voeg, wanneer hierom gevraagd
wordt, 200 mL van elke kalibratiestandaard aan het overloopvat toe. De aanbevolen
standaarden zijn 100 ppb en 1000 ppb.
Belangrijk: Het verschil in temperatuur van de twee kalibratiestandaarden mag niet
meer dan ± 5 °C (± 9 °F) bedragen. De tweede kalibratiestandaard moet een
natriumconcentratie hebben die 5 tot 10 keer zo groot is is als de eerste
kalibratiestandaard (bijvoorbeeld 100 ppb en 1000 ppb). Een groot verschil tussen
de natriumconcentraties van de kalibratiestandaarden is noodzakelijk om een
nauwkeurige kalibratie te verkrijgen.
Opmerking: Gebruik geen standaardoplossing van minder dan 100 ppb, omdat die
snel kan worden verontreinigd, waardoor de concentratie verandert.
op pagina 224.