- De afwisselende inschakeling van de rode en blauwe LED (A5) geeft aan dat de automatische koel-/
verwarmingsmodus actief is.
- De 4 LEDs "
uit zijn, is de Stand-bymodus actief.
Elk van deze LEDS wordt knipperend (soft-blinking) geactiveerd als de ingestelde temperatuur in verwar-
ming of in koeling (rode of blauwe LED "A5" brandt) respectievelijk lager of hoger is dan de omgevings-
temperatuur die door het apparaat wordt gemeten.
Om het comfort gedurende de nacht te verhogen, wordt de helderheid van de LEDS op het elek-
tronische display verminderd na 15 seconden inactiviteit op de toetsen of op de temperatuur-
keuzeschakelaar.
Alleen met de afstandsbediening is het mogelijk, door op de toets "B7" te drukken, om de leds op het bedie-
ningspaneel na 15 seconden inactiviteit op de toetsen uit te schakelen.
Bij iedere druk op de toetsen van het bedieningspaneel keert de helderheid van de LED gedurende de vol-
gende 15 seconden terug naar de maximale helderheid.
7.11 - WERKING SWING
a. Het pictogram (D9) gaat branden met een druk op de toets "B3" en de flap begint te bewegen. Het pic-
togram (D9) gaat uit en de flap stopt met bewegen en blijft in de bereikte stand staan als opnieuw op de
toets "B3" wordt gedrukt (Afb.19).
Als de ventilator uitgeschakeld wordt terwijl de flap in de oscillatiemodus ingesteld is, stopt de
oscillatie en gaat weer van start wanneer de ventilator opnieuw ingeschakeld wordt.
Deze functie kan alleen met de afstandsbediening geactiveerd/gedeactiveerd worden.
7.12 - SPECIALE FUNCTIES
7.12.a -
Air sampling
In de modus verwarming of koeling, en met de omgevingstemperatuur respectievelijk hoger of lager dan
de gewenste waarde, wordt de ventilator periodiek gedurende 1 minuut op de minimale snelheid gevoed.
Op deze wijze is het systeem in staat de temperatuur in de omringende omgeving op adequate wijze
gecontroleerd te houden en om sneller opnieuw geactiveerd te worden als dat nodig is.
Deze functie is ALLEEN actief als de unit in een hoge positie geïnstalleerd is.
7.12.b -
Blokkering bedieningsorganen
Houd de toetsen "
te blokkeren.
De activering van de functie wordt gecontroleerd door de weergave van (BL) op het display bij iedere druk
op ongeacht welke toets.
Deze functie kan alleen vanaf de machine geactiveerd/gedeactiveerd worden.
7.12.c -
Ongeschikt water
De daadwerkelijke werking van het apparaat in de modus koeling of verwarming is altijd afhankelijk van de
temperatuur van het water dat in het systeem circuleert. Als de temperatuur van het water geen waarde
bereikt die geschikt is voor de ingestelde modus, dus als het water in koeling te warm is of in verwarming
te koud is, blijft de ventilatormotor uitgeschakeld en knippert de aanduiding van de stroommodus (A5).
- De functie wordt geactiveerd in koeling als de unit niet door een thermostaat geregeld wordt en als de
temperatuur van het water in de warmtewisselaar langer dan 5 minuten hoger is dan 20°C.
De unit hervat onmiddellijk de normale werking als een van de twee condities niet meer aanwezig is.
NL - 20
", "
", "
" en "
" duiden op de ingestelde ventilatiesnelheid. Als alle 4 de leds
" (T1) gedurende 5 seconden gelijktijdig ingedrukt om de toetsen op de machine