NL
5.12BRANDSTOFSYSTEEM ONT-
LUCHTEN (540)
Als er lucht in de brandstofleidingen is gekomen,
moet het brandstofsysteem handmatig worden ont-
lucht. De lucht kan op de volgende manier in het
systeem zijn gekomen:
• Na stoppen vanwege brandstofgebrek.
• Na vervanging van het filter.
• Na het aftappen van de waterscheider.
• Na reparaties aan het brandstofsysteem.
Probeer nooit te ontluchten door de
motor te laten lopen met de startmotor.
Dan zou de startmotor worden bescha-
digd.
Ontluchten gaat als volgt:
1. Zorg dat de brandstoftank is gevuld.
2. Open alle kraantjes in het brandstofsysteem.
3. Gebruik de handpomp (5:J) om alle lucht uit het
brandstofsysteem te pompen.
4. Probeer te starten. Start de motor niet, ga dan
door met ontluchten zoals hierboven is behan-
deld.
5.13 REINIGING
Houd om de kans op brand te verklei-
nen de motor, de demper, de accu en de
brandstoftank vrij van gras, bladeren
en olie.
Controleer de machine ook regelmatig
op olie- en/of brandstoflekkage.
Spuit nooit water onder hoge druk op
de machine. Hierdoor kunnen asafdich-
tingen, elektrische onderdelen of hy-
draulische kleppen beschadigd raken.
Spuit nooit lucht onder hoge druk tegen
de radiatorvinnen. Hierdoor kan de ra-
diator beschadigd raken.
Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen
gelden de volgende instructies:
• Richt geen waterstralen direct op de motor.
• Reinig de motor met een borstel en/of perslucht.
• Reinig de radiator van de motor (10:R) met een
zachte borstel. Grote voorwerpen kunt u met de
hand verwijderen. Als de koelers ernstig ver-
vuild zijn, reinig deze dan met langzaam stro-
mend water en een geschikt reinigingsmiddel.
• Start na het reinigen met water de machine en
een eventueel gemonteerd maaidek om water te
verwijderen dat anders lagers zou kunnen bin-
nendringen en beschadigen.
118
NEDERLANDS
6.1 ONDERHOUDSSCHEMA
Om de machine in goede staat te houden, de be-
trouwbaarheid en veiligheid te bevorderen en het
milieu te ontzien, moet het onderhoudsschema
hieronder worden nageleefd.
Alle servicewerkzaamheden moeten worden uitge-
voerd door een erkende dealer.
Als het onderhoud door een erkende dealer wordt
uitgevoerd, wordt het professioneel gedaan en
worden originele vervangingsonderdelen gebruikt.
Na elke onderhoudsbeurt door een erkende dealer
moet een stempel in het onderhoudsboekje worden
gezet. Een boekje dat "volgestempeld" is, wordt
een waardevol document dat de tweedehandswaar-
de van de machine verhoogt.
Hieronder ziet u wanneer welk onderhoud moet
worden uitgevoerd. Daarna wordt behandeld hoe u
de onderhoudsprocedures moet uitvoeren.
6.2 ONDERDELEN
Waterscheider, con-
troleren
Voorfilter, reinigen
Benzinefilter, ver-
vangen
Bandenspanning,
controleren, corrige-
ren
Motorolie, filter,
vervangen
Hydraulische olie,
filter, tankbeluch-
tingsklep, vervan-
gen/reinigen
Wielmotoren, olie
verversen
Riemtransmissies,
controleren
Koelsysteem, reini-
gen
Accu, controleren
Luchtfilter, voorfil-
ter reinigen
Luchtfilter, binnen-
filter vervangen
Smeren
Kleppen controleren
Kleppen schuren
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
6 ONDERHOUD
.
1e keer Interval
Onderdeel
Bedrijfsuren/
kalendermaanden
50/12
50/12
50/12
50
Zie
hoofd-
stuk
50/-
6.4
6.4
400/-
6.5
6.6
200/12
6.7
400/12
6.8
200/12
6.9
200/-
6.10
1000/12
6.11
50/-
6.12
250/-
6.13
250/-
6.13
6.14
1000/-
6.15
2000/-
6.15