nld
LET OP
Alle draadsnijoliën dienen onverdund gebruikt te worden!
2.5. Ondersteuning van het materiaal
VOORZICHTIG
Buizen en staven vanaf 2 m lengte dienen door de in hoogte verstelbare REMS
Herkules, ondersteund te worden. De REMS Herkules is voorzien van stalen
kogels om de buizen en staven, zonder omkantelen in alle richtingen te kunnen
bewegen. Indien de REMS Magnum op een werkbank is bevestigd, kan ook
de REMS Herkules Y gebruikt worden. Deze wordt dan eveneens op de werk-
bank gemonteerd. Werkbereik REMS Herkules en REMS Herkules Y: diame-
ters van ⅛ tot en met 4".
2.6. REMS 4" Automatische Snijkop
Indien de REMS 4" Automatische Snijkop wordt gebruikt, dient de meegeleverde
gebruiksaanwijzing te worden geraadpleegd.
3. Gebruik
Gebruik oogbescherming
3.1. Gereedschappen
De snijkop (8, Tornado / 12, Magnum) is universeel, d.w.z. voor alle bovenge-
noemde draadsoorten, verdeeld over 2 gereedschapsets, is slechts één enkele
snijkop nodig. Voor het snijden van conische pijpdraden moet de lengteaanslag
(9, Tornado / 13, Magnum) in het verlengde van de sluit- en openingshendel
(10, Tornado / 14, Magnum) staan. De snijkop opent dan automatisch wanneer
de normlengte van de draad bereikt is. Om lange cylindrische schroefdraden
en boutendraden te kunnen snijden, wordt de lengteaanslag (9, Tornado / 13,
Magnum) weggeklapt.
Draadsnijmessen vervangen
De draadsnijmessen kunnen zowel bij gemonteerde als bij een afgenomen
snijkop (bijvoorbeeld op de werkbank) gebruikt en/of vervangen worden.
Daarvoor moet de klemhendel (11, Tornado / 15, Magnum) worden losgemaakt,
maar mag er niet volledig afgeschroefd worden. Verstelschijf (12, Tornado / 16,
Magnum) op de greep van de klemhendel tot in de eindpositie wegschuiven.
In deze positie worden de snijkussens gedemonteerd en gemonteerd. Er dient
op gelet te worden dat de aan de onderkant van de snijmessen opgegeven
draadgrootte met de te snijden schroefdraad overeenkomt. Bovendien dienen
de, eveneens op de achterkant van de snijkussens aangegeven, nummers met
die op de houder van de snijkussens (14, Tornado / 17, Magnum) overeen te
stemmen.
De snijmessen zo ver in de snijkop schuiven tot de zich in de gleuf van de
snijmessenhouder bevindende kogel, inklikt. Als alle snijmes sen zijn gemonteerd,
wordt door het verschuiven van de verstelschijf de gewenste draadgrootte
ingesteld. Voor boutendraden de snijkop altijd op „BOLT" instellen. De verstel-
schijf via de klemhendel vastklemmen. De snijkop sluiten. Daartoe de sluit- en
openingshendel (10, Tornado / 14, Magnum) krachtig naar rechts-onder drukken.
De snijkop opent of automatisch (bij conische pijpdraden) of is altijd met de
hand te openen door de sluit- en openingshendel naar links te drukken.
Indien bij snijkop 2½ – 3" en 2½ – 4" de houdkracht v/d klemhendel (11, Tornado /
15, Magnum) wegens verhoogde snijkracht (bv stompe draadsnijmessen) niet
volstaat, en dat de snijkop zich onder de snijdruk opent, moet de inbusbout v/d
klemhendel (11, Tornado / 15, Magnum) in tegengestelde richting worden
vastgetrokken.
De pijpsnijder (15, Tornado / 18, Magnum) is voor het afkorten van buizen van
¼ – 2" en/of 2½ – 4" geschikt.
De inwendige ontbramer (16, Tornado /19, Magnum) wordt voor buizen van
¼ – 2" en/of 2½ – 4" gebruikt. De schuifspil dient tegen verdraaien beveiligd te
worden d. m. v. het inklikken in de ontbraamarm. Dit naargelang de positie van
de buis, vóór- of achteraan.
3.2. Klauwplaten
Voor Magnum t/m 2" en Tornado is voor spannen van diameters < 8 mm, voor
Magnum t/m 4" voor spannen van diameters < 20 mm een aan de diameter
aangepaste klemhuls (art.nr. 343001) nodig. Bij bestel ling van de klemhuls de
gewenste diameter aangeven.
3.2.1. Klauwplaten Tornado (19) en (20)
De zelfcentrerende spanklauwen openen en sluiten automatisch door de
schakelaar (18) respectievelijk naar links en naar rechts te draaien en door op
de voetschakelaar (21) te drukken. Bij het vervangen van de voorste en de
achterste spanklauwen dient erop gelet te worden, dat de afzonderlijke span-
klauwen in overeenstemming met fig. 4 en 5 worden gemonteerd. Dit om
beschadigingen te voorkomen. In geen geval mag de machine worden inge-
schakeld voordat alle spanklauwen en beide klauwplaatdeksels gemonteerd
zijn.
3.2.2. Klauwplaten Magnum (1) (2)
Snelspanslagsysteem Magnum (1), geleidingsplaat (2)
Het voorste snelspanslagsysteem, met grote spanring en in de bek kenhouder
geplaatste beweeglijke spanbekken, garandeert centrisch en veilig spannen
bij geringe krachtsinspanning. Zodra het materiaal buiten de geleidingsplaat
(2) steekt, kan deze gesloten worden.
Gebruik gehoorbescherming
Wisselen van de spanbekken Magnum
Spanbekken (24) met spanring (22) tot op ca. 30 mm spandiameter sluiten.
Bouten van de spanbekken (24) verwijderen. Spanbekken met geschikt gereed-
schap (schroevendraaier) naar achteren uitschuiven. Nieuwe spanbekken met
gemonteerde schroef van voren in de spanbekkendrager inschuiven.
3.3. Werkvolgorde
Alvorens het werk te beginnen, dienen blokkeringen door spanen en brokstukken
van het werkstuk te worden verwijderd.
3.3.1. Tornado
De gereedschappen naar buiten draaien en de gereedschaphouder met behulp
van de aandrukhendel (5) in de juiste eindstand brengen. Het materiaal inbrengen
zodat het plm. 10 cm uit de klauwplaat (19) steekt. De snijkop (8) naar onderen
draaien en sluiten. De schakelaar (18) in stand 1 schakelen en op voetscha-
kelaar (21) drukken. Het materiaal wordt nu automatisch gespannen. Bij de
Tornado 2010 en 2020 kan voor het afsnijden, het ontbramen en voor het
snijden van kleinere schroefdraden, voor de tweede snelheid gekozen worden.
Hiervoor de schakelaar (18), terwijl de machine loopt, vlot van stand 1 naar
stand 2 schakelen. De snijkop met aandrukhendel (5) tegen het draai ende
materiaal drukken.
Na één tot twee schroefgangen snijdt de kop automatisch verder. Indien bij
conische pijpdraden de met de norm overeenkomstige draadlengte is verkregen,
wordt de snijkop automatisch geopend. Bij lange en boutendraden moet de
snijkop, terwijl de machine loopt, met de hand geopend worden. De voetscha-
kelaar (21) loslaten. De schakelaar (18) op stand „R" zetten. De voeschakelaar
(21) kort indrukken. Het materiaal wordt ontspannen.
Door het bijspannen van het materiaal kunnen onbegrensd lange schroefdraden
gesneden worden. Hiervoor tijdens het draadsnijden de voetschakelaar (21)
loslaten als de gereedschaphouder het huis van de machine nadert. De snijkop
niet openen. De schakelaar (18) op "R" zetten. Materiaal ontspannen. De
gereedschaphouder en het materiaal met de aandrukhendel in de rechter
eindstand brengen. Machine in schakelstand 1 weer inschakelen.
Voor het afsnijden van bui zen wordt de pijpsnijder (15) naar binnen gedraaid
en door middel van de aandrukhendel in de gewenste snijpositie geschoven.
Door de spil naar rechts te draaien wordt de draaiende pijp afgesneden.
De door het afsnijden ontstane inwendige braam wordt met de buis-binnen-
ontbramer (16) verwijderd.
Aftappen van draadsnij-olie: Slang bij de gereedschapdrager (2) aftrekken en
in de oliekan steken. Machine laten draaien totdat de oliebak leeg is. Of: de
oliebak verwijderen en via het aftappunt laten leeg lopen (17).
3.3.2. Magnum
Gereedschappen uitklappen en gereedschapdrager door middel van aandruk-
hendel (8) in rechtse eindpositie brengen. Materiaal door de geopende gelei-
dingsplaat (2) en door het geopende snelspan-slagsysteem (1) invoeren, zodat
het ca. 10 cm uit het snelspan-slagsysteem uitsteekt. Snelspan-slagsysteem
sluiten totdat de spanbekken op het materiaal aanliggen. Door middel van de
spanring, na korte openingsbeweging, met één of twee slagen het materiaal
vastspan nen. Door het sluiten van de geleidingsplaat (2) wordt het naar achteren
uitstekende materiaal gecentreerd. Snijkop naar beneden klap pen en sluiten.
Schakelaar (3) op 1 plaatsen, voetschakelaar (4) indrukken. Magnum 2000 /
3000 / 4000 wordt alleen met de voetschakelaar (4) in- en uitgeschakeld.
Bij Magnum 2010 / 3010 / 4010 en 2020 / 3020 / 4020 kan men voor het
afsnijden, ontbramen en het snijden van kleinere draad de 2de versnelling
kiezen. Hiervoor bij draaiende machine, schakelaar (3) met snelle beweging
van stand 1 naar stand 2 schakelen. De snijkop met aandrukhendel (8) tegen
het draaiende materiaal drukken.
Na één tot twee schroefgangen snijdt de kop automatisch verder. Indien bij
konische pijpdraden de met de norm overeenkomstige draadlengte is verkregen,
wordt de snijkop automatisch geopend. Bij lange en boutendraden moet de
snijkop, terwijl de machine loopt, met de hand geopend worden. Voetschakelaar
(4) loslaten. Snelspan-slagsysteem openen, materiaal wegnemen.
Door het bijspannen v/h materiaal kunnen onbegrensd lange schroefdraden
gesneden worden. Hiertoe voetschakelaar (4) tijdens het draad snijden, op het
ogenblik dat de werktuighouder het machinehuis nadert, loslaten. De snijkop
niet openen. Materiaal ontspannen, werk tuighouder en materiaal met aandruk-
hefboom in correcte einstand brengen. Materiaal opnieuw spannen, machine
weer inschakelen.
Voor het afsnijden van buizen wordt de pijpsnijder (18) naar binnen gedraaid
en door middel van de aandrukhendel in de gewenste snijpositie geschoven.
Door de spil naar rechts te draaien wordt de draai ende pijp afgesneden.
De door het afsnijden ontstane inwendige braam wordt met de inwendige
ontbramer (19) verwijderd.
Aftappen van draadsnij-olie: De slang van de gereedschaphouder (7) afnemen
en in een oliekan houden. De machine laten lopen totdat het carter leeg is. Of:
carterstop (25) verwijderen en oliebak leeg laten lopen.
3.4. Maken van nippels en dubbele nippels
Voor het snijden van nippels wordt de REMS Nippelfix (automatisch inwendig
spannend) en ook de REMS Nippelspanner (inwendig span nend) gebruikt. De
buiseinden dienen daarbij ontbraamd te zijn. De stukken buis altijd tot aan de
aanslag opschuiven.
Om het stuk buis – met of zonder schroefdraad – met de REMS Nip pelspanner
nld