Het basisstation van de oplader moet zijn aangesloten op een stopcontact en wanneer de oplader niet
wordt gebruikt, moet deze in het basisstation zijn geplaatst. Wanneer het indicatorlampje groen is, is de
oplader volledig opgeladen. Wanneer het indicatorlampje geel is, is de oplader gedeeltelijk opgeladen,
maar kan deze nog steeds worden gebruikt om de IPG op te laden.
1. Wanneer het indicatorlampje groen is, neemt u de oplader uit het basisstation. Het indicatorlampje
gaat uit.
2. Druk op de aan-uitknop. Het indicatorlampje gaat weer aan en de oplader begint te piepen om aan te
geven dat er naar de IPG wordt gezocht.
3. Plaats de oplader boven de IPG. Zodra de oplader is uitgelijnd met de IPG, stopt de pieptoon.
• Door de oplader boven de IPG te centreren, wordt de kortste oplaadtijd gegarandeerd.
• Veel patiënten kunnen de geïmplanteerde stimulator voelen en kunnen de oplader hier direct
bovenop plaatsen.
• De oplader kan ook binnen het uitlijngebied (het gebied waar de oplader niet piept) worden
gecentreerd om deze op juiste wijze te centreren.
4. Zet de oplader met behulp van een hechtpleister of de riem van de oplader vast boven op de IPG.
• Hechtpleister: Verwijder de doorzichtige strip van de pad. Bevestig de witte zijde met de
blauwe streep aan de achterzijde van de oplader. Verwijder vervolgens de beige strip van
de pad. Zet de oplader vast boven op de stimulator door de hechtpleister op de huid over de
stimulator te drukken.
• Riem van de oplader: Plaats de oplader zodanig in de zak op de riem van de oplader dat de
aan-uitknop zichtbaar is door de gaasstof. Zet de oplader vast boven de stimulator door de
riem van de oplader af te stellen (zie onderstaande afbeelding).
Opmerking: Als u de pad per ongeluk op de verkeerde plaats bevestigt of als de riem van de oplader
wordt verplaatst, begint de oplader opnieuw te piepen. Gebruik een nieuwe hechtpleister
of stel de riem bij om de oplader weer op zijn plaats te krijgen.
5. Als de oplader een reeks dubbele pieptonen geeft, is de stimulator volledig opgeladen. Schakel
de oplader uit, verwijder de riem van de oplader of hechtpleister en zet de oplader terug in het
basisstation. Verwar het signaal als het opladen is voltooid (een reeks dubbele pieptonen) niet
met de constante pieptonen wanneer de oplader naar de IPG zoekt.
Opmerking: • Het signaal om aan te geven dat het opladen is voltooid, is een duidelijke dubbele pieptoon
en het signaal voor verkeerde plaatsing is een constante, ononderbroken pieptoon.
• De afstandsbediening of het programmeerapparaat kan niet communiceren met de IPG
tijdens het opladen.
Raadpleeg 'Levensduur IPG-batterij' in uw handleiding Informatie voor voorschrijvers voor informatie over
de levensduur van de IPG-batterij.
Oplaadbaar stimulatorsysteem
Implanteerbare pulsgenerator
92469342-02
67 van 353