De volgende uitgebreide configuraties kunnen wor-
den ingesteld:
n Firmware-update uitvoeren
n Standaardinstelling (20 A) voor de scheeflastbe-
grenzing wijzigen (mogelijke waarden:
10 A ... 30 A)
n Akoestische feedback deactiveren
n Energiebesparingsmodus (voor een geredu-
ceerd stand-byverbruik) deactiveren
n Aantal en fasevolgorde van de aangesloten fa-
sen aangeven
n Onder- / overspanningsherkenning voor de
aangesloten fases activeren en de betreffende
grenswaarden instellen
n Instellingen importeren en exporteren
n Tolerantie voor de activering van een over-
stroomfout instellen (standaardinstelling: stan-
daard tolerantie)
n Logica van de downgrade-ingang veranderen
(standaard: downgrade is actief, indien het
schakelcontact gesloten is)
n Helderheid van de knop instellen (standaard:
gemiddeld)
n Kleurinstellingen van de led-statusindicatie in-
stellen
n RFID-kaarten beheren
n Wake-Up functie ("Wekken" van het voertuig,
zodat een lading kan worden voortgezet) deac-
tiveren
n Meetpunt van de energiemeter voor bescher-
ming tegen stroomuitval voor de laadmodi "La-
den op zonne-energie" en "Zonne-energie on-
dersteund laden" (standaard: energiemeter
meet externe verbruikers en laadstation (totaal-
verbruik))
n Meetpunt van de energiemeter voor bescher-
ming tegen stroomuitval en laden op zonne-
energie vastleggen (standaard: energiemeter
meet externe verbruikers en laadstation (totaal-
verbruik))
n Minimale laadstroom in de Sunshine+ modus
veranderen (standaard: 6 A)
n RFID-kaarten beheren
n Wake-Up functie ("Wekken" van het voertuig,
zodat een lading kan worden voortgezet) deac-
tiveren
n Fallback-stroom bij aansluiting op een energie-
beheersysteem instellen (standaard: 0 A)
n Alleen bij AMTRON® Compact 2.0s 11:
n Aantal fasen voor het laden op zonne-ener-
gie instellen (een-fasig (standaard), driefasig,
dynamische faseomschakeling)
n Duur van de laadpauze bij een dynamische
fase-omschakeling instellen (standaard: kort
(120 s))
n Fallback-stroom bij uitval van het aangesloten
energiemanagementsysteem instellen (stan-
daard: 0 A)
n Fallback-stroom bij uitval van de aangesloten
energiemeter instellen (standaard: 6 A)
n Instellingen voor modbus RTU (bijvoorbeeld
baudrate) veranderen
n Aangesloten energiemeter selecteren
Informatie over de compatibele energieme-
ters vindt u op onze homepage:
https://www.mennekes.org/emobility/know-
ledge/advice-electricians/compatible-me-
ters
Bovendien worden de in de configuratietool de hui-
dige bedrijfswaardes weergegeven en worden de
ingestelde dipschakelaars uitgelegd. Indien een
NL
35