NL
BE
6. Sluit het deksel (1) en de grasmaaier
begint op het vaste punt te maaien.
De grasmaaier draait tegen de klok
in en schakelt over naar „Automa-
tisch maaien" na een maaistraal van 1 m
of 3,5 minuut maaien.
Wanneer de grasmaaier een hindernis te-
genkomt, stopt de grasmaaier, geeft het
display aan dat het maaien is gestopt en
gaat de grasmaaier naar de stand-bymo-
dus.
Wanneer de grasmaaier de begrenzings-
kabel (11) raakt, maait hij verder in de te-
genovergestelde spiraalrichting.
Als de grasmaaier zich buiten de
begrenzingskabel (11) of op het
laadstation bevindt en u "Spotmodus" se-
lecteert, verschijnt op het display "Plaats
binnen de begrenzing en probeer het op-
nieuw". Zet de grasmaaier neer binnen de
begrenzingskabel (11) en naast het laad-
station en start de "Spotmodus" opnieuw.
Als het laadniveau van de batterij
minder dan 30 % bedraagt, toont
het display na 2 seconden „Lage batter-
ijspanning". Laad de grasmaaier op voor-
dat u het vaste punt kunt gaan maaien.
Regensensor instellen
Laat de grasmaaier nooit
werken tijdens onweer en
koppel het laadstation los van het
stroomnet.
Als de regensensor is ingeschakeld, keert
de grasmaaier bij regen terug naar het
laadstation. Bij levering is de regensensor
altijd geactiveerd.
1. Open indien nodig het deksel (1).
124
2. Ontgrendel het display (10) met de
4-cijferige PIN-code.
3. Druk op de OK-toets (7) om het hoofd-
menu te openen.
4. Selecteer met de pijltoetsen (6) „Instel-
ling".
5. Bevestig de selectie met de OK-toets
(7).
6. Selecteer met de pijltoetsen (6) „Regen-
modus".
7. Bevestig de selectie met de OK-toets
(7).
8. Om de regensensor te deactiveren, se-
lecteert u "Deactiveren" en bevestigt u
de keuze met de OK-toets (7).
Om de regensensor te activeren, selec-
teert u „Activeren" en bevestigt u de
keuze met de OK-toets (7).
Kies een tijd in minuten waarop
de grasmaaier na de regen
weer moet gaan werken.
Bepaal ook of de grasmaaier de werk-
onderbreking door de regen moet inha-
len.
Bevestig elke selectie met de OK-toets
(7).
9. Keer terug naar het hoofdmenu met de
terug-toets (5).
We bevelen u aan om de grasmaai-
er bij regen niet te laten werken.
Werkinstructies
Regelmatig maaien stimuleert de bladvor-
ming van het gras en doet tegelijkertijd
onkruid afsterven. Zo krijgt het gazon na
elke maaibeurt grotere densiteit en ontstaat
een gazon dat gelijkmatig tegen belasting
bestand is.
De eerste maaibeurt gebeurt ongeveer in
april bij een grashoogte van 7-8 cm. In de
groeiperiode wordt het gras minstens een-
maal per week gemaaid.