Als u vermoedt dat het apparaat niet meer zonder gevaar kan worden gebruikt, dan dient u dit
uit bedrijf te nemen. De veiligheid van de gebruiker kan door het apparaat in gevaar worden
gebracht, als bijvoorbeeld:
• zichtbare schade aanwezig is
• het niet meer overeenkomstig de voorschriften werkt
• het gedurende langere tijd onder onjuiste omstandigheden is opgeslagen;
stuur het apparaat in twijfelgevallen voor reparatie of onderhoud naar de fabrikant
FOUTMELDING/BETEKENIS
Weergavelamp
de 2de indicator als externe alarmtransmissie
Indien de lamp
A3 brandt terwijl de alarmzoemer A4 geactiveerd wordt, is sprake van een
ondichtheid (lek).
•
Lekindicatievloeistof
bijvullen.
Terug in werking zetten van de installatie na verhelpen van het lek
artikelnr. 15 072 56 c
met activatie alarmzoemer aan de 1ste indicator en optioneel aan
tot het midden van het kijkglas
• Verzegeling aan de toets
A2 in de stand 'uit' zetten.
Alarmzoemer A4 en externe alarmtransmissie
Rode lamp
Er is sprake van een ondichtheid (lek).
De installatie verkeert niet meer in de beoogde toestand!
• De rode lamp
2de indicator, dooft.
• Toets
• Op de toets
Groene lamp
De storingvrije werking van het lekindicatiesysteem
schakelen uit.
A3 dooft niet en brandt verder.
Een vakbedrijf de opdracht geven tot de controle van
de lekindicator en/of het verhelpen van het lek en het
terug in werking zetten van de installatie!
A3 aan de indicator, en optioneel aan de
A2 bevestigen in de stand 'aan'.
A2 de verzegeling vervangen.
A1 brandt terug.
kan aan de 1ste indicator en optioneel aan de 2de
indicator worden herkend.
Lekindicator type LAG 2000 A
van het LIV-reservoir
A2 verwijderen, toets
23 / 28