Onderhoud En Inspectie - Grundfos CR Serie Instrucciones De Instalación Y Funcionamiento

9.2.1 Temperatuurklasse
Temperatuur-
Maximale oppervlaktetemperatuur [°C]
klasse
T1
T2
T3
T4
T5
T6
9.2.2 Temperatuur asafdichting
Ten behoeve van het berekenen van de oppervlaktetemperatuur
en en temperatuurklasse van de pomp, toont de volgende tabel
de temperatuurstijging in de asafdichting bij verschillende asdia-
meters, verschillende drukwaarden en verschillende mediaklas-
sen.
Asafdichting: HQQX/HUUX
Tpm: 2900/3500
Mediaklasse 1
Druk
Diameter
[mm]
1 Mpa 2,5 Mpa 1 Mpa 2,5 Mpa 1 Mpa 2,5 Mpa
Temperatuurstijging asafdichting [°C]
12 9 16
15 10 17
22 11 19
26/32 13 22
Asafdichting: HQBX/HUBX
Tpm: 2900/3500
Mediaklasse 1
Druk
Diameter
[mm]
1 Mpa 2,5 Mpa 1 Mpa 2,5 Mpa 1 Mpa 2,5 Mpa
Temperatuurstijging asafdichting [°C]
12 12 21
15 14 23
22 15 25
26/32 17 29
Mediaklasse 1: Water en waterachtige media.
Mediaklasse 2: Andere media met een beperkte lekkage naar
de atmosfeer.
Mediaklasse 3: Oliesoorten.
Bedrijf de pomp niet bij temperaturen hoger dan
Voorzichtig
gespecificeerd in paragraaf
10. Vóór het opstarten en tijdens het bedienen
van een voor ATEX goedgekeurde pomp
10.1 Controlelijst
Bekijk deze controlelijst:
1. Controleer of de ATEX-classificatie van zowel motor als pomp
overeenkomt met de opgegeven categorie.
Zie paragraaf 7. Omvang van ATEX-categorieën voor CR
pompen.
Als de categorieën van de motor en de pomp niet overeenko-
men, is de laagste kwalificatie geldig.
2. Controleer, als de pomp in categorie M2 valt, of de pomp via
een kap beschermd is tegen schade van vallende of opspat-
tende objecten.
3. Controleer of het uitvoervermogen van de motor overeenkomt
met de vereiste P van de pomp. Zie typeplaatjes.
2
4. Controleer dat de rubberen onderdelen van de pomp overeen-
komen met de bestelling. Zie typeplaatjes.
58
450
300
200
135
100
85
Mediaklasse 2 Mediaklasse 3
Druk Druk
9 19 13 22
10 20 14 24
11 23 15 27
13 26 17 30
Mediaklasse 2 Mediaklasse 3
Druk Druk
12 25 17 29
14 27 18 32
15 30 20 35
17 34 23 40
9. Bedrijfscondities.
5. Controleer de uitlijning van het binnenwerk.
6. Zie het label aan de binnenkant van de beschermkap.
7. Controleer of de as vrij kan draaien.
Er mag geen mechanisch contact zijn tussen de waaier en de
kamer.
8. Controleer dat de pomp gevuld is met vloeistof en is ontlucht.
De pomp mag nooit drooglopen.
9. Controleer de draairichting van de motor aan de hand van de
pijl op de bovenkant van het omhulsel van de ventilator.
10. As u een pomp met dubbele seal (back-to-back) hebt geko-
zen, controleert u of de asafdichtingskamer onder druk staat.
Houd de kamer altijd onder druk tijdens het gebruik. Gebruik
altijd voor ATEX goedgekeurde apparatuur.
11. As u een pomp met dubbele seal (tandem) hebt gekozen, con-
troleert u of de asafdichtingskamer volledig is gevuld met
vloeistof. De afdichtingskamer moet tijdens bedrijf altijd
gevuld zijn met spoelvloeistof. De droogloopbeveiliging moet
goedgekeurd zijn voor ATEX.
12. Volg de speciale in bedrijfstelling procedures voor deze pomp-
typen:
– MAGdrive pompen
– pompen met een dubbele asafdichting, back-to-back
– pompen met dubbele asafdichting, tandem.
Zie voor verdere informatie de installatie- en bedieningsinstruc-
ties van de desbetreffende pomp.
13. Controleer dat de vloeistoftemperatuur nooit hoger is dan de
maximale vloeistoftemperatuur (t
staat vermeld.
14. Vermijd oververhitting van de pomp.
Draaien tegen een gesloten persklep kan oververhitting ver-
oorzaken. Installeer een omloopleiding met keerklep voor
drukontlasting.
15. Ontlucht de pomp opnieuw in een van de volgende situaties:
– de pomp is een tijdje uitgeschakeld geweest.
– er heeft zich lucht opgehoopt in de pomp.
16. Als de pompen een lagerbeugel hebben, controleert u elke
week op lawaai van de lagers. Vervang het lager als het teke-
nen van slijtage vertoont.

11. Onderhoud en inspectie

Service dokumentatie is beschikbaar op Grundfos Product Center
(http://product-selection.grundfos.com/).
Mocht u nog vragen hebben, neem dan contact op met Grundfos.
11.1 Aandraaimomenten voor de koppeling
Waarschuwing
Deze instructies moeten in acht worden genomen
voor explosieveilige pompen. Het is aan te raden om
deze instructies ook voor standaard pompen op te
volgen.
Pompcapaciteit
CR, CRI, CRN 1s, 1, 3
CR, CRI, CRN 10, 15, 20
CR, CRI, CRN 32, 45, 64, 90 M10 - 85 Nm
CR, CRI, CRN 120, 150
) die op het typeplaatje
max
Aandraaimoment
M6 - 13 Nm
M8 - 31 Nm
M10 - 61 Nm
M6 - 13 Nm
M8 - 31 Nm
M10 - 62 Nm
M10 - 85 Nm
M16 - 100 Nm
Wijzigingen voorbehouden.