NL
ALGEMEEN
Dit symbool geeft een WAARSCHU-
WING weer. Als de instructies niet
nauwkeurig worden opgevolgd, kan dit
leiden tot verwondingen en/of schade.
Voordat u deze machine in gebruik
neemt, moet u de gebruiksaanwijzing
en de meegeleverde "VEILIGHEIDS-
VOORSCHRIFTEN" zorgvuldig door-
nemen.
SYMBOLEN
Op de machine ziet u de volgende symbolen om u
eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
tendheid bij gebruik geboden is.
Betekenis van de symbolen:
Waarschuwing!
Lees vóór gebruik van de machine de ge-
bruikershandleiding en de veiligheids-
voorschriften.
Waarschuwing!
Kijk uit voor weggegooide voorwerpen.
Houd omstanders op afstand.
Waarschuwing!
Draag altijd gehoorbescherming.
Waarschuwing!
Deze machine is niet bedoeld voor rijden
op de openbare weg.
Waarschuwing!
U mag met de machine, uitgerust met de
originele accessoires, niet rijden op een
helling met een grotere hellingshoek dan
10º.
Waarschuwing!
Knelgevaar. Blijf met uw handen uit de
buurt van de middensturing.
Waarschuwing!
Kans op brandwonden. Raak de geluid-
demper/katalysator niet aan.
BEDIENING EN
INSTRUMENTEN
Nummers 1 - 14: zie afbeeldingen 1 - 5.
30
NEDERLANDS
1. GEREEDSCHAPSLIFT
Pedaal om aan de voorzijde gemonteerd gereed-
schap omhoog te brengen tot in de transportstand.
Om het gereedschap op te tillen, het pedaal volle-
dig intrappen. Laat het pedaal vervolgens opko-
men. De gereedschapslift wordt nu in opgetilde
stand geblokkeerd.
Om het gereedschap te laten zakken, het pedaal zo
ver intrappen dat de vergrendeling vrijkomt. Laat
de gereedschapslift tot in de werkstand zakken
door uw voet geleidelijk aan op te lichten.
2. BEDRIJFSREM
Rempedaal. Drie standen:
3. PARKEERREM
Vergrendeling die het rempedaal in de ingetrapte
stand kan vastzetten.
Trap het pedaal volledig in. Duw de ver-
grendeling naar rechts en laat daarna het
rempedaal opkomen.
De parkeerrem wordt uitgeschakeld door een lich-
te druk op het rempedaal. De vergrendeling met
veerbelasting glijdt dan opzij.
Zorg dat de parkeerrem tijdens het rijden ontkop-
peld is.
4. AANDRIJFPEDAAL
Pedaal dat de traploze transmissie bedient.
Het aandrijfpedaal regelt de snelheid. Hoe dieper
1. Pedaal omhoog - bedrijfsrem
niet geactiveerd.
2. Pedaal voor de helft ingetrapt
- aandrijving ontkoppeld. Be-
drijfsrem niet geactiveerd.
3. Pedaal volledig ingetrapt -
aandrijving ontkoppeld. Be-
drijfsrem volledig geactiveerd.
1. Druk het pedaal omlaag met
het voorste gedeelte van uw voet
- de machine rijdt vooruit.
2. Pedaal onbelast - de machine
staat stil.
3. Druk het pedaal omlaag met
de hiel - de machine rijdt achter-
uit.