3.
1. Demonteer de vier bevestigingsschroeven om de chassiseenheid te verwijderen van de stuurkaart.
2. Maak vervolgens de chassiseenheid voorzichtig los van het frame en druk het naar de zijkant, zodat u toegang krijgt tot de stuurkaart door
de twee connectoren los te koppelen.
3. Let op dat u de verbindingskabels tussen de stuurkaart en de chassiseenheid niet beschadigt.
4. De chassiseenheid weer inbouwen in omgekeerde volgorde. De kabels zorgvuldig installeren.
4.
1. Met behulp van de meegeleverde kartonnen sjabloon markeert u plaats van de bevestigingsopeningen van de ventilator, zoals aangegeven
op de onderstaande afbeelding.
2. Boor de gaten en steek er de pluggen in.
3. Plaats de chassiseenheid tegen de muur met een pakking eronder. Bevestig de eenheid met de parkerschroeven van de bevestigingsset.
5.
1. Installeer in de juiste volgorde de luchtstroomgelijkrichter, het filter, de keramische regenerator, het tweede filter en de tweede
luchtstroomgelijkrichter.
2. Bouw als laatste de kamereenheid in op de chassiseenheid.
NL
57