Aanvoer- En Afvoertrajecten; Inbouw Bij Hoge Omgevingstemperaturen; Isolatie Van De Meetwaardeopnemer - ABB SensyMaster FMT230 Instrucciónes De Licenciamiento

FMT230, FMT250 THERMISCHE MASSADEBIETMETER | CI/FMT230/250-X1 REV. B

Aanvoer- en afvoertrajecten

De volgende afbeeldingen tonen aanbevolen toevoer- en
retourtrajecten voor verschillende installaties.
Afbeelding 6: Toevoer- en retourtrajecten
Installatie
A Buisverbreding
B Buisreductie
C 90° buisbochtstuk
D 2 x 90° buisbochtstuk in één vlak
E 2 x 90° buisbochtstuk in twee vlakken
F Blokkeersysteem
Om de aangegeven meetnauwkeurigheid te bereiken, zijn de
aangegeven toevoer- en retourtrajecten beslist noodzakelijk.
Bij combinaties van meerdere storingen aan de inloopzijde, bijv.
klep en reductie, moet steeds het langere toevoertraject worden
aangehouden.
Bij te weinig ruimte op de inbouwlocatie kan het retourtraject
met 3 x DN worden ingekort. Verkortingen van de aangegeven
toevoertrajecten gaan daarentegen ten koste van de
realiseerbare betrouwbaarheid.
Een hoge herhaalbaarheid van de meetwaarde is bovendien een
gegeven feit.
Bij toevoer- en retourtrajecten van onvoldoende lengte kan onder
bepaalde omstandigheden een speciale kalibratie worden
uitgevoerd. Hiertoe is bij individuele gevallen een gedetailleerde
afstemming met de fabrikant noodzakelijk.
Voor gassen met een zeer geringe dichtheid (waterstof, helium)
moeten de aangegeven toevoer- en retourtrajecten worden
verdubbeld.
Toevoertraject Naalooptraject
min. 15 x DN min. 5 x DN
min. 15 x DN
min. 20 x DN
min. 25 x DN
min. 40 x DN
min. 50 x DN

Inbouw bij hoge omgevingstemperaturen

Afbeelding 7: Inbouwpositie bij hoge omgevingstemperaturen
Bij hogere, maar nog wel toegestane omgevingstemperaturen,
moet een bijkomende temperatuurbelasting door
warmteconvectie of de inwerking van straling vermeden worden,
omdat anders de toegelaten omgevingstemperatuur aan het
oppervlak van het apparaat kan worden overschreden.
Als het apparaat rechtstreeks op een hete, horizontale pijpleiding
moet worden gemonteerd, wordt zijwaartse montage
geadviseerd. Montage in de 12-uurs stand moet in zulke gevallen
worden vermeden, omdat anders de opstijgende warme lucht
een aanvullende verhitting van de elektronica veroorzaakt.

Isolatie van de meetwaardeopnemer

1 Isolatie
Afbeelding 8: Isolatie van de meetwaardeopnemer
De meetwaardeopnemer mag, zoals in Afbeelding 8 afgebeeld,
worden geïsoleerd.
NL – 23
231