4) Verzegel de overgang van het cilinderlichaam naar de binnenzijde van de
prothesekoker met BetaSil.
5.2.2 Onderbeenkoker lamineren
INFORMATIE
De in dit hoofdstuk beschreven versterking werd voor het in het hoofdstuk
"Toepassingsgebied" (zie pagina 78) vermelde maximale lichaamsgewicht
van de gebruiker vrijgegeven. Elke verandering van de versterking valt
onder de verantwoordelijkheid van de orthopedisch instrumentmaker.
Benodigd gereedschap en materiaal:
>
perlon tricotkous 623T3=8 of 623T3=10, buiskous 81A1=8 of 81A1=10,
carbonband 616B1=25x*, carbon-UD-kous 616G2, gevlochten carbon
kous 616G15, PVA-buisfolie 99B81=100X19X5, Orthocryl lamineerhars
80:20 PRO 617H119, binddraad
1) Knip 3 stukken perlon tricotkous af (elk stuk 2 keer zo lang als het gips
model).
2) Trek een perlon tricotkous tot aan de rand over het gipsmodel. Bind de
tweede helft van de perlon tricotkous af en sla om over het gipsmodel
(zie afb. 9).
3) Breng de 2 overige stukken perlon tricotkous op dezelfde manier over
het gipsmodel aan.
4) Maak met een scalpeermes een opening zodat de ventieldummy vrij
komt te liggen (zie afb. 10).
5) Wikkel een binddraad om de ventieldummy en bind de perlon tricotkous
in de distale groef van het cilinderlichaam strak af (zie afb. 11).
6) INFORMATIE: Doe dit strak, zodat het systeem na het gieten lucht
dicht is.
Bind de 6 lagen perlon tricotkous in de ondersnijding van het cilinderli
chaam af, zodat ze tegen het cilinderlichaam liggen (zie afb. 12).
7) Breng vanaf de mediale condyli via het cilinderlichaam tot de laterale
condyli een laag carbonband aan (zie afb. 13).
8) Breng van het MPT-punt (het midden van de kniepees) via het cilinderli
chaam tot aan de inkeping van de knieholte een laag carbonband aan
(zie afb. 14).
9) Breng rondom ter hoogte van het MPT-punt (het midden van de knie
pees) een laag carbonband aan (zie afb. 15).
10) Trek een stuk buiskous over het gipsmodel.
11) Zorg ervoor dat de ventieldummy vrij komt te liggen.
Ottobock | 83