Probleem
De luchtcompressor werkt niet 1.
Slecht luchtspuitpatroon
Water in het patroon
313860A
Wat te controleren
(Als alles OK is, doorgaan met
de volgende controle)
Keuzeschakelaar voeding/functie.
2.
De spanning naar de compressor is
onder 105 V AC voor 110 - 120 V AC
modellen of onder 210 V AC voor
240 V AC modellen.
3.
Voedingsaansluitingen los.
4.
Te veel druk op de kop
(de compressor zoemt).
5.
Te veel druk op de kop
(de compressor zoemt).
6.
Zekering. Controleer de vervangbare
zekering op de besturingskaart van
de compressor.
7.
De thermische schakelaar van de
compressor is open. Zorg dat de
omgevingstemperatuur onder 115 °F
(46 °C) is.
8.
Slechte compressorprestaties.
1.
De luchtkap of de luchtpoorten van
het luchtspruitstuk zitten verstopt.
2.
.
Luchtkap versleten
3.
Versleten spuittip.
1.
Water in de luchtleiding.
Fouten opsporen en verhelpen, basisproblemen
Wat te doen
(Als iets bij de controle niet OK is,
kijk dan in deze kolom)
Stel de functieschakelaar in op ON; vervang
de schakelaar.
Probeer een ander stopcontact. Gebruik een kortere
verlengkabel of gebruik een verlengkabel met een
dikkere kern.
Controleer of alle aansluitingen goed vast zitten.
Er is vocht bevroren in de luchttoevoerleiding.
Wacht tot de luchtdruk weer is gezakt tot nul.
Vervang de zekering nadat de motorinspectie
is afgerond, zie blz. 81.
Zet het apparaat op een koelere plaats, wat meer
in de schaduw.
Versleten compressor; repareer de compressor met
behulp van de compressorserviceset, zie blz. 81.
In oplosmiddel weken om ze te reinigen.
Vervang de luchtkap.
Ontlast de druk, zie blz. 21 Vervang de tip.
Zie de pistoolhandleiding (313347).
Voeg de waterscheiderset 257824 toe aan
de luchtleiding.
63