Descargar Imprimir esta página

Hach LXV526.98.1011A Operaciones página 227

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 117
1. Bereid 500 mL 1-g/L Na-kalibratiestandaard als volgt:
a. Spoel de maatkolf drie keer met ultrapuur water.
b. Voeg 1,272 g NaCl toe aan de maatkolf.
c. Voeg 100 mL ultrapuur water toe aan de maatkolf.
d. Schud de maatkolf totdat het poeder volledig is opgelost.
e. Voeg ultrapuur water toe tot aan de 500 mL-markering.
f. Schud de maatkolf om de oplossing volledig te mengen.
2. Bereid 500 mL 100-ppm Na-kalibratiestandaard als volgt:
a. Spoel de andere maatkolf drie keer met ultrapuur water.
b. Gebruik een pipet om 5 mL van de 1-g/L Na-standaard toe te voegen aan de maatkolf. Steek
de pipet in de kolf om de oplossing toe te voegen.
c. Voeg ultrapuur water toe tot aan de 500 mL-markering.
d. Schud de maatkolf om de oplossing volledig te mengen.
3. Bereid 500 mL 100-ppb Na-kalibratiestandaard als volgt:
a. Spoel de andere maatkolf drie keer met ultrapuur water.
b. Gebruik een pipet om 5 mL van de 100 ppm Na-standaard aan de maatkolf toe te voegen. Zet
de pipet in de kolf om de oplossing toe te voegen.
c. Voeg ultrapuur water toe tot aan de 500 mL-markering.
d. Schud de maatkolf om de oplossing volledig te mengen.
4. Bereid 500 mL 1000-ppb Na-kalibratiestandaard als volgt:
a. Spoel de andere maatkolf drie keer met ultrapuur water.
b. Gebruik een pipet om 50 mL van de 100 ppm Na-standaard aan de maatkolf toe te voegen.
Zet de pipet in de kolf om de oplossing toe te voegen.
c. Voeg ultrapuur water toe tot aan de 500 mL-markering.
d. Schud de maatkolf om de oplossing volledig te mengen.
5. Bewaar de oplossingen die niet worden gebruikt in een schone plastic fles. Spoel de fles met
ultrapuur water en vervolgens met een kleine hoeveelheid van de kalibratiestandaard. Plaats een
label op de fles dat de oplossing identificeert en de datum waarop die is gemaakt.
5.3 De kalibratiegegevens weergeven
Om de resultaten van de laatste kalibratie te zien, drukt u op cal en selecteert u
KALIBRATIEGEGEVENS.
Om de resultaten van de laatste tien kalibraties te zien, drukt u op menu en selecteert u GEGEVENS
WEERGEVEN > LOG-GEGEVENS > KALIBRATIELOG BEKIJKEN.
5.4 Een controle van de kalibratie uitvoeren
Voer een kalibratiecontrole uit om te bepalen of de analyser nog gekalibreerd is.
1. Druk op menu en kies vervolgens STEEKMONSTER/VERIFICATIE.
2. Selecteer VERIFICATIE en druk op enter.
3. Volg de instructies op het display.
4. Voeg, wanneer hierom gevraagd wordt, 200 mL van de kalibratiestandaard aan het overloopvat
toe. De aanbevolen standaard is 100 ppb.
Opmerking: Gebruik geen standaardoplossing van minder dan 100 ppb, omdat die snel kan worden
verontreinigd, waardoor de concentratie verandert.
Belangrijk: De temperatuur van de kalibratiestandaard mag niet meer dan ± 5 °C (9 °F) zijn dan
de kalibratiestandaard die gebruikt werd voor het kalibreren van de analyser.
5. Wanneer de kalibratiecontrole voltooid is, moet u onmiddellijk een kalibratie uitvoeren als
"ERROR" verschijnt. Als "GOED" verschijnt, is er geen actie nodig.
Nederlands 227

Publicidad

loading