Publicidad
Actieve leidingtracering
Actieve weergavezone
Bedieningsscherm
Clipping
Diepte
Dradenkruis
Duidelijk signaal
Frequentie
Geleidingspijlen
Gemeenschappelijke
verbinding
Gemeten diepte/afstand
Hoofdfrequentiemenu
Informatie-lokalisering
Glossarium - Definities
Een lokaliseringsmethode die gebruik maakt van een plaatsbepalingszender om een bepaalde frequentie
te injecteren in een verborgen geleider; die frequentie wordt dan gedetecteerd door de SR-60 om de
geleider op te sporen.
De zone in de cirkel in het midden van het bedieningsscherm, waar de traceerlijn of sondepool en de
0-lijn symbolen worden weergegeven.
Het hoofdscherm dat de gebruiker ziet tijdens het lokaliseren. Het bestaat uit een actieve weergavezone,
waar de traceerlijn verschijnt in de leidingtraceermodi, en waar de pool- en 0-lijnpictogrammen verschij-
nen in de sondemodus. Het toont ook de gemeten diepte, de signaalsterkte, de signaalhoek, de stroom-
en nabijheidssignaalwaarden, afhankelijk van de modus en de door de gebruiker gekozen opties.
De toestand waarbij er een signaal wordt ontvangen dat te sterk is om in een keer te worden verwerkt
door de signaalprocessor; in de SR-60 veroorzaakt deze toestand een knipperend waarschuwingssignaal.
De signaalpieken zijn te hoog en worden "afgeknipt" ("clipped").
Zie Gemeten diepte.
Een symbool in het midden van de actieve weergavezone dat de positie van de SR-60 aangeeft ten op-
zichte van het gedetecteerde veld.
Een duidelijk signaal is een veld dat wordt veroorzaakt door een stroom in een geleider die sterk genoeg is
om ondubbelzinnig te worden gedetecteerd door een ontvanger zoals de SR-60. Duidelijke signalen han-
gen af van een goede geleidbaarheid, een goede aarding en een adequate stroom door de doelgeleider.
Het aantal keren per seconde dat een elektromagnetisch veld wordt gevormd en weer verdwijnt (of ver-
andert van positief naar negatief in geval van wisselstroom). Uitgedrukt in hertz (Hz) (cycli per seconde) of
in kilohertz (kHz) (duizend cycli per seconde).
De twee pijlkoppen die de detectie voorstellen van de gradient-coil-antennes in de "zijwielen" van het
SR- 60-antennesysteem. De geleidingspijlen geven een indicatie van waar het midden van het gedetec-
teerde veld ongeveer ligt.
Het gebruik van een koppelstuk om meer dan één leiding te aarden via dezelfde aardverbinding.
Telefoonlijnen bijvoorbeeld worden vaak samen geaard via de elektrische aardverbinding van de elektri-
sche voeding. Gemeenschappelijke verbindingen kunnen een oorzaak zijn van dubbelzinnige signalen
bij het lokaliseren.
De berekende diepte of afstand tot de sonde of tot het klaarblijkelijke midden van de opgespoorde ge-
leider. Dit is een virtuele meting die inaccuraat kan zijn in geval van vervorming. De werkelijke, fysische
diepte moet worden geverifieerd door het maken van gaten alvorens te beginnen graven.
De reeks van frequenties die kunnen worden gebruikt op de SR-60. Wordt opgeroepen via het frequentie-
selectiemenu.
Een ontwikkeling in de wetenschap en de kunst van het lokaliseren van ondergrondse leidingen en son-
des via de combinatie van verschillende soorten informatie op een geïntegreerd display. Hangt af van
alzijdig gerichte antennereeksen voor real-time-informatie.
Ridge Tool Company
SeekTech SR-60
243
Publicidad
