INHOUDSOPGAVE
0 - WAARSCHUWINGEN ...................................................2
0.1 -
ALGEMENE INFORMATIE .................................2
0.2 -
SYMBOLEN ........................................................2
0.2.1 - Pictogrammen ....................................................2
0.3 -
ALGEMEEN ADVIES..........................................3
0.4 -
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE ..... 3
0.5 -
INFORMATIE OVER DE INSTALLATIE ............. 7
0.6 -
RISICOZONES ...................................................7
0.7 -
EIGENLIJK GEBRUIK ........................................7
1 - BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT ....................... 8
1.1 -
IDENTIFICATIE VAN DE
HOOFDONDERDELEN ......................................8
1.2 -
BIJGELEVERDE ONDERDELEN ...................... 8
2 - INSTALLATIEVOLGORDE ............................................9
3 - INSTALLATIE APPARAAT ............................................9
3.1 -
INSPECTIE EN VERPLAATSING VAN DE
UNIT ...................................................................9
3.2 -
INSTALLATIE APPARAAT .................................. 9
3.2.a - Installatieplaats ...................................................9
3.2.b - Montage van de bevestigingsplaat ..................... 9
3.2.c - Boring voor condensafvoerleiding .................... 10
3.2.d - Wateraansluitleidingen .....................................10
3.2.e - Bevestiging en bescherming leidingen ............. 10
3.2.f - Bevestiging en aansluiting apparaat................. 11
4 - AANSLUITING WATERLEIDINGEN ........................... 11
4.1 -
MATERIAAL EN AFMETINGEN VAN DE
LEIDINGEN ...................................................... 11
4.2 -
VERBINDING VAN DE LEIDINGEN ................. 11
5 - ELEKTRISCHE VERBINDING .................................... 11
5.1 -
CONFIGURATIE ...............................................12
5.1.a - Ingang aanwezigheidscontact .......................... 12
5.1.b - Positionering klemmenstrook ........................... 13
5.2 -
CONFIGURATIE VAN DE KAART .................... 13
6 - WERKOMSTANDIGHEDEN ........................................15
6.1 -
ADVIES VOOR DE ENERGIEBESPARING ..... 15
7 - GEBRUIK VAN HET APPARAAT ................................15
7.1 -
SYMBOLEN EN TOETSEN
BEDIENINGSPANEEL......................................15
7.2 -
DISPLAY AFSTANDSBEDIENING ................... 16
7.3 -
TOETSEN AFSTANDSBEDIENING ................. 16
7.4 -
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING .... 16
VERWIJDERING
Het symbool op het product of de verpakking geeft aan dat het niet bij het normale huisvuil mag worden gedaan
maar naar een erkend inzamelbedrijf voor de recycling van elektrische en elektronische apparatuur moet worden
gebracht. Door het product op passende wijze te verwijderen helpt u mogelijke schadelijke gevolgen voor het
milieu en de gezondheid als gevolg van een ongeschikte verwijdering van het product te vermijden. Informeer
bij de gemeente, de plaatselijke afvalverwijderingsdienst of de winkel waar het product aangeschaft is naar
meer informatie over de recycling van dit product. Dit voorschrift is uitsluitend geldig binnen EU-lidstaten.
7.4.a - Plaatsing van de batterijen ...............................17
7.4.b - Vervanging van de batterijen ............................ 17
7.4.c - Positie van de afstandsbediening ..................... 17
7.5 -
FUNCTIES VAN HET APPARAAT .................... 17
7.5.a - Inschakeling/uitschakeling apparaat ................. 17
7.6 -
AUTOMATISCHE KOEL- /
VERWARMINGSMODUS .................................18
7.7 -
HANDMATIGE KOEL- /
VERWARMINGSMODUS .................................18
7.8 -
VENTILATIEMODUS ........................................18
7.8.a - Werking op de maximale snelheid .................... 19
7.8.b - Werking op de AUTO-snelheid ......................... 19
7.9 -
NACHTWERKING ............................................19
7.10 -
BETEKENIS VAN HET
KNIPPEREN EN WERKING VAN DE LEDS .... 19
7.11 -
WERKING SWING ...........................................20
7.12 -
SPECIALE FUNCTIES .....................................20
7.12.a - Air sampling .....................................................20
7.12.b - Blokkering bedieningsorganen ........................ 20
7.12.c - Ongeschikt water .............................................20
7.12.d - Belemmering watersonde................................21
7.12.e - Verbinding met afstandsbediening met draad
B0736 of modbus van derden ......................... 21
7.12.f - Verbinding met sios control ..............................21
7.13 -
WERKING MET TIMER
(vertraagde inschakeling en uitschakeling) ...... 21
7.13.a - Instelling inschakelingstimer met de
afstandsbediening ...........................................21
7.13.b - Instelling uitschakelingstimer met de
afstandsbediening ...........................................22
7.14 -
LANGDURIGE UITSCHAKELING .................... 22
7.15 -
LEGENDA ALARMEN ......................................22
8 - ONDERHOUD EN REINIGING ....................................22
8.1 -
REINIGING .......................................................23
8.1.a - Reiniging van het apparaat en van de
afstandsbediening ............................................23
8.1.b - Reiniging van het aanzuigfilter ......................... 23
8.2 -
ONDERHOUD ..................................................23
8.3 -
SIGNALEN DIE NIET OP EEN STORING
VAN HET APPARAAT DUIDEN ........................ 24
8.4 -
FOUTCODES ...................................................24
9 - PROBLEEMOPLOSSING ...........................................25
9.1 -
WERKING VENTILATOR GEBLOKKEERD ..... 25
10 - STORINGEN EN MOGELIJKE OPLOSSINGEN ........ 25
Bi2 WALL TR 1000 - 1200 - 1400
NL - 1