Herkennen Van Andere Inrichtingen; Radio-Ontvanger; Aansluiting Van De Oview-Programmeereenheid; Speciale Functies - Nice RUN400HS Instrucciones Y Advertencias Para La Instalación Y El Uso

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 55

8.1.6 - Herkennen van andere inrichtingen

Normaal gesproken wordt de procedure voor het herkennen van inrichtingen die op
BlueBUS en de STOP-ingang zijn aangesloten, uitgevoerd tijdens de installatiefase;
als er inrichtingen worden toegevoegd of verwijderd, is het echter mogelijk om de
herkenning, zoals beschreven in tabel 12, opnieuw uit te voeren.
Voor het herkennen van andere inrichtingen
01.
Druk op de toetsen "s" en "Set", en houd ze ingedrukt.
02.
Laat de toets "Set" los zodra het ledlampje L1 begint te knipperen.
03.
Laat de toetsen los wanneer de ledlampjes "L1" en "L2" heel snel
beginnen te knipperen (na ongeveer 3 sec.).
04.
Na afloop van de herkenningsprocedure zullen de ledlampjes L1 en
L2 ophouden te knipperen, terwijl het ledlampje STOP moet blijven
branden en de ledlampjes L1...L8 beginnen te branden op basis van
de status van de functies ON-OFF die ze vertegenwoordigen.
LET OP! – Nadat er inrichtingen toegevoegd of verwijderd zijn, is het nood-
zakelijk opnieuw de eindtest van de automatisering uit te voeren, in overeen-
stemming met de bepalingen van paragraaf "6.1 Eindtest".

8.1.7 - Radio-ontvanger

Voor de afstandsbediening van RUN is op de besturingseenheid de SM-koppe-
ling voor optionele radio-ontvangers van het type SMXI of SMXIS beschikbaar.
Voor nadere informatie raadpleegt u de gebruikershandleiding van de radio-ont-
vanger. Voor het aansluiten van de radio-ontvanger volgt u de procedure die in
afbeelding 20 wordt aangegeven. In tabel 13 wordt de koppeling beschreven
tussen de uitgang van de radio-ontvanger en de instructie die RUN zal uitvoeren:
TABEL 13 - Instructies met ontvanger SMXI, SMXIS
Uitgang nr. 1
Instructie "P.P." (stap-voor-stap)
Uitgang nr. 2
Instructie "Gedeeltelijke opening"
Uitgang nr. 3
Instructie "Open"
Uitgang nr. 4
Instructie "Sluit"

8.1.8 - Aansluiting van de Oview-programmeereenheid

Op de besturingseenheid is een BusT4-connector aanwezig, waarop de
Oview-programmeereenheid kan worden aangesloten; met deze eenheid kan
de fase van installatie, onderhoud en diagnostiek van de volledige automati-
sering in zijn geheel snel beheerd worden. Om toegang te krijgen tot de con-
nector, moet u te werk gaan zoals weergegeven in afb. 21 en de connec-
tor op het daarvoor bestemde punt aansluiten. De Oview kan op meerdere
besturingseenheden tegelijk worden aangesloten (max. 16 zonder bijzondere
voorzorgsmaatregelen, max. 60 rekening houdend met de speciale waarschu-
wingen) en kan ook tijdens de normale werking van de automatisering op de
eenheid aangesloten blijven. In dat geval kan de Oview worden gebruikt om
de instructies rechtstreeks naar de besturingseenheid te sturen via het speci-
fieke "gebruikers"-menu. Er kan ook een update van de firmware worden uit-
gevoerd. Als de besturingseenheid uitgerust is met een radio-ontvanger uit de
OXI-serie (of OXIT-serie), is het met behulp van Oview mogelijk om toegang te
krijgen tot de parameters van de zenders die in de ontvanger zijn opgeslagen.
Voor meer informatie raadpleegt u de respectieve gebruikershandleiding en de
systeemhandleiding "Opera system book".
8.1.9 - Aansluiting, installatie en vervanging van de bufferbatterij
LET OP! – De elektrische aansluiting van de batterij op de besturings-
eenheid mag pas worden uitgevoerd nadat alle installatie- en program-
meerfasen zijn voltooid, aangezien de batterij voor noodvoeding zorgt.
Bij de modellen RUN400HS en RUN1200HS is de mogelijkheid voorzien om
bufferbatterijen aan te sluiten met als interface de oplaadkaart PS524, gecom-
bineerd met het stel batterijen B12-B.4310 (12V - 7ah).
Ga te werk zoals aangegeven in afb. 22:
01. Plaats de oplaadkaart PS524 zoals aangegeven in fase 1.
02. Plaats de al aangesloten batterijen zoals aangegeven in de fasen 2 en 3.
03. Sluit de connector van de batterij aan op de oplaadkaart PS524 (fase 4)
en sluit vervolgens de aansluitkabel aan op de besturingseenheid zoals
aangegeven in fase 5.
04. Positioneer de aansluitkabel tussen de besturingseenheid en de oplaad-
kaart zoals aangegeven in de afbeeldingen van fase 6.
Opmerking - Indien nodig, kunnen de besturingseenheid en de oplaadkaart
verwijderd worden via de daartoe bestemde lipjes (afb. 23).

8.2 - Speciale functies

8.2.1 - Functie "Open altijd"

De functie "Open Altijd" is een eigenschap van de besturingseenheid waardoor
het mogelijk is altijd een openingsmanoeuvre aan te sturen wanneer de instruc-
tie "Stap-voor-Stap" langer dan 2 seconden duurt; dit is met name nuttig bij
TABEL 12
het aansluiten van het contact van een tijdschakelklok op het klemmetje P.P.
om het hek tijdens een bepaald tijdsbestek open te houden. Deze eigenschap
is geldig ongeacht de programmering van de ingang P.P., met uitzondering van
de programmering als "Sluit", zie parameter "Functie P.P." in tabel 8.

8.2.2 - Functie "Beweeg in ieder geval"

Mocht de een of andere veiligheidsinrichting niet correct werken of buiten
gebruik zijn, dan is het toch mogelijk het hek in de modus "Iemand aanwezig"
aan te sturen en te manoeuvreren.
Voor meer details verwijzen wij naar de paragraaf "Bediening terwijl de veilig-
heidsinrichtingen buiten gebruik zijn" in de bijlage "Aanwijzingen en aanbevelin-
gen bestemd voor de gebruiker van de reductiemotor RUN".

8.2.3 - Onderhoudswaarschuwing

RUN biedt de gebruiker de mogelijkheid te waarschuwen wanneer er een onder-
houdscontrole van de automatisering dient te worden uitgevoerd. Het aantal
manoeuvres waarna signalering plaatsvindt, kan uit 8 niveaus geselecteerd wor-
den en wel via de instelbare parameter "Onderhoudswaarschuwing" (zie tabel 8).
Het niveau 1 van afstelling is "automatisch" en houdt rekening met de zwaarte van
de manoeuvres, dat wil zeggen de belasting en de duur van de manoeuvre, terwijl
de andere afstellingen op basis van het aantal manoeuvres vastgesteld zijn.
Signalering van het verzoek om onderhoud vindt plaats via het knipperlicht
Flash of de op de uitgang S.C.A. aangesloten lamp wanneer die geprogram-
meerd als "Controlelampje onderhoud " (zie tabel 8).
Op basis van het aantal uitgevoerde manoeuvres ten opzicht van de gepro-
grammeerde limiet signaleren het knipperlicht Flash en het controlelampje
onderhoud wat in tabel 14 aangegeven is.
TABEL 14 - Onderhoudswaarschuwing met Flash en
controlelampje onderhoud
Aantal manoeuvres
Signalering op Flash
Minder dan 80% van
Normaal (0,5 sec aan,
de limiet
0,5 sec uit)
Tussen 81% en 100%
Blijft aan het begin
van de limiet
van het manoeuvre
gedurende 2 seconden
branden
Meer dan 100% van
Blijft branden aan het
de limiet
begin en het einde van
het manoeuvre

8.2.4 - Controle van het aantal uitgevoerde manoeuvres

Met de functie "Onderhoudswaarschuwing" is het mogelijk het aantal uitge-
voerde manoeuvres te controleren weergegeven in een percentage van de
ingevoerde limiet. Om dit te controleren gaat u te werk zoals dat in tabel 15
beschreven is.
Controle van het aantal uitgevoerde manoeuvres
01.
Druk op de toets "Set" en houd hem ongeveer 3 seconden ingedrukt.
02.
Laat de toets "Set" los zodra het ledlampje L1 begint te knipperen.
03.
Druk op de toets "s" of "t" om het knipperende ledlampje naar
L7 te verplaatsen, m.a.w. het "ledlampje ingang" voor de parameter
"Onderhoudswaarschuwing".
04.
Druk op de toets "Set" en houd die ingedrukt; deze toets moet tijdens
alle stappen 5, 6 en 7 ingedrukt gehouden worden.
05.
Wacht ongeveer 3 seconden; daarna zal het ledlampje gaan branden
dat het actuele niveau van de parameter "Onderhoudswaarschuwing"
vertegenwoordigt.
06.
Druk op de toetsen "s" en "t" en laat ze onmiddellijk los.
07.
De led behorend bij het geselecteerde niveau zal enkele keren
knipperen. Het aantal knipperingen identificeert het percentage
uitgevoerde manoeuvres (in veelvouden van 10%) ten opzichte van
de ingestelde limiet.
Bijvoorbeeld: als de onderhoudswaarschuwing is ingesteld op L6,
m.a.w. 10.000, wil dat zeggen dat 10% overeenkomt met 1.000
manoeuvres; als het ledlampje 4 maal knippert, betekent dit dat
40% van de manoeuvres bereikt is (m.a.w. tussen 4.000 en 4.999
manoeuvres). Als nog geen 10% van de manoeuvres bereikt is, zal
het ledlampje helemaal niet gaan knipperen.
08.
Laat de toets "Set" los.
Signalering op het
controlelampje on-
derhoud
Blijft gedurende 2 sec
aan het begin van de
opening branden
Knippert tijdens de
manoeuvre
Knippert altijd geduren-
de 2 sec, gaat daarna
normaal verder
TABEL 15
11

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

Run400hs/v1Run1200hsRun1200hs/v1

Tabla de contenido