Berekeningsvergelijkingen voor de inbouwmaat a (geldigheidsbereik TrbF)
a
=
min
Tabel 7: De volgende wijzigingen tegenover tabel 6 (geldigheidsbereik TrbF):
Symbool
Maateenheid Verklaring
30
[cm]
• Het diagram 3 voor ondergrondse tanks kan gebruikt worden voor de bepaling van de
minimale inbouwmaat a
parameter tankdiameter D of tankhoogte L.
Aannames met: p
• In tegenstelling tot de berekening van de inbouwmaat a conform EN 13160-3 wordt bij de
Berekening van de inbouwmaat a conform TRbF 501 en VdTÜV-informatieblad 904 de
onderrand van het LIV-reservoir als referentielijn gebezigd.
Minimale inbouwmaat a
Diagram 3:
Bevestiging van het LIV-reservoir
16 / 28
ρ
D x (
- 1) + p
Berekeningsvergelijking [5] geldt enkel met [6]
a ≥ w + 30
Veiligheidsmarge alleen bij
ondergrondse tanks
naargelang de dichtheid van het opslagmedium met de
min
= 550 mbar, w = 0, p
s,2
voor ondergrondse tanks conform DIN 6608-2, DIN 6619-2
min
Dichtheid van het vloeibare, op te slane bedrijfsmedium kg/L
Controleren op volledigheid en beschadiging.
Montageplaats vastleggen.
Aan een nabije wand, aan een voorziene armaturenkast
of met een statief van platte of hoekijzers aan het mangat
te bevestigen.
Montagehoogte voor bevestiging vastleggen
= inbouwmaat a + 28,7 cm.
Bevestigingsgaten horizontaal intekenen.
Lekindicator type LAG 2000 A
+ 30
o,1
Opmerking
Conform VdTÜV-informatieblad
904
= 0
o,1
[5]
[6]
artikelnr. 15 072 56 c