2) Meet met de schuifmaat de lengte vanaf het schaambeen (os pubis) tot aan het uiteinde van
de stomp (zie afb. 5).
INFORMATIE: Als zich aan het uiteinde van de stomp slappe weke delen bevinden,
moet het uiteinde van de stomp tijdens de meting tot een halve bol worden gevormd.
INFORMATIE: Het bovenlichaam moet tijdens de meting een hoek van ca. 90° maken
met het bovenbeen.
INFORMATIE: De stomp moet parallel worden gehouden aan het andere bovenbeen
(niet geabduceerd).
5
Buigcontractuur bepalen
Ga als volgt te werk om de buigcontractuur te bepalen:
1) Laat de patiënt op zijn rug gaan liggen.
2) Laat de patiënt zijn gezonde been optrekken.
→ De lendenwervels moeten vlak op de ondergrond rusten.
3) Bepaal de buigcontractuur (hoek) (zie afb. 6).
6
7.2.2 Kokermaat en kokerlengte bepalen
Als richtwaarde voor de vereiste kokerlengte geldt:
vereiste kokerlengte = stomplengte
INFORMATIE
Onder kokerlengte wordt bij dit product verstaan de afstand tussen de onderkant van de koker
en de mediale kokerrand, gemeten in de richting van de lengteas van de koker.
162