Bij meer dan 20 m buizen of meer dan 2 x 10 m hogedrukslang
NW 8 moeten de volgende sproeiers worden toegepast:
Vuil
Sproeier Spuit-
hoek
hard
0075
0°
middel-
2575
25°
hard
licht
4075
40°
hard
0010
0°
middel-
2510
25°
hard
licht
4010
40°
Doseren reinigingsmiddel
– Reinigingsmiddelen maken het schoonmaken gemakkelijker.
Ze worden uit een externe reinigingsmiddeltank aangezo-
gen.
– Het apparaat is in de basisuitvoering uitgerust met een do-
seerventiel (C). Een tweede doseervoorziening (doseerven-
tiel D) is als accessoire verkrijgbaar. Dan heeft u de
mogelijkheid twee verschillende reinigingsmiddelen aan te
zuigen.
– De gedoseerde hoeveelheid wordt met de reinigingsmiddel-
doseerventielen (C of D) op het bedieningspaneel ingesteld.
De ingestelde waarde komt overeen met het reinigingsmid-
delgehalte in procenten.
Afbeelding 6
– De buitenste schaal geldt bij het gebruik van onverdund rei-
nigingsmiddel (100 % CHEM).
– De binnenste schaal geldt bij het gebruik van 1+3 voorver-
dund reinigingsmiddel (25 % CHEM + 75% water).
De volgende tabel geeft het reinigingsmiddelverbruik voor de
waarden op de buitenste schaal weer:
Stand
Hoeveelheid reinigingsmiddel [l/h]
Reinigingsmiddelconcentratie [%]
De exact gedoseerde hoeveelheid is afhankelijk van:
– Viscositeit van het reinigingsmiddel
– Zuighoogte
– Stromingsweerstand van de hogedrukleiding
Als er een exacte dosering nodig is, dan moet de aangezogen
hoeveelheid reinigingsmiddel worden gemeten (bijv. door aan-
zuigen uit een maatbeker).
Waarschuwing
Meer adviezen over het gebruik van reinigingsmiddelen vindt u
in het hoofdstuk „Accessoires".
88
Nederlands
Onder-
Druk
deelnr.
[MPa]
6.415
HDS 9/16
-419
10
-421
-422
HDS 12/14
-082
10
-252
-253
0,5
1
14...15 22...24 50
1,5
2,5
Waarschuwing
Terug-
Door gebruik zonder onthardingsmiddel kan de doorloopgeiser
slag [N]
verkalken.
Als het onthardingsmiddelreservoir leeg is, knippert het controle-
lampje Verkalkingsbeveiliging (H).
37
Afbeelding 1 - pos. 9
Onthardingsmiddelreservoir bijvullen met onthardingsvloei-
stof RM 110 (2.780-001).
46
Gevaar
Verbrandingsgevaar door heet water! Na de werking met heet
water of stoom moet het apparaat ter afkoeling minstens twee
minuten met koud water en met geopend pistool gebruikt wor-
den.
Na het gebruik met reinigingsmiddel
Bij gebruik met heet water de temperatuurregelaar (B) op de
laagste temperatuur zetten.
Apparaat tenminste 30 seconden lang zonder reinigingsmid-
del gebruiken.
Apparaatschakelaar (A) op "0" zetten.
Watertoevoer sluiten.
Handspuitpistool bedienen tot het apparaat drukvrij is.
Handspuitpistool met veiligheidspal beveiligen tegen onbe-
doeld openen.
Bij langere werkonderbrekingen of als vorstvrije opslag niet mo-
gelijk is, dienen de volgende maatregelen te worden genomen
(zie het hoofdstuk „Onderhoudsvoorschriften",de paragraaf over
„Vorstbeveiliging" :
Water aflaten.
Apparaat met antivriesmiddel spoelen.
Hoofdschakelaar uitschakelen en beveiligen.
Sluit de gastoevoer.
8
> 5
Ontharder bijvullen
Buitenwerkingstelling
Apparaat uitschakelen
Stillegging