Wanneer de ingestelde werktijd per
dag is bereikt, keert de grasmaaier
automatisch terug naar het laadstation.
Een verlenging van de werktijd tijdens pau-
zes bij regen kan direct via de grasmaaier
worden ingesteld, zie hoofdstuk "Regen-
sensor instellen".
Secundaire gebieden
instellen
In zeer schuine tuinen kan de oppervlak-
te-output worden verbeterd, door een
secundair startpunten vast te leggen. In dit
geval kunnen verschillende beginpunten
op de begrenzingsdraad worden gekozen.
Hierdoor kan de robotmaaier moeilijk be-
reikbare delen van uw tuin bereiken.
De robotmaaier legt de geselecteerde
afstand af langs de begrenzingsdraad en
begint in dit gebied te maaien.
U kunt 5 andere startpunten vrij kiezen.
Meet daartoe de afstand tussen het laad-
station en het beginpunt met de klok mee
langs de begrenzingsdraad. U gebruikt de
frequentie in procenten om te bepalen hoe
vaak de robotmaaier zijn werk start vanaf
het laadstation of vanaf de respectieve
startpunten. Het maaiproces is in deze mo-
dus nog steeds chaotisch.
De secundaire startpunten worden automa-
tisch benaderd tijdens werkuren en volgens
tijdschema.
1. Open indien nodig het deksel (1).
2. Ontgrendel het display (10) met de
4-cijferige PIN-code.
3. Druk op de OK-toets (7) om het hoofd-
menu te openen.
4. Selecteer "Secundaire gebieden" met
de pijltoetsen (6).
5. Druk op de toets OK om een secundair
gebied (areas) te selecteren. Selecteer
de startafstand "Afstand (dst)m" en de
verhouding "Percentage (pzt)%" van
het te maaien gebied met de pijltoet-
sen (6) en druk op de OK-toets om te
bevestigen. Na de selectie keert u auto-
matisch terug naar het overzicht van de
secundaire gebieden (areas).
6. Herhaal stap 5 om de instelling van elk
secundair gebied (areas) te voltooien.
7. Druk op de OK-toets (7) om het resul-
taat van de instelling te bevestigen.
De grasmaaier rijdt langs de be-
grenzingskabel (1 - 500 meter) voor
de afstand die u hebt opgegeven "Afstand
(dst) m" en begint dan te maaien.
Door de frequentie op te geven on-
der "Percentage (pzt)%" bepaalt u
hoe vaak de robotmaaier zijn werk start
vanaf het laadstation of vanaf de betreffen-
de startpunten.
De som van de "Percentage (pzt)%"-specifi-
catie van de 5 secundaire gebieden (are-
as) moet kleiner zijn dan of gelijk aan
100 %.
Spotmodus maaien/maaien
op vast punt
Met deze functie kunt u gazons, die an-
ders bedekt zouden zijn met zitmeubels,
speeltoestellen of iets dergelijks, gericht
maaien.
1. Plaats de grasmaaier op het doelge-
bied van het gazon.
2. Open indien nodig het deksel (1).
3. Ontgrendel het display (10) met de
4-cijferige PIN-code.
4. Druk op de OK-toets (7) om het hoofd-
menu te openen.
5. Selecteer met de pijltoetsen (6) „Spot-
modus".
Het display geeft weer: „Sluit het dek-
sel om te starten".
NL
BE
123