Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt
de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de
fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT1 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de sluiting wordt de bewe-
gingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt
de poort verder gesloten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de
fotocel wordt bevrijd, wordt de poort geopend.
Bedrijfsmodus fotocel FT1 bij gesloten poort
De parameter is niet zichtbaar als
Wanneer de fotocel is verduisterd, kan de poort niet geopend worden.
De poort wordt geopend wanneer een bediening van opening wordt ontvangen ook al is de fotocel verduisterd.
De verduisterde fotocel zendt de bediening van opening van de poort.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij opening
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de opening wordt de
bewegingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd, wordt
de poort verder geopend.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer de
fotocel wordt bevrijd, wordt de poort gesloten.
Instelling bedrijfsmodus fotocel FT2 bij sluiting
GEDEACTIVEERD. De fotocel is niet actief of is niet geïnstalleerd.
STOP. De poort stopt de beweging en blijft gestopt tot de volgende bediening wordt gegeven.
ONMIDDELLIJKE OMKERING. Als de fotocel wordt geactiveerd gedurende het manoeuvre van de sluiting wordt de bewe-
gingsrichting van de poort onmiddellijk omgekeerd.
TIJDELIJKE STOP. De poort stopt de beweging zolang de fotocel is verduisterd. Wanneer de fotocel wordt bevrijd,
wordt de poort verder gesloten.
UITGESTELDE OMKERING. Wanneer de fotocel wordt verduisterd, wordt de beweging van de poort gestopt. Wanneer
de fotocel wordt bevrijd, wordt de poort geopend.
Bedrijfsmodus fotocel FT2 bij gesloten poort
De parameter is niet zichtbaar als
Wanneer de fotocel is verduisterd, kan de poort niet geopend worden.
De poort wordt geopend wanneer een bediening van opening wordt ontvangen ook al is de fotocel verduisterd.
De verduisterde fotocel zendt de bediening van opening van de poort.
Activering van bediening van sluiting 6 s na de ingreep van de fotocel (FT1-FT2)
De parameter is niet zichtbaar als
sterd tijdens de opening, begint de telling van 6 seconden wanneer de vluegels helemaal zijn geopend.
Gedeactiveerd.
Geactiveerd. Wanneer de fotocellen FT1 worden verduisterd, wordt na 6 seconden een bediening van sluiting geactiveerd.
Geactiveerd. Wanneer de fotocellen FT2 worden verduisterd, wordt na 6 seconden een bediening van sluiting geactiveerd.
of
of
wordt ingesteld.
of
of
wordt ingesteld.
of
wordt ingesteld. OPMERKING: indien de fotocellen worden verdui-
225