4 .5
Sensoren aansluiten
4 .5 .1
Uitvoering werkkuil
¶
Sensor op de gekenmerkte plaat positioneren en
aansluiten.
i
Details zijn beschreven in het aparte document
"Eerste inbedrijfstelling".
4 .5 .2
Uitvoering hefbrug
1. Sensor aansluiting en in de inrichting ophangen en
omhoog klappen.
Fig. 13:
Hefbrugadaptatie
2. De 3 stekkers van de FWA 4630 verbinden met de
sensor.
3. Sensor omlaag klappen.
4. PC inschakelen.
"
FWA 4630 is nu bedrijfsklaar.
i Controle
Voor elke nieuwe voertuigmeting voert de FWA 4630 een
zelftest van alle elektronische componenten uit.
i
Let bij alle stekkercontacten op een goede verbin-
ding!
Fig. 14:
Aansluitingen voor sensoren
!
Voor het verwijderen van de sensoren dient u erop te
letten dat de drie kabels losgekoppeld zijn.
!
De sensoren mogen alleen voor het aansluiten om-
hoog geklapt worden.
Robert Bosch GmbH
Bediening | FWA 4630 | 155
4 .6
In-/uitschakelen
1. Schakel het toestel in m.b.v. de hoofdschakelaar op
de achterwand van de behuizing.
2. Schakel de PC in m.b.v. de schakelaar aan de voor-
kant.
"
Het besturingssysteem WIN XP wordt automatisch
opgestart.
i
Voordat u het toestel uitschakelt, dient u de FWA 4630
m.b.v. het Windows-besturingssysteem uit te zetten.
Voor het opnieuw inschakelen moet de FWA 4630 mini-
maal 60 seconden lang uitgeschakeld zijn.
4 .7
Online-help
Door indrukken van de toets "F5" of het schakelvlak
"Help" krijgt u toegang tot de online-help. U kunt de
online-help op elk willekeurig tijdstip van een meting
oproepen. Het onderwerp dat verschijnt, heeft altijd
betrekking op het momentele beeldschermaanzicht.
4 .8
Software-installatie
De FWA 4630 systeemsoftware is al geïnstalleerd. In de
afzonderlijke handleiding "Download" is de actualise-
ring van de systeemsoftware beschreven.
4 .9
Voertuig op meetplaats rijden
1. Draaionderstellen en schuifonderlagen aan de hef-
en schuifonderlagen aan de hef-
brug bevestigen.
2. Vulstukken plaatsen.
Fig. 15:
Vulstuk
3. De borgstiften van de draaionderstellen en schuifpla-
ten insteken.
i
Let erop dat het voertuig in het midden en recht op
de meetplaats wordt gereden.
i
Zorg dat het voertuig in het midden op de draaipla-
ten en de onderschuifsets staat.
nl
aan de hef-
|
1 690 706 005
2011-05-11