10 | Inbedrijfstelling
10 Inbedrijfstelling
Bevoegdheid
–
Exploitant
WAARSCHUWING
Beschadiging aan de elektrische in-
stallatie en/of het koelcircuit.
Contact met spanningvoerende delen kan
elektrische schokken veroorzaken. Ontvlam-
baar koudemiddel kan ontsnappen en een ex-
plosief gas-luchtmengsel vormen. Brandge-
vaar door vonken of overbelasting.
▪ Neem geen beschadigd apparaat in gebruik.
▪ Sluit geen beschadigd apparaat of bescha-
digde onderdelen (zoals aansluitkabels)
aan op de voedingsspanning.
▪ Alleen vakkrachten mogen beschadigde on-
derdelen vervangen, zoals aansluitkabels.
▪ Neem de veiligheids- en waarschuwingsin-
structies in acht voor apparatuur met ont-
vlambare koudemiddelen (zie →Brandbare
koudemiddelen).
▪ Neem bij beschadiging aan het apparaat
onmiddellijk contact op met de onder-
houdsdienst (zie → Onderhoudsdienst).
OPMERKING
Materiële schade door ongeschikte omge-
vingscondities.
▪ Stel het apparaat vóór de inbedrijfstelling in op de
omgevingstemperatuur.
▪ De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan
16 °C (60,8 °F).
Het apparaat in bedrijf stellen
–
Steek de netstekker van de aansluitkabel in het
stopcontact (zie →Elektrische aansluiting).
Na de inbedrijfstelling kan het 2 uur duren voordat de
gewenste temperatuur is bereikt.
11 Bedrijf (bediening)
Alleen getraind bedieningspersoneel mag het appa-
raat bedienen.
WAARSCHUWING
Beschadiging aan de elektrische installatie
en/of het koelcircuit.
Contact met spanningvoerende delen kan
elektrische schokken veroorzaken. Ontvlam-
baar koudemiddel kan ontsnappen en een ex-
plosief gas-luchtmengsel vormen. Brandge-
vaar door vonken of overbelasting.
▪ Vermijd hevige externe schokken van het
apparaat, zoals door het onzorgvuldig han-
teren met een heftruck of door een vloer-
reinigingsmachine.
▪ Vermijd de overdracht van schokken en
trillingen op het apparaat.
▪ Neem de veiligheids- en waarschuwingsin-
structies in acht voor apparatuur met
405862_1_0819
ontvlambare koudemiddelen (zie →Brand-
bare koudemiddelen).
▪ Bij beschadiging aan het apparaat of na het
activeren van de elektrische beveiliging:
1. Apparaat loskoppelen.
2. Beveilig het apparaat tegen opnieuw in-
schakelen.
3. Neem contact op met de onderhouds-
dienst (zie → Onderhoudsdienst).
LET OP
Glas-/materiaalbreuk.
Snijwonden. Verwonding door stoten.
▪ Belast het deksel niet.
▪ Stap niet op of in het apparaat.
▪ Controleer glazen elementen en kunst-
stoffen randen op beschadiging, zoals
bijv. scheuren, barsten, breuken. Neem
bij beschadiging onmiddellijk contact op
met de onderhoudsdienst (zie → On-
derhoudsdienst).
Gebroken glas.
Snijwonden aan handen en lichaam.
▪ Gebruik veiligheidshandschoenen om
versplinterde glasstukken en mogelijk
beschadigde producten te verwijderen.
▪ Verwijder voorzichtig en volledig alle
versplinterde glasstukken en bescha-
digde producten.
Lekkage van dooiwater.
Risico van uitglijden.
▪ Controleer op plassen voor en onder
het apparaat.
▪ Verwijder gelekt dooiwater onmiddellijk.
▪ Neem onmiddellijk contact op met de
onderhoudsdienst (zie → Onderhouds-
dienst).
OPMERKING
Materiaalschade door onjuist gebruik.
▪ Gebruik het apparaat in een stabiele gebruiksposi-
tie (perfect horizontaal).
▪ Controleer of het apparaat in perfecte staat ver-
keert. Beschadigingen moeten onmiddellijk worden
hersteld.
▪ Gebruik het apparaat alleen op de gemonteerde
zwenkwielen.
▪ Rol het apparaat niet over drempels heen.
Materiële schade door onjuist gebruik.
▪ Gebruik het apparaat niet boven de klimaatklasse
die op het typeplaatje staat (zie → Typeplaatje en
serienummer).
▪ De omgevingstemperatuur mag niet lager zijn dan
16 °C (60,8 °F).
▪ Neem de voorgeschreven opslagtemperatuur van
de in de koeling geplaatste producten in acht.
▪ Controleer de binnentemperatuur (zie →Tempera-
tuurweergave).
▪ Bewaarde producten moeten door de exploitant
worden gecontroleerd in geval van stroomuitval
(temperatuurcontrole).
AHT Cooling Systems GmbH | nl
261 / 436