Fotosensor Ft210B; Run In Slave-Modus - Nice RUN400HS Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 55
TABEL 10 - ADRESSEN VAN DE FOTOCELLEN
Fotocel
FOTO
Fotocel buitenzijde h = 50 die bij het
sluiten in werking treedt
FOTO II
Fotocel buitenzijde h = 100 die bij het
sluiten in werking treedt
FOTO 1
Fotocel binnenzijde h = 50 die bij het
sluiten in werking treedt
FOTO 1 II
Fotocel binnenzijde h = 100 die bij het
sluiten in werking treedt
FOTO 2
Fotocel buitenzijde die bij het openen in
werking treedt
FOTO 2 II
Fotocel binnenzijde die bij het openen
in werking treedt
FOTO 3
Eén enkele fotocel die de hele
automatisering dekt
LET OP! – Bij installatie van FOTO 3 samen met FOTO II moet bij de posi-
tionering van de elementen waaruit de fotocel bestaat (TX - RX), rekening
worden gehouden met de waarschuwing vermeld in de handleiding van de
fotocellen.
A

8.1.4 - Fotosensor FT210B

De fotosensor FT210B verenigt in één enkele inrichting een systeem voor
krachtbeperking (type C volgens de norm EN12453) en een detectie-inrichting
voor obstakels op de optische as tussen de zender TX en de ontvanger RX
(type D volgens de norm EN12453). In de fotosensor FT210B worden de sig-
nalen van de status van de contactlijst via de straal van de fotocel verzonden
waarbij de 2 systemen in één enkele inrichting geïntegreerd worden. Het zen-
derdeel op de mobiele vleugel wordt door batterijen van stroom voorzien waar-
door lelijke worden vermeden; speciale circuits verminderen het verbruik van
de batterij zodat er een levensduur van maximaal 15 jaar gegarandeerd kan
worden (zie de details van deze schatting in de aanwijzingen voor dit product).
Eén enkele inrichting FT210B in combinatie met een contactlijst (voorbeeld TCB65)
maakt het mogelijk het veiligheidsniveau van de "primaire contactlijst" te bereiken
dat de norm EN12453 voor elk "type gebruik" en "type activering" vereist.
De fotosensor FT210B gecombineerd met contactlijsten "op een weerstand"
(8,2 KΩ) is beveiligd tegen een enkel defect (categorie 3 volgens EN 954-1).
Hij beschikt over een speciaal circuit ter voorkoming van botsingen, dat inter-
ferentie met andere detectoren vermijdt, ook als deze niet gesynchroniseerd
zijn, en maakt het toevoegen van andere fotocellen mogelijk: bijvoorbeeld, bij
verkeer van zware voertuigen waar normaal gesproken een tweede fotocel op
een hoogte van 1 m van de grond wordt geplaatst.
Voor verdere informatie omtrent de manier van aansluiten en adresseren gelie-
ve de handleiding met aanwijzingen voor FT210B te raadplegen.
8.1.5 - RUN in "Slave"-modus
Bij een juiste programmering en aansluiting kan RUN in de modus "Slave"
(slaaf) werken; deze werkingsmodus wordt gebruikt indien het nodig is 2 tegen-
over elkaar geplaatste vleugels te automatiseren en u wilt dat deze vleugels
10
synchroon lopen. In deze modus functioneert één RUN als Master (meester),
dat wil zeggen: hij stuurt de manoeuvres aan, terwijl de tweede RUN als Slave
functioneert, dat wil zeggen: de door de Master verstuurde instructies uitvoert
Jumpers
(alle RUN-modellen verlaten de fabriek als Master).
Voor het configureren van RUN als Slave dient u de functie van het eerste
niveau "Modus Slave" te activeren (zie tabel 6).
De koppeling tussen de RUN Master en de RUN Slave vindt via BlueBUS
plaats.
LET OP - In dit geval dient de polariteit in de koppeling tussen de twee
RUN-modellen gevolgd te worden zoals dat in afb. 18 te zien is (voor
de andere inrichtingen geldt nog steeds dat men niet op de polariteit
hoeft te letten).
Voor het installeren van 2 RUN-modellen in modus Master en Slave dient u de
volgende handelingen uit te voeren:
• Voer de installatie van de 2 motoren uit zoals is weergegeven in de afbeel-
ding. Het is niet van belang welke motor als Master en welke als Slave werkt;
bij de keuze hiervan dient u rekening te houden met het gemak van de aan-
sluitingen en het feit dat de instructie Stap-voor-Stap op de Slave alleen de
algehele opening van de vleugel Slave mogelijk maakt.
• Sluit de 2 motoren aan zoals weergegeven in afb. 18.
• Kies de richting van het openingsmanoeuvre van de 2 motoren zoals weer-
gegeven in de afbeelding (zie ook paragraaf "5.1 Keuze van de richting").
• Schakel de stroomvoorziening voor de 2 motoren in.
• Programmeer de functie "Modus Slave" voor de RUN Slave (zie tabel 6).
• Voer de procedure voor herkenning van inrichtingen op de RUN Slave uit (zie
paragraaf "8.1.6 Herkennen van de inrichtingen").
• Voer de procedure voor herkenning van inrichtingen op de RUN Master uit
(zie paragraaf "8.1.6 Herkennen van de inrichtingen").
• Voer de procedure voor herkenning van de vleugellengte op de RUN Master
uit (zie paragraaf "5.4 Herkennen van de vleugellengte").
Bij het koppelen van 2 RUN-modellen in de modus Master-Slave dient u op het
volgende te letten:
• Alle inrichtingen dienen op RUN Master aangesloten te worden (zoals in afb.
18) met inbegrip van de radio-ontvanger.
• Indien een bufferbatterij gebruikt wordt, moeten beide motoren hun eigen
batterij hebben.
• Alle programmeringen op RUN Slave worden genegeerd (de programmerin-
gen op RUN Master hebben voorrang), met uitzondering van de program-
meringen vermeld in tabel 11.
TABEL 11 - Programmeringen op RUN Slave onafhankelijk
Functies van het eerste niveau
(functies ON – OFF)
Stand-by
Start
Modus Slave
In de Slave is het mogelijk aan te sluiten:
• Een eigen knipperlicht (Flash).
• Een eigen Spia Cancello Aperto [Controlelampje Hek Open] (S.C.A.).
• Een eigen contactlijst (Stop).
• Een eigen aansturingsinrichting (P.P.) die de algehele opening alleen van
de vleugel Slave aanstuurt.
• In de Slave worden de ingangen Open en Close niet gebruikt.
van RUN Master
Functies van het tweede niveau
(instelbare parameters)
Snelheid Motor
Uitgang SCA
Motorkracht
Lijst Fouten

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Run400hs/v1Run1200hsRun1200hs/v1

Tabla de contenido