5.4.1.1 Prothesevoet verschuiven
Benodigd gereedschap en materiaal:
>
momentsleutel 710D4
1) Draai de vier bevestigingsbouten los.
2) Verschuif de prothesevoet in de testadapter in de vereiste richting.
3) Zet de prothesevoet vast door de vier bevestigingsbouten in de testadap
ter aan te draaien (zie afb. 3) (aanhaalmoment: 15 Nm).
5.4.2 Oefeningen
► Doe de oefeningen uit de beknopte handleiding 647H545 (hoofdstuk
"Oefeningen" - zie pagina 11).
5.4.3 Dynamische optimalisatie
Voor de dynamische optimalisatie van de sportprothese is het belangrijk dat
de prothesevoet is ingesteld op de volgende waarden:
exorotatie van de voet: 0°
•
voetflexie in mediaal-laterale richting: 0°
•
Bij de dynamische optimalisatie is het de bedoeling dat de positionering van
de prothesevoet optimaal wordt afgestemd op de loopgewoontes van de
patient. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de volgende verstelmogelijkhe
den:
•
naar voren of naar achteren verplaatsen van de prothesevoet in a – p
richting
•
verschuiven van de prothesevoet in de testadapter
Verstelmogelijkheid van
de prothesevoet
Verplaatsing van de pro
thesevoet naar achteren
Verplaatsing van de pro
thesevoet naar voren
Verschuiven van de prothe
sevoet in de testadapter
naar proximaal
Verschuiven van de prothe
sevoet in de testadapter
naar distaal
1) Ga te werk zoals aangegeven in het hoofdstuk "Dynamische optimalisa
tie" van de beknopte handleiding 647H545 (zie pagina 15).
Effect
De sprongkracht in voor
waartse richting neemt toe
De sprongkracht in voor
waartse richting neemt af
De opwaartse sprong
kracht neemt af
De opwaartse sprong
kracht neemt toe
Toepassing
Wanneer de patient het
gevoel heeft dat hij wordt
geremd of als hij sportiever
wil lopen
Wanneer de patient het
gevoel heeft dat hij voor
over valt of als hij minder
sportief wil lopen
Wanneer de opwaartse
sprongkracht te sterk is
Wanneer de opwaartse
sprongkracht te gering is
81