12
Het brood is scheef.
Broden krijgen
13
verschillende vormen.
14
De onderkant is hol.
15
Niet gaar of plakkerig,
deegachtig brood.
Het brood zakt in elkaar
bij het snijden.
16
Het brood heeft een
17
zware, dikke textuur.
Onderin de broodpan is
het donker of zitten
18
vlekken.
*Te veel gist of
water.
*De kneder heeft het
geed één kant
opgeduwd voor het
rijzen en bakken.
*Dit varieert bij het
soort brood.
*Het deeg is te nat,
te veel gist, geen
zout.
*Het water is te heet.
*Te veel vloeistof;
verkeerd programma
gekozen.
*Het brood is te heet.
*Te veel of oude
meel.
*Niet genoeg water.
*Na het wassen in de
vaatwasser.
*Meet alle ingrediënten juist
af.
*Voeg iets minder
gist of water toe.
*Sommige broden worden
scheef, vooral bij volkoren
tarwemeel.
*Volkoren tarwemeel is
compacter en korter dan
normaal wit brood.
*Meet alle ingrediënten juist
af *Voeg minder gist of water
toe. Controleer de
hoeveelheid zout.
*Gebruik water van
kamertemperatuur.
*Doe er minder vloeistof in
en meet alles goed af.
*Controleer het gekozen
programma bij het recept.
*Laat het 15 -30 minuten
afkoelen op een rooster
voordat u het snijdt.
*Probeer meer water of
minder deeg.
*Volkoren tarwemeel heeft
een zwaardere textuur.
*Dit is normaal en heeft geen
invloed op de broodpan.