NL
10. PROBLEEMOPLOSSINGTABEL
Probleem
De Nano Air 50 start niet.
Automatische uitschakelbeveiliging treedt
in werking tijdens het opstarten van de
Nano Air 50.
Laag luchtdebiet.
De ventilator maakt geluid.
Hoog geluidsniveau, trillingen.
11. TRANSPORT- EN OPSLAGVOORSCHRIFTEN
•
De Nano Air 50 bewaren in de originele door de klant geleverde verpakking in een droge geventileerde ruimte, bij een temperatuur tussen
+5°C en +40°C en een vochtigheid van minder dan 70%.
•
De opslagruimte mag geen agressieve dampen, of chemische mengsels bevatten die zouden kunnen leiden tot corrosie of vervorming van
het isolatiemiddel en de pakkingen.
•
Voor hantering en opslag dient gebruikt te worden gemaakt van geschikte hijsvoorzieningen om een val of overmatig schommelen te
voorkomen, waarbij de Nano Air 50 beschadigd zou kunnen raken.
•
De vereisten voor het hanteren van dit type verpakking naleven. Vervoer is toegestaan in elk type voertuig, mits de Nano Air 50 beschermd
wordt tegen mechanische en weerschade. Voorkom schokken en stoten tijdens het hanteren.
•
Voorafgaande aan de eerste inbedrijfstelling na een transport bij zeer lage temperatuur moet het product eerst 4 uur lang aan de
bedrijfstemperatuur worden blootgesteld.
64
Mogelijke oorzaken
Geen elektrische voeding.
De motor is geblokkeerd, de ventilator is vuil.
Overspanning veroorzaakt door een
kortsluiting in het elektrisch circuit.
De ventilator staat op lage snelheid.
Het filter, de ventilator of de warmtewisselaar
zijn vervuild.
De urenteller heeft de limiet bereikt waarop de
filters moeten worden vervangen.
De ventilator is vuil.
De schroeven van de ventilatorkast of van het
buitenrooster zitten los.
Oplossing
Controleer of de Nano Air 50 correct is
aangesloten op het elektriciteitsnet en pas de
aansluiting eventueel aan.
Zet de Nano Air 50 uit. Deblokkeer de motor
en maak de ventilator schoon. Reinig de
bladen. Start de Nano Air 50 op.
Zet de Nano Air 50 uit. Neem contact op met
een installateur.
Stel een hogere snelheid in.
Reinig of vervang het filter, de ventilator en de
warmtewisselaar.
Voer onderhoud uit op de warmtewisselaar
en de filters.
Maak de ventilator schoon.
Draai de schroeven van de ventilatorkast of
van het buitenrooster aan.