Wanneer de bediening zich in deze werkwijze bevindt, garandeert het een antivriesbeveiliging. Mocht de
omgevingstemperatuur onder de 5°C dalen dan wordt de elektroklep voor warm water geactiveerd, gaat de
ventilatormotor op de minimale snelheid en toont het display de code "AF".
7.6 - AUTOMATISCHE KOEL- / VERWARMINGSMODUS
De instelling van dit type afstelling stelt de bediening in staat om de selectie van de koel- of verwarmingsmo-
dus automatisch uit te voeren op grond van het verschil tussen de door de gebruiker ingestelde temperatuur
en de temperatuur van de omgeving.
a. Houd om deze functie te activeren/deactiveren de toets "B1" voor selectie koeling/verwarming gedurende
10 seconden ingedrukt tot het blauwe en rode symbool (A5) afwisselend ingeschakeld worden. Deze
instelling blijft ook behouden bij een onderbreking van de stroomtoevoer.
b. Controleer vervolgens of de unit bij het variëren van de ingestelde temperatuur de modus alleen koeling
(blauwe aanduiding "A5" brandt), ventilatie (blauwe en rode aanduidingen beide uitgeschakeld) of alleen
verwarming (rode aanduiding "A5" brandt) afwisselt.
In deze modus is de compensatie van de gelezen omgevingstemperatuur uitgeschakeld.
Deze instelling kan alleen uitgevoerd worden vanaf het paneel op de machine.
De werkwijze kan niet worden gewijzigd op de afstandsbediening als de automatische modus is
geactiveerd.
7.7 - HANDMATIGE KOEL- / VERWARMINGSMODUS
Vanaf de machine
a. Houd om deze functie te activeren/deactiveren de toets "T3" voor selectie koeling/verwarming gedurende
10 seconden ingedrukt tot het blauwe en rode symbool (A5) afwisselend ingeschakeld worden. Deze
instelling blijft ook behouden bij een onderbreking van de stroomtoevoer.
b. Door gedurende 2 seconden op de toets "T3" te drukken, is het mogelijk om op cyclische wijze de modi
koeling (blauwe LED), verwarming (rode LED) of ventilatie (Rode LED en blauwe LED uit) te selecteren.
Vanaf de afstandsbediening
a. Selecteer deze functie door op de toets "B2" te drukken tot het symbool alleen verwarming (D10) of alleen
koeling (D11) op de afstandsbediening weergegeven wordt.
Het is niet mogelijk om met de afstandsbediening de instelling van handmatige modus in automatische mo-
dus te veranderen of omgekeerd.
7.8 - VENTILATIEMODUS
In deze modus oefent het apparaat op geen enkele wijze invloed uit op de temperatuur of de vochtigheid
van de lucht in het vertrek maar handhaaft alleen de circulatie.
Vanaf de machine
a. Door gedurende 2 seconden op de toets "T3" te drukken, is het mogelijk om op cyclische wijze de modi
koeling (blauwe LED), verwarming (rode LED) of ventilatie (Rode LED en blauwe LED uit) te selecteren.
b. In deze werkmodus is de interne ventilator altijd ingeschakeld en is het mogelijk om op ieder gewenst
moment de gewenste snelheid van de ventilator te selecteren door op de betreffende toets "T2" te drukken.
Het is alleen mogelijk om vanaf de machine de gewenste temperatuur te selecteren die van invloed
is op de automatische snelheid van de ventilator: hoe meer de gewenste temperatuur afwijkt van
de omgevingstemperatuur hoe hoger de snelheid van de ventilator zal zijn.
De volgende snelheden zijn mogelijk voor de ventilator.
MAXIMALE snelheid
MINIMALE snelheid
AUTO snelheid
NL - 18