Procesaanwijsinstrument
3.2 Aansluiting van de voedingsspanning
Kontroleer, voor de ingebruikname, of de voedingsspanning
met die van het instrument overeenkomt. De massa-aansluiting
moet als eerste verbinding aangesloten worden.
Bij de uitvoering 90...250 V
moet in de voedingsleiding, in de
AC
nabijheid van het instrument, een werkschakelaar en een
overspanningsbeveiliging worden opgenomen (≤10 A).
3.3 Aansluiting meetwaarde-omvormer
Het instrument beschikt over een, van de signaalingang,
galvanisch gescheiden transmittervoeding. De voeding van de
meetwaarde-omvormers hebben dus geen verdere elektronica
componenten meer nodig.
Interne schakeling
159